Methoden voor sociaal-pedagogisch hulpverleners geeft een gestructureerd overzicht van de zestien meestgebruikte methoden in de SPH. De methoden zijn ingedeeld volgens vijf fasen in de sociaal-pedagogische hulpverlening: controle en beheersing, genezing en probleemoplossing, behoud of stabilisatie, (maatschappelijk) herstel, en groei of ontwikkeling van de client. Elke methode wordt toegelicht aan de hand van casuistiek en voorbeelden. Met een inleiding en een nabeschouwing plaatsen de auteurs de verschillende methoden in een kader. Het boek sluit af met studietaken en een trefwoordenregister.
Het proces van de morele oordeelsvorming in de hulpverlening (moresprudentie) moet beter en met name startende hulpverleners verdienen daar steun bij.
In deze notitie hebben we een poging gedaan om uit de verscheidenheid aan definities en betekenissen van het begrip ‘integraal werken’ die we in onderzoeken en in andere publicaties tegen komen, tot een conceptuele analyse en ordening te komen. De analytische ordening in vier vensters is bedoeld om de consequenties ervan in de praktijk voor professionals, in relatie tot hun primaire doelgroep (burgers in alle soorten en maten, de samenleving), binnen hun organisatorische kaders en in relatie tot beleid en bestuur te kunnen onderzoeken en te kunnen duiden. We sluiten deze notitie af met een samenvatting van de bovengenoemde vier vensters en een korte beschouwing.
De transitie en transformatie in de Jeugdhulp gaat samen met de wens van gemeenten en rijksoverheid om kinderen die niet meer thuis kunnen wonen niet meer in (gesloten) residentiele voorzieningen maar zo veel mogelijk in pleeggezinnen en gezinsgerichte voorzieningen op te vangen. Als gevolg hiervan, neemt het aantal jeugdigen met complexe zorgvragen toe in gezinshuizen (in 2016 50% meer! bron: factsheet gezinshuizen). Onderzoek aan Hogeschool Leiden heeft de afgelopen jaren aangetoond dat in gezinshuizen een beter leefklimaat aanwezig is dan in residentiële voorzieningen en de gesloten jeugdhulp. Toch gaat plaatsing niet altijd goed, vaak vanwege complexe problemen van deze kinderen. Dan moeten ze weer naar een andere plek. Volgens recent onderzoek hebben kinderen in gezinshuizen gemiddeld al 3,6 plaatsingen achter de rug. Voor het kind en de hulpverlening is een overplaatsing een traumatische gebeurtenis zoals in de aangrijpende documentaire ‘Alicia’ was te zien (Zdoc november j.l.). Deze negatieve jeugdervaring komt bovenop eerdere negatieve jeugdervaringen in hun leven en heeft grote gevolgen voor hun latere ontwikkeling. Samen met een landelijk dekkend netwerk van ongeveer 400 gezinshuizen en overkoepelende (zorg)instellingen onderzoeken drie hogescholen (Leiden, Windesheim en CHE) en een universiteit (Tilburg) voor welke kinderen (achtergrond, problematiek) gezinshuizen een geschikte hulpverleningsvorm zijn en wat dit betekent voor zowel de organisatie van de hulpverlening als deskundigheid van gezinshuisouders. Dit leidt tot implicaties voor het werkveld, maar ook voor het hbo-onderwijs. Hierbij is er ook aandacht voor wat gezinshuisouders nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen en het vol te kunnen houden. Opbrengsten van het onderzoek zullen worden gebruikt om een beloftevol transformatiedoel te realiseren: overplaatsingen voorkomen en een stabiele en duurzame plek voor kinderen die het niet getroffen hebben omdat ze niet meer thuis kunnen wonen.
Met deze postdocaanvraag wordt beoogd Virtual Reality (VR) in te bedden in het methodisch handelen van professionals in de jeugdhulp. Dit wordt gedaan binnen het thema hulpverlening bij conflictscheidingen dat als casus fungeert. Bij conflictscheidingen hebben ouders ernstige, vaak langdurige conflicten, waardoor kinderen (blijvend) kunnen worden beschadigd. Kenmerkend voor conflictscheidingen is dat ouders het belang van hun kinderen uit het oog verliezen en nauwelijks zien hoe kun kinderen lijden onder de situatie. Empathie is een belangrijke voorwaarde voor sociaal gedrag en dus een belangrijk element in de hulpverlening aan ouders in conflictscheidingen. Met de komst van technologie, waaronder VR, zijn er mogelijkheden om de hulpverlening te versterken. Jeugdbescherming Overijssel heeft samen met jeugdhulpaanbieders en Enliven Social Enterprise een VR simulatie ontwikkeld waarin ouders vanuit het perspectief van het kind naar de conflictsituatie kunnen kijken om vanuit daar te leren voelen, denken en handelen. VR als een krachtige vorm van ‘Perspectiefwisseling’ kan op deze manier bijdragen aan bewustwording, zelfreflectie en empathisch vermogen van ouders en (aanzetten tot) gedragsverandering. Het lukt nog niet goed om technologische tools structureel in te bedden in hulptrajecten. Dit project heeft als doel om VR te integreren in de methodische werkwijze van professionals. Ook wordt effectiviteit onderzocht en worden de voorwaarden voor implementatie in kaart gebracht. Dit onderzoeksplan is in multidisciplinair samenwerkingsverband tot stand gekomen en wordt in dit verband uitgevoerd. Deze postdoc valt binnen het strategische zwaartepunt ‘Gezondheid en Welzijn’ van Saxion, en maakt een verbinding tussen de Academies Mens & Maatschappij, Mens & Arbeid en Creatieve Technologie. In de opleiding Social Work en in de Master Health Care & Social Work wordt dit thema in modules verwerkt. Een ambitie van deze postdoc is om technologie en methodisch werken in de jeugdhulp als speerpunt in te bedden in de onderzoekslijn Jeugd van het lectoraat Social Work.