Families in the Netherlands consisting of individuals falling into a variety of racialized migrant categories, are often the focus of governmental scrutiny and scientific curiosity. These ‘migrant families’ are constructed in a variety of ways, all which make it possible to center them as the object of interventions aiming to address their assumed cultural distance and their ‘traditional’ way of life, often within the discourse of ‘integration’ and within government mandated civic integration programmes. The paradox arises when these migrant families, problematized in their traditionality, their ‘unmodernity’, are seen as a threat to the Dutch ‘modern’ families and what are seen as their own national Dutch ‘traditions’. Embracing ‘tradition’ is therefore simultaneously seen as a sign of a lack of progress when attributed to migrant families, while also seen as something which must be protected, as an inherent characteristic of national identity of the modern Dutch nation state. This paper aims to explore this paradox and the constructions of the modern and unmodern family by focusing on the everyday doing of these families, and how they are studied and described in a variety of knowledge production reports. The everyday, and the description and governance of it, is a site which contributes to the (re)production of the logics of modernity, yet it is often ignored or left unseen, perhaps because of its assumed mundanity. What hierarchical descriptions exist in these reports between migrant and Dutch families on how daily family life is organized, enacted in parent child interactions, in gender roles, in community involvement, in celebratory traditions, and in work/leisure activities? How do these everyday activities, act as signifiers of the extent to which the doing of modern values (such as equality, solidarity, participation, and freedom) are enacted in everyday life in migrant vs Dutch families. Understanding these constructions, and the role that scientific research publications play in (re)producing them, will be explored to better understand how the normalization of these logics set the stage for the further scrutiny and discipline of these migranticized families.
MULTIFILE
Posterpresentatie in het kader van het Congres jeugd in onderzoek / Tool Jeugdhulp systeem uitleggen / Opgroeien en opvoeden vragen om een huis met een stevig fundament / Jeugdhulp helpt jeugdigen en ouders dat fundament te versterken
In this article we look at the various paths taken by transnational and domestic entrepreneurs based on their education and work experience. These act as catalysts for skills that allow migrant entrepreneurs to better position themselves in different markets. Differences in migrant entrepreneurs allow us to better understand the strategies employed and the consequences for society and the economy at both domestic and transnational levels. Earlier research has extensively analysed individual characteristics of migrant entrepreneurs and, to a much lesser extent, the geographical nature of their business activities.This article addresses this gap by looking at the geographical orientation of migrant entrepreneurs’ businesses. The research question is as follows: In what ways are transnational or domestic activities of Moroccan migrant entrepreneurs in the Netherlands and Italy influenced by skills acquired in earlier experiences? We provide empirical evidence on the different paths leading to domestic and transnational activities using a micro-level perspective of the experiences collected in the narratives of first-generation Moroccan migrant entrepreneurs who have migrated to Milan or Amsterdam (N=70).Four different paths combining these two life experiences emerged from the interviews: #1 Job-based, #2 Education-driven, #3 Job-education merger, and #4 By chance (neither education nor work experience). The most relevant paths for migrant entrepreneurs seem to be the first (#1) and third (#3) paths. Furthermore, our findings show that transnationally oriented entrepreneurs have an extended business-oriented education and rely on skills learned, in contrast to domestically oriented entrepreneurs who become entrepreneurs ‘by chance’.
Leerkrachten in Friese basisscholen zoeken naar goede strategieën om meertaligheid te erkennen en effectief in te zetten. Waar het onderwijs tot nu toe twee- en drietalig was (Fries, Nederlands en Engels), hebben leerkrachten nu in toenemende mate te maken met anderstalige migrantenleerlingen. Leerkrachten willen met deze strategieën antwoorden vinden op twee problemen. Ten eerste ervaren ze problemen in de omgang met migrantentalen: ze geven aan dat ze migrantentalen niet willen negeren, maar waarderen en gebruiken vinden ze moeilijk. Ten tweede willen leerkrachten de kwaliteit van het twee- of drietalige basisonderwijs waarin sprake is van taalscheiding, verbeteren. Er wordt per dag of in het Fries, of in het Nederlands of in het Engels onderwezen en geleerd. Men verwacht dat het verbinden van talen hogere resultaten opbrengt. Dit wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Vierentwintig leerkrachten op twaalf basisscholen willen een innovatieve aanpak voor meertalig onderwijs ontwikkelen, die zowel een kader biedt voor de waardering en het gebruik van migrantentalen, als voor een samenhangend gebruik van het Nederlands, het Fries en het Engels in de scholen. Dat geheel vormt de basis van het project Meer kansen Met Meertaligheid (3M). Wetenschappelijk onderzoek levert gevalideerde benaderingen op die moeten worden uitgebreid, gecombineerd en toegesneden op de eigen schoolsituatie om voor de leerkrachten van nut te kunnen zijn. Het 3M-project richt zich op het samen ontwikkelen (d.m.v. ontwikkelingsonderzoek), uitproberen en evalueren van een nieuwe aanpak en nieuwe didactische tools voor meertalig onderwijs (d.m.v. interventieonderzoek). Alle ontwikkelde tools worden in een digitale 3M-Toolbox ondergebracht, die beschikbaar gesteld zal worden aan alle scholen. In de derde plaats vindt een flankerend effect-onderzoek naar (taal)attitudes plaats. In dit project beoogt het consortium een innovatieve kwaliteitsimpuls aan het meertalig basisonderwijs te geven, niet alleen in Fryslân, maar in heel Nederland.
Anne4Care is een virtuele assistent ontwikkeld door Virtual Assistant BV. Zij biedt ondersteuning aan mensen met cognitieve problemen bij het behouden van dagstructuur, het onderhouden van sociale contacten en uitvoeren van betekenisvolle dagactiviteiten. De instructiematerialen zijn in de Nederlandse taal beschikbaar en gericht op gebruikers met een Nederlandse achtergrond. Anne4Care wordt op dit moment geïmplementeerd bij een dagbesteding van IMEAN Care in Almelo voor migrantenouderen. IT-professionals van Anne4Care en de zorgprofessionals van de dagbesteding van IMEAN hebben behoefte aan instructiematerialen en leermethoden die aansluiten op de behoeften van de groep migrantenouderen. Met als doel de introductie, acceptatie en het gebruik van Anne4Care zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Dit zal resulteren in een betere ondersteuning van migrantenouderen en daarmee sociale inclusie en zinvolle dagbesteding bevorderen. Het consortium bestaat uit mbk-partners IMEAN Care (praktijk) en Virtual Assistant BV (technologieontwikkelaar) en de lectoraten Technology, Health & Care en Verpleegkunde van hogeschool Saxion. Samen met eindgebruikers (migrantenouderenouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals) worden instructiematerialen en leermethoden ontwikkeld voor het gebruik van Anne4Care. Op basis van (1) observationeel en (2) literatuuronderzoek wordt een programma van eisen opgesteld. Vervolgens worden in co-creatie met eindgebruikers de instructiematerialen en leermethoden ontwikkeld en geëvalueerd. Tot slot zal virtuele assistent Anne4Care zelf een rol krijgen als instructrice waarbij een onboarding faciliteit wordt gecreëerd. De resultaten van dit project zijn: - Programma van eisen waaraan de instructiematerialen en leermethoden aan moeten voldoen - Instructiematerialen en leermethoden passend bij de wensen en behoeften van migrantenouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals - Onboarding faciliteit op de tablet: Anne4Care als ‘instructrice’ in eigen (Turkse) taal - Inzicht in het gebruik en het gemak van Anne4Care en de instructiematerialen - Inzicht in de invloed van de instructiematerialen en leermethoden op het gebruik van Anne4Care.
Motivatie Het versterken van de samenwerking tussen relevante lectoraten door het ontwikkelen van een multidisciplinaire onderzoeksagenda op het terrein van Arbeid in de brede zin van het woord. Hierdoor kan de thematiek rondom toegang tot en behoud van arbeid vanuit meerdere kanten worden aangevlogen én kan focus en massa worden gecreëerd voor onderzoeksprogrammering en –funding. Daardoor kunnen we als lectoraten een belangrijke rol te spelen bij vraagstukken die betrekking hebben op het duurzaam (weer) aan het werk gaan én duurzaam aan het werk blijven. Achtergrond Om als individu zelfstandig en volwaardig te kunnen deelnemen aan onze participatiemaatschappij, is het hebben van werk cruciaal. Werk is echter voor mensen met minder of onvoldoende arbeids-, persoonlijk-, sociaal-, en cultureel kapitaal en/of toegang tot hulpbronnen steeds minder vanzelfsprekend. Naast traditioneel kwetsbare groepen – zoals laagopgeleiden, mensen met een chronische aandoening en migranten - zijn er nieuwe categorieën, waaronder veel middelbaar en hoog opgeleiden, voor wie het lastig is/wordt structureel betaald werk te vinden. De oorzaak ligt voornamelijk bij de toenemende digitalisering en robotisering in combinatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook werk op academisch niveau, dat gebaseerd is op regels, bijvoorbeeld accountancy en rechtspraak, zal steeds vaker (deels) geautomatiseerd kunnen worden (Est et al. 2015, Went et al. 2015). Anderzijds zijn er sectoren, zoals techniek en ICT, die een steeds grotere behoefte hebben aan hoogopgeleid personeel en waar het lastig is om voldoende gekwalificeerde mensen te krijgen. Tot slot zien we in alle sectoren een toename van stress- en burn-out klachten, die deels gerelateerd zijn aan traditionele, functioneel ingerichte organisaties. Het bovenstaande biedt geen rooskleurig beeld voor grote groepen in de samenleving en vanuit een breed Platform Arbeid willen we de thema’s op het terrein van arbeid vanuit meerdere perspectieven benaderen en in samenhang beschouwen.