Long-term learning trajectories evolve through microdevelopmental sequences (i.e., short-term processes of change during learning tasks) and depend on variability during and across learning tasks. The aim of this study is to examine the coupling between short-term teacher-student dynamics and students’ long-term learning trajectories, thereby providing empirical support for the link between the short- and long-term time scale in cognitive development. For 31 students (ages 3–5 years) from regular and special education, five teacher-student interactions during science tasks were filmed and coded in real time with regard to the student’s level of understanding and the teacher’s support throughout the task. A hierarchical cluster analysis resulted in four different learning trajectories over the course of 1.5 years, labeled as a high-scoring, mid-scoring, fluctuating, and low-scoring group of students. When connecting these trajectories to microdevelopmental data, the interactions of the high-scoring students were characterized by more moment-to-moment variations in the teacher’s support and student’s level of understanding, while the low-scoring group had the least variability compared to the other groups. Students with emotional and behavioral disabilities were represented across all learning trajectories, despite frequent accounts in the literature on their significant academic delays.
LINK
Using a longitudinal study on childrens’ understanding of scientific concepts, we compare the relative importance of general (e.g., standardized test scores) and microgenetic measures (interaction patterns) to characterize the development of scientific understanding over 1.5 years. A researcher worked five times with 31 children (3-5 years old, from regular and special primary schools) on scientific tasks about air pressure and gravity. The researchers scaffolding behavior and the childs understanding were coded per utterance. Furthermore, children’s standardized test scores (math and language) and information on their home environment were obtained. A cluster analysis yielded three distinct developmental trajectories, which could best be predicted by interactions between the child and the environment. In the discussion we question the validity of standardized tests
LINK
Openbare Les Diny van der Aalsvoort 2009. Inleiding Spel wordt als zodanig herkend wanneer het zich voordoet. Kenmerkend is dat spelen vrijwillig is: het gaat om nietverplichtende bezigheden die de speler zelf kiest. In belangrijke mate neemt de spelende zelf het initiatief tot deze bezigheden. Het kan ze ook controleren. Spel dient geen extern doel. Het individu is gericht op het spelproces. Spelen gaat gepaard met plezier: het individu wil vanuit zichzelf spelen. Het hoeft er niet toe worden aangezet. Spel kent eigen regels: die regels worden gevormd door de spelers, tijdens het spelen. Spel vindt plaats binnen een kader dat het scheidt van de realiteit van alledag (Fromberg & Bergen, 2006; Kwakkel-Scheffer, 2006).
DOCUMENT
Aim The aim of this study is to gain more insight into child and environmental factors that influence gross motor development (GMD) of healthy infants from birth until reaching the milestone of independent walking, based on longitudinal research. Background A systematic search was conducted using Scopus, PsycINFO, MEDLINE and CINAHL to identify studies from inception to February 2020. Studies that investigated the association between child or environmental factors and infant GMD using longitudinal measurements of infant GMD were eligible. Two independent reviewers extracted key information and assessed risk of bias of the selected studies, using the Quality in Prognostic Studies tool (QUIPS). Strength of evidence (strong, moderate, limited, conflicting and no evidence) for the factors identified was described according to a previously established classification. Results In 36 studies, six children and 11 environmental factors were identified. Five studies were categorized as having low risk of bias. Strong evidence was found for the association between birthweight and GMD in healthy full-term and preterm infants. Moderate evidence was found for associations between gestational age and GMD, and sleeping position and GMD. There was conflicting evidence for associations between twinning and GMD, and breastfeeding and GMD. No evidence was found for an association between maternal postpartum depression and GMD. Evidence for the association of other factors with GMD was classified as ‘limited’ because each of these factors was examined in only one longitudinal study. Conclusion Infant GMD appears associated with two child factors (birthweight and gestational age) and one environmental factor (sleeping position). For the other factors identified in this review, insufficient evidence for an association with GMD was found. For those factors that were examined in only one longitudinal study, and are therefore classified as having limited evidence, more research would be needed to reach a conclusion.
DOCUMENT
Onder scheikundedocenten, chemiedidactici en lerarenopleiders is consensus over de centrale rol die het micro/macro concept zou moeten spelen in een nieuw te ontwerpen scheikundeprogramma voor havo en vwo. Bovendien kan worden geconcludeerd dat naast aandacht voor de plaats van het heen-en-weer denken in het te ontwikkelen lesmateriaal ook de wijze waarop scheikundedocenten in hun lessen dienen om te gaan met dit begrip belangrijk geacht wordt. Om ons een beeld te kunnen vormen van de didactische aspecten van het heen-en-weer denken is het van belang beter zicht te krijgen op de inzichten van scheikundedocenten in het gebruik van micro- en macro-scheikunde.
DOCUMENT
In een tijd waarin de wereld geconfronteerd wordt met een toenemende bevolking en de daaruit voortvloeiende behoefte aan voedsel, staat het lectoraat Eiwittransitie voor een uiterst relevante uitdaging. De groeiende vraag naar eiwitten en de noodzaak om onze consumptiegewoonten in balans te krijgen met natuur en onze gezondheid vormen de kern van de missie van dit lectoraat.
DOCUMENT
Om de groeiende wereldbevolking van voedsel te voorzien en tegelijkertijd de landbouw te verduurzamen is een voedseltransitie nodig. Martina Sura levert daar een bijdrage aan. Op 5 oktober hield ze in Leeuwarden haar inaugurele rede als lector Eiwittransitie. Het lectoraat richt zich onder meer op de inzet van micro-organismen voor de eiwittransitie met als uiteindelijk doel een gezonderemens en een duurzamere wereld.
DOCUMENT
In dit artikel worden ontwikkelingen rond pesten in het Nederlandse onderwijs beschreven. Vanuit een systemisch perspectief op pesten, worden pesten en sociale veiligheid gedefinieerd. Het model Pesten op een continuüm tussen leren leven en overleven met kwetsbaarheid als gegeven, maakt duidelijk dat pesten en sociale veiligheid niet simpel elkaars tegenovergestelde zijn. Beide hebben kwetsbaarheid als bron. Die kwetsbaarheid vraagt om erkenning en beheer. Er wordt beschreven welke keuzes er in dat kader voor een school te maken zijn op micro-, meso- en macroniveau. In een conclusie wordt gesteld dat werken aan sociale veiligheid vooral werken aan vertrouwen is; een gezamenlijk leerproces waarin bijdragen mogelijk worden gemaakt van betrokkenen op verschillende niveaus. Sociale veiligheid is een van de mogelijke uitkomsten van parallelle processen die op ieder niveau geïnitieerd kunnen worden.
DOCUMENT
In het Expeditie-onderzoek is vanuit een systeemperspectief op micro-, meso- en macroniveau en in verschillende sectoren van het onderwijsveld gekeken naar of en hoe adaptief vermogen zich bij onderwijsprofessionals manifesteert. In het eindrapport presenteren we de bevindingen van het Expeditie-onderzoek in antwoord op de hoofdvraag: Op welke wijze is sprake van adaptief vermogen in het Nederlandse onderwijsveld in de wisselwerking tussen micro- (individu), meso- (organisatie) en macroniveau (opleiding en beleid) van leraarschap en wat zijn de belangrijkste kenmerken en verklarende en transfereerbare mechanismen van dit adaptief vermogen? Om die vraag te beantwoorden, hebben we gekeken naar manifestaties van adaptief vermogen in het systeem leraarschap, de beleving van onderwijsprofessionals bij veranderingen en factoren en mechanismen die daarbij een rol spelen. In het Expeditie-onderzoek ontdekten we dat twee kenmerken (naast andere kenmerken) die van invloed lijken te zijn op adaptief vermogen – systeem- en toekomstbewustzijn – waarover in de literatuur minder bekend is. In het eindrapport beschrijven we hoe systeem- en toekomstbewustzijn zich manifesteren in het systeem in de context van verandering. In de uitvoering van het onderzoek is gewerkt vanuit een specifieke benadering van sociaal-wetenschappelijk onderzoek genaamd kristallisatie. Kristallisatie omvat het gebruik van diverse onderzoeksmethoden, van wetenschappelijke methoden en technieken tot het inzetten van creatieve werkvormen) om een veelzijdig begrip van complexe vraagstukken te ontwikkelen. In de Expeditie hebben we kristallisatie vertaald naar zeven bouwstenen: literatuurstudie, praktijkvalidatie, TeacherTapp, veldstudie, kunst dialoog methoden, interventiestudie en vignettenstudie. De resultaten van uit de bouwstenen van het Expeditie-onderzoek zijn samengebracht in een model van adaptief vermogen voor het navigeren naar toekomstbestendig leraarschap. Implicaties voor wetenschap en praktijk zijn opgenomen in het rapport.
MULTIFILE
Afsluiting Tot slot geef ik u een korte samenvatting van mijn openbare les. Ik ben de les begonnen met een verwijzing naar het rapport Micro Systems Technlogy, exploring opportunities van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek. Ik heb laten zien dat er inmiddels grote markten zijn ontstaan waarin microsysteemtechnologie een essentiële rol speelt. Ik heb verteld over de wereld van de microsystemen en hoe die in onze dagelijkse omgeving een steeds belangrijker rol gaan spelen. Over microsystemen die steeds kleiner worden, zelfs de grootte van zandkorrels zullen hebben. Ik heb geprobeerd aan te geven dat er mogelijk dramatische veranderingen in onze leefomgeving en in onze levensstijl kunnen gaan optreden. Kleine zaken, grote gevolgen. Tot slot heb ik u mijn plannen ontvouwd voor een tweetal concrete projecten. Hiermee wil ik proberen te helpen met het toepassen van MST-technologie bij bedrijven en in de medische wereld. Door het onderwijs aan concrete projecten te koppelen, wil ik het onderwerp MST aantrekkelijk maken voor de studenten. Studenten die kiezen voor een vak met toekomst. Die toekomst begint nu.
DOCUMENT