Voor u ligt het vierde boekje dat wij uitgeven naar aanleiding van de lezingenreeks ‘Kracht van Sport’. Het betreft de zesde maal dat we de reeks organiseren. De reeks startte in 2012 met het onderwerp; ‘Olympische Spelen in Nederland: Droom of Nachtmerrie?, in 2013 gevolgd door ‘Kracht van Sport’ (boekje), in 2014 ‘Kracht van Sport: over de grens’, in 2015 ‘Kracht van Sport: de verbinding’ (boekje), in 2016 ‘Kracht van Aangepaste Sport’ (boekje) en afgelopen voorjaar (2017) ‘Kracht van Sport in de Wijk'. Hoofdstukken, Kracht van Sport in de Wijk voor:- Mensen met een beperking- Kwetsbare jongeren- Migranten en vluchtelingen- Mensen met psychische problemen- Ouderen en senioren
Background. One of the stakeholders in tackling the rise and health consequences of overweight and obesity is the general practice physician (GP). GPs are in a good position to inform and give nutrition guidance to overweight patients. Objective. Assessment of working mechanism of determinants of the nutrition guidance practice: noticing patients’ overweight and guidance of treatment by GPs [linear analysis of structural relations (LISREL) path model] in a longitudinal study. Methods. This longitudinal study measured data in 1992, 1997 and 2007. The 1992 LISREL path model (Hiddink GJ, Hautvast J, vanWoerkumCMJ, Fieren CJ, vantHofMA. Nutrition guidance by primary-care physicians: LISREL analysis improves understanding. Prev Med 1997; 26: 29–36.) demonstrated that ‘noticing patients’ overweight and guidance of treatment’ was directly and indirectly influenced by predisposing factors, driving forces and perceived barriers. This article defines and discusses the path analysis of the 2007 data (compared with 1997). Results. This analysis shows both similarity and differences inworking mechanism of determinants of noticing patients’ overweight and guidance of treatment between 1997 and 2007. The backbone of themechanism with four predisposing factors is the similarity. The number of driving forces and of paths through intermediary factors to the dependent variable constitutes the difference. Conclusions. The backbone of the working mechanism of determinants of the nutrition guidance practice: noticing patients’ overweight and guidance of treatment by GPs was similar in 2007 and 1997. The influence of GPs task perception on noticing patients’ overweight and guidance of treatment considerably increased in 2007 compared to 1997. The longitudinal character of this article gives a strong practice-based evidence for weight management by GPs.
At the beginning of the twenty first century obesity entered Dutch maternity care as a ‘new illness’ challenging maternity care professionals in providing optimal care for women with higher BMI’s. International research revealed that obese women had more perinatal problems than normal weight women. However, the effect of higher BMIs on perinatal outcomes had never been studied in women eligible for midwife-led primary care at the outset of their pregnancy. In the context of the Dutch maternity care system, it was not clear if obesity should be treated as a high-risk situation always requiring obstetrician-led care or as a condition that may lead to problems that could be detected in a timely manner in midwife-led care using the usual risk assessment tools. With the increased attention on obesity in maternity care there was also increased interest in GWG. Regarding GWG in the Netherlands, the effect of insufficient or excessive GWG on perinatal outcomes had never been studied and there were no validated guidelines for GWG. A midwife’s care for the individual woman in the context of the Dutch maternity care system - characterised by ‘midwife-led care if possible, obstetrician-led care if needed’ - is hampered by the lack of national multidisciplinary consensus regarding obesity and weight gain. Obesity has not yet been included in the OIL and local protocols contain varying recommendations. To enable sound clinical decisions and to offer optimal individual care for pregnant women in the Netherlands more insights in weight and weight gain in relation to perinatal outcomes are required. With this thesis the author intends to contribute to the body of knowledge on weight and weight gain to enhance optimal midwife-led primary care for the individual woman and to guide midwives’ clinical decision-making.
Sinds de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor zowel het preventief jeugdbeleid (waaronder de jeugdgezondheidszorg) als de (gespecialiseerde) jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. In veel gemeenten is gekozen voor het werken met wijkteams om deze verantwoordelijjkheid vorm te geven. In Amsterdam zijn dit de zgn. Ouder- en Kindteams (OKT’s). In deze teams werken jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp samen. Als onderdeel van de preventieve taak kent de gemeente Amsterdam de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG). Deze aanpak kent verschillende onderdelen. Eén daarvan is de begeleiding van gezinnen met kinderen met morbide obesitas door de jeugdverpleegkundige vanuit de OKT’s. De jeugdverpleegkundige is daarbij de centrale zorgverlener (CZV) en coördineert de hulp rond het gezin en aan het kind. Dit is een nieuwe rol die nieuwe competenties van hen vergt. Niet langer draait de jeugdverpleegkundige een spreekuur voor ouders om de ontwikkeling van jonge kinderen te volgen. Als CZV werkt de jeugdverpleegkundige samen met andere disciplines rond het gezin, heeft een blijvende lerende attitute, heeft een flexibele houding en stelt het zelfmanagement van gezinnen centraal. Dit vergt nieuwe, 21st century competenties (Noorda, 2012). In de project werken de Gemeente Amsterdam (AAGG), de GGD Amsterdam, het Lectoraat Kwaliteit & Effectiviteit in de Zorg voor Jeugd, de opleiding Verpleegkunde en het uistroomprofiel jeugdzorgwerker (allen Hogeschool van Amsterdam) samen om de kerncompetenties voor de CZV in kaart te brengen en na te gaan hoe (toekomstige) jeugdverpleegkundigen het beste voorbereid kunnen worden op hun rol als CZV. Dit gebeurt aan de hand van focusgroepen met jeugdverpleegkundigen en interviews met 5 gezinnen en de bij hen betrokken hulpverleners. Producten zijn: lijst met kerncompetenties voor de CZV, factsheet met do’s en don’ts voor de CZV, een verslag, een artikel in een vakblad en lessen/een training voor de minor Kind (Verpleegkunde) en de uitstroomprofiel jeugdzorgwerker.