© 2025 SURF
Toetsing van de kritiek van E. Levinas op het 'heidense denken' van Martin Heidegger
DOCUMENT
Over de keerzijde van de trotse moderne vrijheid: de onvastheid en onzekerheid van de mens, en de relatie daarvan tot de religie
DOCUMENT
U wordt meegenomen in de weerbarstige wereld van kinderen en jongeren, die opgroeien in onze moderne tijd. Ook wordt de maatschappelijke context geschetst, wat zijn we eigenlijk voor een samenleving? En in hoeverre en in welk opzicht is die anders dan die van voorgaande generaties? Deze rede gaat vooral ook over het opvoeden in de huidige tijd en over opvoeden in de toekomst, ook al weten we helemaal nog niet hoe die eruit zal zien. Wie denkt dat er pasklare antwoorden komen voor allerlei opvoedingsdilemma’s, komt bedrogen uit. In dit verhaal zullen juist veel vragen doorklinken. Vragen die het afgelopen jaar zijn opgehaald in het pedagogisch veld, bij ouders en bij professionele opvoeders, maar ook bij kinderen en jongeren. Af en toe worden uitstapjes gemaakt naar sociologische, psychologische en filosofische perspectieven op opgroeien en opvoeden en tevens wordt voortgebouwd op inzichten uit eigen studies naar talentontwikkeling van jongeren.
DOCUMENT
Tegenwoordig wordt het opnemen van kunstvakken in het curriculum van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs meer en meer gelegitimeerd op basis van de bijdrage van de kunstvakken aan creativiteitsontwikkeling. Dit paper stelt daar vragen bij. Het laat zien dat creativiteitsontwikkeling niet een vanzelfsprekend en universeel uitgangspunt is, maar functioneert als een tijdsgebonden ideologie; het laat zien dat de ideologie van de creativiteitsontwikkeling moeizaam toepasbaar is op het muziekonderwijs; en het stelt een alternatieve rechtvaardiging van het vak muziek in het onderwijs voor.
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT
De kernvraag van dit lectoraat is: hoe is governance effectief te organiseren in deze complexe netwerken? In dit essay wordt allereerst de veranderende wereld, de context waarin governance plaatsvindt, beschreven. Daarna zal worden ingegaan op de veranderende governance systemen zelf. Gevolgd door een beschrijving van wat in het optiek van dit lectoraat de centrale spelers in die nieuwe governance systemen zijn: beleidsmakers. Het essay sluit af met de contouren van een onderzoeksagenda voor dit lectoraat.
DOCUMENT
Sinds een jaar of acht zit ik regelmatig in het radioprogramma van Theodor Holman, tegenwoordig OBA live geheten. In die tijd heb ik een paar honderd keer meegedaan aan discussies over de actualiteit en iets minder vaak individueel commentaar geleverd op boeken, artikelen of gebeurtenissen. Dit laatste deed ik ook afgelopen week en wel naar aanleiding van het interview met Henk Hofland in Vrij Nederland. Het kon niet anders dan mijn aandacht trekken: de ouwe meester op het omslag, zijn treurig-wijze ogen en dan de titel: 'De oorlog is afgelopen'.
LINK