Elke van Buggenhout (muzikant; piano-improvisatie & muziektherapeut) en Bert van den Bergh (filosoof & psycholoog) vatten in het voetspoor van fenomenologische benaderingen depressie op als een verstoring van de elementaire afstemming tussen (in)dividu, wereld en ander. Het fenomeen depressie voert in die opvatting naar de bodem van de menselijke existentie en zodoende naar het hart van onze hedendaagse cultuur. In dit licht verbinden zij een oneigentijds muziektheoretisch perspectief met kritische muziekfilosofische duidingen van onze westerse muziekcultuur. Voorts slaan zij een brug naar cultuurtheoretische interpretaties van onze laatmoderne cultuur als geheel, die op verschillende wijzen en in diverse sferen grondig ‘ont-stemd’ kan heten. Zij doen dit alles uitgebreid in een binnenkort te verschijnen essay, waarvan in dit artikel de hoofdgedachten zijn gevat.
MULTIFILE
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
DOCUMENT
Dit artikel is een samenvatting van mijn proefschrift over Schumans Europa en zijn referentiekader dat de oorspronkelijke visie weergeeft van de grondlegger van de Europese eenwording, Robert Schuman. Het laat zien hoe zijn gedachten, persoonlijkheid, katholieke geloof en afkomst uit Elzas-Lotharingen samenkomen in zijn visie op Europese eenwording. Hij ziet de raison d'être van de Europese eenwording bij het Europees spiritueel en cultureel erfgoed. Effectieve solidariteit over de grenzen heen beschouwt hij een logisch gevolg daarvan. Schuman is van mening dat de integratie stapje voor stapje zal moeten plaatsvinden en generaties zal duren. De nationale belangen zullen in dit proces en in deze visie van eenwording zoveel mogelijk worden ontzien, tenzij deze ingaan tegen de gemeenschappelijk Europese belangen. Schumans zienswijze werpt een verfrissende blik op de huidige situatie van de EU en geeft inzicht in de oorzaak van de EU-problemen. Het levert daarmee een denkkader waarmee gewerkt kan worden aan de oplossing. ABSTRACT This article is an excerpt of a doctoral dissertion on Schuman's Europe and his frame of reference that represents the original vision of the founder of the European union, Robert Schuman. It displays that his thoughts, personality, catholic religion and origin from Elzas-Lotharingen come together in his vision on the European union. He sees the raison d'être of European integration to the European spiritual and cultural heritage. He considers effective solidarity beyond borders thereof as a logical consequence. Schuman believes that the integration will take place step by step and will take generations. The national interests will be spared as much as possible in the process, unless these go against the common European interests. Schuman's way of thinking casts a refreshing look on the current situation of the European Union and provides insight into the cause of the European problems. It provides a conceptual framework that can be used for a solution.
DOCUMENT
Voorbij probleemoplossing is een onderzoeksproject van Fontys en HKU, in samenwerking met zorgorganisatie Vitalis. Het project verkent hoe kunst kan bijdragen aan betekenisvolle begeleiding van mensen in de terminale levensfase. Waar traditionele zorg sterk gericht is op het oplossen van problemen, bieden bestaande methodieken vaak onvoldoende houvast bij existentiële vragen — zeker bij bewoners met dementie, voor wie communicatie niet vanzelfsprekend via taal verloopt. Het project brengt zorg- en welzijnsmedewerkers samen met kunstenaars om via co-creatie nieuwe, zintuiglijke vormen van contact en betekenisgeving te ontwikkelen. Via rituelen, aanraking, klank of beweging ontstaan alternatieve ‘talen’ die helpen om nabijheid, afstemming en menselijke verbinding vorm te geven. Er wordt gewerkt aan twee kernaspecten: 1) Het gezamenlijk ontwikkelen van rituele werkvormen die ondersteunen bij existentiële zorg; 2) Het ontwerpen van nieuwe manieren om betekenisvolle zorgmomenten te herkennen en waarderen, ook als deze zich niet laten meten in traditionele impactmodellen. Deze benadering sluit aan bij de missie van Vitalis: Elke dag bijzonder maken. Vitalis ziet gezondheid als het vermogen om betekenisvol te leven, met kunst en cultuur als belangrijke bronnen van welzijn. Zelf doen, meedoen en ertoe doen staan daarbij centraal. De resultaten bestaan uit een praktische toolkit voor existentiële reflectie en concrete voorbeelden die bruikbaar zijn voor andere zorginstellingen en kunstenaars. De inzichten worden gedeeld via workshops, bijeenkomsten en toegankelijk lesmateriaal binnen zorg- en kunstopleidingen, zodat ook toekomstige professionals hiermee kunnen werken en zich erin kunnen verdiepen. De ontwikkelde werkwijzen zijn flexibel inzetbaar. Voorbij probleemoplossing levert niet alleen nieuwe vormen van zorg, maar ook een bredere kijk op wat impact in de ouderenzorg kan betekenen: niet als iets wat louter meetbaar moet zijn, maar als iets wat voelbaar, gedeeld en betekenisvol is in de ontmoeting zelf — voor bewoner én zorgverlener.