In maart 2021 is het een jaar geleden dat de eerste maatregelen tegen het COVID-19 virus werden afgekondigd. Dit onderzoek schetst een beeld van de maatschap-pelijke impact van de pandemie en de veranderingen daarin in de periode april 2020 – maart 2021. Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van de vierde meting van ons onderzoek, afgenomen onder een grote groep Nederlanders in maart 2021. Wederom participeerden de drie grote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De uitkomsten van het onderzoek in maart 2021 worden systematisch vergeleken met de uitkomsten van eerdere metingen (in respectievelijk april, juli en november 2020). Hiermee ontstaat inzicht in de (veranderende) impact van de pandemie op het sociaaleconomische domein, in patronen van mentaal welbevinden, onderlinge zorg en solidariteit, het navolgen van de coronamaatregelen en ten slotte maatschappelijk en institutioneel vertrouwen. Daarnaast besteden we in deze rapportage specifieke aandacht aan twee thema’s. Het eerste handelt over institutioneel vertrouwen van burgers. We zien dat het vertrouwen van burgers in de overheid en de centrale gezondheidsinstanties (RIVM, GGD) aanvankelijk zeer hoog was, maar daarna geleidelijk daalde – en nu, in maart 2021, onder het gebruikelijke niveau van politiek en institutioneel vertrouwen dreigt te zakken. Het tweede thema gaat meer specifiek over hoe Nederlandse burgers het coronabeleid van de overheid waarderen. We zien een opkomende onvrede over het gevoerde coronabeleid. Mensen met een laag inkomen, een lage opleiding, geringe werkzekerheid hebben minder vertrouwen in overheden en gezondheidsinstellingen en meer onvrede met het gevoerde beleid dan mensen met een sterkere maatschappe-lijke positie. Ook zien we dat mensen die zelf aangeven meer conservatief of ‘rechts’ te zijn georiënteerd meer ontevreden zijn over het overheidsbeleid dan mensen die meer progressief of ‘links’ georiënteerd zijn. We hebben ons onderzoek de titel De ongeduldige samenleving gegeven. Vooral uit het dalende institutioneel vertrouwen en de opkomende onvrede met het gevoerde coronabeleid blijkt dat veel Nederlanders ‘klaar zijn’ met het virus. De vaccinatiecam-pagne is gestart en ‘het einde is in zicht’, maar het aantal besmettingen blijft hoog en de situatie in de ziekenhuizen precair. Vol ongeduld wachten burgers op het einde van de pandemie en de terugkeer van het ‘oude normaal’ – zonder alle beperkende regels die ons het afgelopen jaar zijn opgelegd. Uitgever: Kenniswerkplaats Leefbare Wijken & Erasmus School of Social and Behavioural Sciences
MULTIFILE
Dit boekje gaat over het eerste deel van een onderzoek van lectoraat Stedelijk Sociaal Werk naar de vraag: (hoe) vinden nieuwkomers hun weg naar voorzieningen in de Amsterdamse sociale basis in de periode na aankomst in Amsterdam?Jaarlijks komen veel nieuwkomers met verschillende achtergronden aan in Amsterdam. Onder hen bijvoorbeeld Oost-Europese arbeidsmigranten, economische migranten uit alle delen van de wereld, asielzoekers, ontheemden uit Oekraïne, en statushouders die in Amsterdam een woning toegewezen krijgen.Laagdrempelige voorzieningen in de sociale basis, zoals buurthuizen, zijn er voor alle Amsterdammers, dus ook voor nieuwkomers. Zij kunnen hier terecht voor ontmoeting en lichte vormen van ondersteuning. Daarnaast kunnen ze hier met hulpvragen doorverwezen worden naar meer specialistische hulp. Dat geldt voor alle nieuwkomers, ongeacht verblijfsstatus. De vraag is echter of zij hun weg naar deze voorzieningen vinden.Deze publicatie is het verslag van ons onderzoek naar de aankomstverhalen van verschillende groepen nieuwkomers, en de plek die sociale basisvoorzieningen daarin innemen.
MULTIFILE
In deze thematische overzichtsstudie presenteren we de resultaten van een brede analyse van het beschikbare onderzoek rond het welzijn van docenten in het hoger onderwijs gedurende en na de coronapandemie. Docentenwelzijn is hierbij, in lijn met de conceptualisatie van Viac & Fraser (2020), onderverdeeld in vier dimensies: cognitief, subjectief, fysiek en mentaal, en sociaal welzijn. De centrale onderzoeksvraag was: Wat is er bekend over de veranderingen op de vier dimensies van het welzijn van docenten in het hoger onderwijs als gevolg van online en hybride werken en lesgeven gedurende de coronapandemie?Met behulp van een scoping literatuurstudie aan de hand van vier selectiecriteria1 vonden we 48 relevante artikelen; 37 artikelen verschenen in wetenschappelijke tijdschriften en 11 publicaties maakten deel uit van ‘grijze’ literatuur. Uit deze publicaties blijkt dat de verandering naar online of hybride werken een aanzienlijke impact had op het welzijn van docenten in het hoger onderwijs. Hierbij kunnen vier grotere thema’s onderscheiden worden: de impact van thuiswerken op productiviteit, op de verbinding en het contact met collega’s en studenten, de ervaren werkdruk en een veranderende werk-privé balans. Hoewel de negatieve impact van de nieuwe manier van werken op het docentenwelzijn overheerst, werden in meerdere studies ook positieve effecten op docentenwelzijn gerapporteerd. Hiermee lijkt het thuis en op afstand werken een ‘double edged sword’ voor docentenwelzijn te zijn geweest tijdens de coronapandemie. Op basis van deze uitkomsten worden een aantal aandachtspunten voor het Nederlands hoger onderwijs en aanbevelingen voor vervolgonderzoek gegeven.
MULTIFILE
Het gezamenlijk beleven van (top)sportwedstrijden vormt voor kwetsbare volwassenen, met een gering sociaal kapitaal, een platform om de voor hen zo noodzakelijke sociale netwerken op te bouwen en in stand te houden. Wedstrijdbezoek is echter afhankelijk van factoren zoals vitaliteit, lichamelijke en geestelijke gezondheid, en financiële draagkracht. Wanneer deze wegvallen dreigt sociaal isolement en eenzaamheid, met alle persoonlijke en maatschappelijke gevolgen van dien. Digitale innovaties op het gebied van immersieve Augmented Reality (AR) kunnen een oplossing zijn om volwassenen die mentaal, fysiek of financieel niet in staat zijn om sportevenementen zoals ererdivisievoetbal bij te wonen, toch een stadion- en wedstrijdbeleving te bieden. Hiermee kunnen ze toch aansluiting blijven vinden bij hun sociale netwerken. In het beoogde project wordt AR content doorontwikkeld, en geprojecteerd over de glazen van een AR bril, met als doel de stadionbeleving van thuiswedstrijden van BVO PSV zoveel mogelijk op te roepen. AR-layers bestaan onder meer uit een persoonlijke welkomstboodschap van spelers van het eerste elftal van PSV, virtuele looproutes die toegang geven tot het stadion, en gedrag en geluid van virtuele mede-toeschouwers of spelers en artiesten. De mate waarin AR de beleving verrijkt wordt vervolgens getoetst in een experiment, waarbij de beleving van een voetbalwedstrijd met en zonder AR verrijking wordt gemeten in een stadion-setting en in een thuissetting. De beleving wordt gemeten met fysiologische signalen zoals hartslagvariabiliteit en huidgeleiding, die een objectieve maat vormen van emotionele engagement tijdens het stadion- en wedstrijdbezoek. Daarnaast wordt ook een subjectieve belevingsmaat ontwikkeld en gebenchmarkt (de belevingsimpact-score). Zo kan worden vastgesteld of de beleving van een wedstrijd in een thuissetting die verrijkt is met AR dichter in de buurt komt van een daadwerkelijke stadionbeleving.