Background: Given the demands posed by excessive practice quantities in modern dance, physical and mental health can be compromised. Therefore, there is a need to consider how quality of practice may be improved and possibly even reduce training times. Sports literature has shown that instructions and feedback given by coaches can have an effect on the quality of training and influence self-regulation and the performance of athletes. However, currently little is known about the use of instructions and feedback by dance teachers. The aim of the current study was, therefore, to examine the type of instructions and feedback given by dance teachers during various dance classes. Methods: A total of six dance teachers participated in this study. Video and audio recordings were made of six dance classes and two rehearsals at a contemporary dance university. The dance teacher’s coaching behavior was analyzed using the modified Coach Analysis and Intervention System (CAIS). Additionally, feedback and instructions were also examined in terms of their corresponding focus of attention. Absolute numbers, as well as times per minute (TPM) rates were calculated for each behavior before, during, and after an exercise. Absolute numbers were also used to calculate ratios of positive-negative feedback and open-closed questions. Results: Most feedback comments were given after an exercise (472 out of 986 total observed behaviors). Improvisation had the highest positive-negative feedback ratio (29) and open-closed questions ratio (1.56). Out of the focus of attention comments, internal focus of attention comments were used most frequently (572 out of 900). Discussion/conclusion: The results make clear that there is a large variability in instructions and feedback over teachers and classes. Overall, there is room for improvement toward a higher positive-negative feedback ratio, a higher open-closed question ratio and producing more comments eliciting an external focus of attention.
DOCUMENT
Een van de grootste uitdagingen voor de meeste hedendaagse Europese samenlevingen is de toenemende vergrijzing. Ondanks het feit dat 65-plussers over minder dan dertig jaar bijna een kwart van de bevolking zullen uitmaken, legt onze moderne maatschappij steeds meer nadruk op jeugdigheid en worden ouderen eerder uitgesloten dan verwelkomd. In de dans - een kunstvorm die overwegend met jonge lichamen werkt – had Act Your Age tot doel dit te veranderen. Act Your Age was een Europees project van twee jaar, waarbij het oudere lichaam centraal stond, geïnitieerd door partners Dance House Lemesos (Cyprus), Opera Estate Festival (Italië) en festival de Nederlandse Dansdagen. In Act Your Age stonden de menselijke vragen, verlangens en angsten in relatie tot ouder worden centraal. Twaalf choreografen gaven in 2012 en 2013 ouderen letterlijk en figuurlijk een podium. Het project bestond uit artistiek onderzoek, workshops, en expert- en community bijeenkomsten en creëerde een uitwisseling tussen Europese ouderen, jonge dansmakers, professionals uit de zorg en wetenschap en een breed publiek. Door de oudere performer daarbij een prominente plek te geven droeg Act Your Age op een constructieve, maar ook vernieuwende manier bij aan de discussie over de toenemende vergrijzing van de maatschappij en de beeldvorming rondom het oudere lichaam. Het eerste jaar (mei 2012-mei 2013) richtte zich op workshops en onderzoek en het tweede jaar op het presenteren van de uitkomsten. Tussentijds werd de voortgang van Act Your Age gepresenteerd aan het publiek rondom vindt festivals van de partners.
LINK
In: Frank Gadinger, Martina Kopf, Ayşem Mert, and Christopher Smith (eds.). Political Storytelling: From Fact to Fiction (Global Dialogues 12) This essay presents a summary of important perspectives concerning the distinction between what counts as truth or fiction. As a source of inspiration, it starts with two examples found in literature – the first a classical Spanish novel and the second a collection of stories written by the leader of a social movement in Mexico. These two examples of the conflictive relations between truth and fiction, authenticity and imagination serve as a source of inspiration for the rest of this article, which shows that this issue has been a subject of intense debate in philosophy and in the philosophy of science and still presents a challenge in the 21st century. The essay states that absolute, objective truth is a myth. It describes that what counts as ‘truth’ in a particular era, is, among other things, the result of power relations. It suggests productive ways to deal with this problem in modern society, through deliberative, emancipatory processes of reflexivity (Weick 1999), participatory research and dialogue, facilitating innovation and generation of new solutions.
LINK
Ballet en moderne dans zijn een vorm van topsport. De druk op dansers is enorm. Lange en intensieve werkdagen, veel reizen en verschillende werkplekken maken het lastig om lichaam en geest goed te verzorgen. Hierdoor liggen blessures en mentale klachten op de loer. Nederlandse dansgezelschappen willen meer aandacht gaan besteden aan preventieve maatregelen om fysieke en mentale problemen bij hun dansers te voorkomen. Het ontbreekt hen echter aan kennis en kunde om dit innovatieve vraagstuk op te kunnen pakken. Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet hebben het lectoraat Performing Arts Medicine van Codarts (Hogeschool voor de Kunsten Rotterdam) benaderd om antwoord te krijgen op de vraag hoe dansers op de hoogste podia, op gezonde wijze, hun beste performance kunnen laten zien. Gezamenlijk is deze praktijkvraag omgevormd naar drie onderzoeksdoelstellingen: 1. Opstellen van meetinstrumenten om de fysieke en mentale gezondheid van dansers te screenen en te monitoren; 2. Ontwerpen van een web-based systeem dat automatisch en real-time informatie uit de ontwikkelde meetinstrumenten kan inlezen, analyseren en interpreteren; 3. Ontwikkelen van een Fit to Perform protocol dat aanbevelingen geeft ten aanzien van het verbeteren van de fysieke en mentale gesteldheid van de danser. Het consortium bestaat uit de volgende organisaties: - Praktijkgerichte onderzoeksinstellingen: Codarts Rotterdam en Hogeschool van Amsterdam; - Universiteiten: ErasmusMC, Technische Universiteit Eindhoven en Vrije Universiteit Amsterdam; - Praktijkinstellingen: Het Nationale Ballet en het Scapino Ballet; - Overige instellingen: het Nederlands Paramedisch Instituut (NPi) en het Nationale Centrum Performing Arts (NCPA). Bij de samenstelling van het consortium is gekozen voor een goede mix tussen praktijkorganisaties, onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen. Daarnaast is er sprake van cross-sectorale samenwerking doordat kennis vanuit de podiumkunsten, sport, gezondheidszorg, onderwijs en technologie met elkaar verbonden wordt.