Interprofessional collaboration and practice (IPCP) is considered the cornerstone for effective service delivery for children with speech language and communication needs (SLCN). Following Stutsky and Spence Laschinger’s framework, we investigated IPCP-related differences between Dutch and Norwegian professionals in a cross-national comparative survey study. The personal relational skills of communication, trust and situational factor support structures were related to interprofessional collaboration in both countries. Trust was a stronger predictor for the Dutch sample than the Norwegian sample. A moderated moderation analysis revealed that the relationship between IPCP and perceived team effectiveness is moderated by trust for the Dutch professionals but not for their Norwegian colleagues. Trust may play a vital role for interprofessional teams in the Dutch context because service delivery is mainly characterised by the pull-out intervention of specialised professionals. In the integrated early intervention context of Norway, emphasis on professional communication skills seems a fruitful strategy to enhance the effectiveness of teams. Early intervention service delivery may be strengthened by structural facilitation and building networks to develop trust across professionals and organisations, which supports the development of professional competence relevant to IPCP in early intervention service delivery.
Deliberate practice, an iterative process that leads to expertise, is found to be positively associated with superior performance in domains such as sports, education, and entrepreneurship. At the same time, deliberate practice is also seen as being less than enjoyable and difficult to pursue consistently. As such, passion is considered to be a vital motivator of engagement in and maintenance of deliberate practice. Despite the evident importance of passion, the relationship between passion and deliberate practice in entrepreneurship has not been subject to sufficient empirical evaluation. Therefore, in this study, we consider the way in which passion moderates the relationship between deliberate practice and venture performance. We hypothesize that deliberate practice is positively related to venture performance and that passion positively moderates this relationship. We find support for our first hypothesis, in line with previous studies. However, contrary to our second hypothesis, we find that entrepreneurial passion negatively moderates the deliberate practice-venture performance relationship. In response to this finding, we provide possible explanations as to why this negative moderation effect was observed by drawing on Kolb’s experiential learning cycle.
This week, JMIR (Journal of Medical Internet Research) Cardio published our paper ‘Moderation of the Stressor-Strain Process in Interns by Heart Rate Variability Measured With a Wearable and Smartphone App: Within-Subject Design Using Continuous Monitoring‘. In this blogpost, I’ll attempt to break down the paper’s key findings in relatively lay language.
LINK
Moderatie van lezersreacties onder nieuwsartikelen is erg arbeidsintensief. Met behulp van kunstmatige intelligentie wordt moderatie mogelijk tegen een redelijke prijs. Aangezien elke toepassing van kunstmatige intelligentie eerlijk en transparant moet zijn, is het belangrijk om te onderzoeken hoe media hieraan kunnen voldoen.
Moderatie van lezersreacties onder nieuwsartikelen is erg arbeidsintensief. Met behulp van kunstmatige intelligentie wordt moderatie mogelijk tegen een redelijke prijs. Aangezien elke toepassing van kunstmatige intelligentie eerlijk en transparant moet zijn, is het belangrijk om te onderzoeken hoe media hieraan kunnen voldoen.Doel Dit promotieproject zal zich richten op de rechtvaardigheid, accountability en transparantie van algoritmische systemen voor het modereren van lezersreacties. Het biedt een theoretisch kader en bruikbare matregelen die nieuwsorganisaties zullen ondersteunen in het naleven van recente beleidsvorming voor een waardegedreven implementatie van AI. Nu steeds meer nieuwsmedia AI gaan gebruiken, moeten ze rechtvaardigheid, accountability en transparantie in hun gebruik van algoritmen meenemen in hun werkwijzen. Resultaten Hoewel moderatie met AI zeer aantrekkelijk is vanuit economisch oogpunt, moeten nieuwsmedia weten hoe ze onnauwkeurigheid en bias kunnen verminderen (fairness), de werking van hun AI bekendmaken (accountability) en de gebruikers laten begrijpen hoe beslissingen via AI worden genomen (transparancy). Dit proefschrift bevordert de kennis over deze onderwerpen. Looptijd 01 februari 2022 - 01 februari 2025 Aanpak De centrale onderzoeksvraag van dit promotieonderzoek is: Hoe kunnen en moeten nieuwsmedia rechtvaardigheid, accountability en transparantie in hun gebruik van algoritmes voor commentmoderatie? Om deze vraag te beantwoorden is het onderzoek opgesplitst in vier deelvragen. Hoe gebruiken nieuwsmedia algoritmes voor het modereren van reacties? Wat kunnen nieuwsmedia doen om onnauwkeurigheid en bias bij het modereren via AI van reacties te verminderen? Wat moeten nieuwsmedia bekendmaken over hun gebruik van moderatie via AI? Wat maakt uitleg van moderatie via AI begrijpelijk voor gebruikers van verschillende niveaus van digitale competentie?
Binnen dit Europees project zal met samenwerkingspartners uit Nederland, België en Slowakije samengewerkt worden aan een systeem voor het detecteren van online hate speech in de verschillende Europese talen. Het project richt zich op het ontwikkelen en opzetten van een monitor van online hatespeech en desinformatie: de European Observatory of Online Hate . De inzichten worden verwerkt in informatie dashboards, rapportages en bijeenkomsten voor relevante stakeholders op het gebied van beleidzaken, veiligheid en sociaal werk.Doel Met dit project wordt een Europees onderzoekscentrum naar onlinehaatspraak en desinformatie opgezet: European Observatory of Online Hate (EOOH). De opgedane inzichten moeten experts helpen om onder andere online radicalisering vroegtijdig te detecteren in de 24 landstalen van de Europese Unie. Bij dit project wordt een netwerk aan experts opgebouwd om de observaties om te zette naar inzichten en concreet beleid. Resultaten Dit project richt zich op de volgende doelen: Inzicht in online verspreiding hate speech en desinformatie Versterken samenwerking en kennisuitwisseling met stakeholders in de praktijk in de publieke en private sector. Bewustwordingscampagnes i.h.b. gericht op jongeren ResultatenHet project heeft al geleid tot verschillende resultaten waaronder de volgende blogs: Facebook revelations and the fundamental problems of platform monopolies Moderation after the deed always comes too late Meer resultaten waaronder andere blogs en nieuwsbrieven zijn te vinden op: eooh.eu Looptijd 01 januari 2021 - 01 juli 2023 Aanpak Ontwikkelen van Explainabale AI technologie voor online hate speech detectie en monitoring en een lexicon in 24 EU talen. Bij de European Observatory of Online Hate (EOOH) worden meer dan 50 experts en organisaties betrokken, van AI onderzoekers, sociaal werk deskundigen, Europese politiediensten, mensenrechtenorganisaties tot beleidsmakers. Doorwerking van het onderzoek Inzichten in verspreiding en adequate counter narratieven en interventies voor online social werk onderwijs. Inzichten voor de beroepspraktijk voor AI onderzoek, sociaal werk deskundigen, Europese politiediensten, mensenrechtenorganisaties en beleidsmakers.