Background: Shared decision-making plays an important role in ensuring value-based healthcare in cardiac surgery. However, the personal situations of patients in cardiac care have not been widely explored, and thus, little is known about the decision-making experiences of patients and their relatives before surgery.Objective: To explore the perceptions of patients indicated for cardiac surgery and their relatives during the decision-making process, as well as their experiences of a conversation aimed at achieving shared decision-making in the treatment trajectory.Methods: The data were collected through semi-structured in-depth interviews with patients aged ≥70 years who were indicated for cardiac surgery and their relatives until theme saturation. Both inductive and deductive analysis were conducted based on the principles of reflexive thematic analysis.Results: Interviews with 16 patients and 10 relatives provided in-depth insights into the experiences of patients and their relatives in terms of a shared decision-making process prior to surgery. Overall, 15 subthemes were identified, and these were divided into three themes. In general, the patients' experiences and perceptions were influenced by their (1) general daily functioning. The relatives were more concerned about (2) social expectations and (3) existential uncertainty.Conclusions: Patients eligible for cardiac surgery and their families have unique experiences and perceptions during the process of shared decision-making. The subthemes emerging from this study, such as the overestimation of potential medical outcomes by patients and their relatives, who experience fear about the current health situation of their loved one, require careful attention from healthcare professionals during decision-making conversations.
DOCUMENT
Ondanks alle magere jaren presteren aandelen beter dan je zou verwachten toont deze analyse aan. Ze zijn nog steeds onmisbaar voor het opbouwen van een goed pensioen.
DOCUMENT
DOCUMENT
Hoofdstuk 4 van Nieuwsvoorziening in de regio Dit verslag gaat over onafhankelijke lokale nieuws-websites. Daarvan zijn er honderden in Nederland. Dat is dus zonder de websites van kranten, nieuwsbladen, huis-aan-huisbladen en lokale omroepen. Ook aggregatie-sites zijn buiten beschouwing gelaten. Als we die ook mee zouden tellen zouden we op duizenden sites komen. Geen probleem met de lokale nieuwsvoorziening zou je zeggen. Maar op aggregatiesites staat alleen maar nieuws dat eerst ergens anders geplaatst is terwijl sites van printmedia en omroepen vooral het verlengstuk van die media zijn. De echte vernieuwing zou dus moeten komen van die onafhankelijk initiatieven, de één-pitters die op hun zolderkamer de lokale politiek willen coveren, de betrokken burgers die de aandacht van de reguliere media te mager vinden, de ondernemers die een gat in de lokale markt zien. Over die groep – zo’n 125 initiatieven die ruim 300 websites exploiteren – gaat dit rapport: wie zijn ze, waar zitten ze, waarom zijn ze met hun site begonnen, hoe verdienen ze hun geld, hoe komen ze aan hun nieuws, waar schrijven ze over, hoeveel mensen werken er…
DOCUMENT
Bijlage 7: Statistische berekeningen bij hypothese 1 Statistische SPSS Berekeningen Hypothesen Inwonertal Bijlage 8: Statistische berekeningen bij hypothese 2 Statistische SPSS Berekeningen Hypothesen rol lokale media
DOCUMENT
Als we kijken naar de Nederlandse situatie, zien we: verschillen tussen regio’s (in het noorden meer media) en verschillen tussen grote en kleine gemeenten (hoe groter, hoe meer media). Ook is er een positief verband tussen het aantal traditionele nieuwsaanbieders in een gemeente en het aantal op zichzelf staande journalistieke online initiatieven. Deze verschijnen dus niet in een gebied waar een vacuüm van nieuws is, maar juist daar waar al veel nieuws beschikbaar is: nieuws trekt nieuws aan. Hier moet wel bij worden verteld dat het geen sterk verband is: regionale verschillen en omvang zijn belangrijker. Nog belangrijker is dat er grote verschillen tussen gemeenten zijn, die niet altijd te verklaren zijn door omvang, regio of aantal traditionele media. Lokale gemeenschappen hebben kennelijk ook hun eigen dynamiek die invloed heeft op het lokale medialandschap
DOCUMENT
Mensen willen meedoen en niet aan de kant blijven staan. Velen hebben best ideeën om mee te doen. Om die ideeën te verwezenlijken is naast kennis, informatie enruimte om te ondernemen ook geld nodig. Juist aan de onderkant van de samenleving wil men kunnen lenen, verzekeringen kunnen afsluiten, de mogelijkheid hebben om geld over te maken en om spaargeld weg te kunnen zetten. Tegen redelijke prijzen en graag vlakbij. Steeds meer mensen grijpen die kansen om mee te doen die door microfinancieringsinstellingen mogelijk gemaakt worden. Een netwerk van gespecialiseerde organisaties verstrekt heden ten dagen in veel landen allerlei diensten, variërend van microleningen (microkrediet), microverzekeringen, microsparen tot micropensioenen. Al die diensten worden op een andere manier aangeboden dan banken gewend waren te doen. Een nieuwe manier is ontstaan om met geld om te gaan en mensen met geld in aanraking te brengen. Een netwerk van nieuwe organisaties is tot ontwikkeling gekomen en dat stelsel is zichtbaar geworden. Die zichtbaarheid leidt ook tot vragen. Eerst werd alleen het succes van microkrediet en microfinanciering belicht, maar de kritiek volgde snel. Worden de juiste mensen wel bereikt? Waarom zijn de rentes zo hoog? Wie profiteert eigenlijk? Waarom worden private investeerders door de programma's aangetrokken? En waarom worden ideële organisaties verkocht aan privé-investeerders? Het succes van microkrediet kreeg de aandacht die zij verdiende. Microfinanciering komt nu onder kritiek. En er wordt nu over financial inclusion gesproken. Om mee te praten en een mening te vormen, moet men wel weten wat microkrediet of microfinanciering nu eigenlijk inhoudt. Wat wordt eronder verstaan? Waar heeft men het over? Dit boek is een vervolg op "Microfinanciering dat kennen...". Het maakt 'de wereld van microfinanciering' toegankelijk en kan tot verrassende inzichten leiden. Het is bedoeld voor iedereen die mee wil praten over microkrediet, microfinanciering en financial inclusion. En voor iedereen die bereid is vragen te stellen en naar antwoorden op zoek te gaan. Wij behandelen in dit boek onderwerpen die vaak aan de orde komen in het debat, maar geven geen pasklare antwoorden. Wij hopen dat het boek uitdaagt om actief naar antwoorden op zoek te gaan. En dat de gebruiker antwoorden vindt die tot een nog effectievere inzet van microfinanciering leiden. De mensen die van microfinanciering gebruik maken en zo mee kunnen doen in de samenleving hebben daar recht op.
DOCUMENT
Deze rapportage beperkt zich tot de vraag wat de actuele stand van zaken is op het vlak van de kwantiteit van het lokale nieuwsaanbod. In een volgende fase zal door middel van een inhoudsanalyse gekeken worden naar meer kwalitatieve aspecten van het aanbod, in het bijzonder de aanwezigheid van lokaal bestuurlijk nieuws binnen de in een gemeente aangetroffen lokale nieuwsmedia. Door middel van een inhoudsanalyse kan worden vastgesteld of en in welke mate er daadwerkelijk over onderwerpen met lokaal bestuurlijke relevantie wordt bericht. Hierbij worden aanbod en inhoud (aantal artikelen) vastgesteld in drie betrokken gemeenten in de regio’s waar de pilots van start zullen gaan, alsmede in een nader te bepalen aantal overige gemeenten. Ook roept het aanbodsonderzoek nog verschillende vragen op, zoals wat zit er achter die 1 à 2 nieuws- en selectiesite (hoe gaan zij te werk en hoe vullen zijn het totale aanbod aan), wat doen aggregatie-sites nu precies en gebeurt er in nieuws- en huis-aan-huisbladen en op de omroepsites? Ook deze vragen zullen bij toekomstig, meer inhoudelijk gericht onderzoek worden betrokken.
DOCUMENT
Op welke wijze kan het lectoraat FAI zijn onderzoeksterrein positioneren in genoemd referentiekader en bijdragen aan het versterken van het businessmodeldenken? Om dit te schetsen wordt in het volgende hoofdstuk verder ingezoomd op de relatie tussen businessinnovatie en het belang van onderzoek aan de hand van een doorkijk naar de nieuwe rol van de accountant in de veranderende wereld. Hoewel het door het lectoraat uitgevoerde onderzoek zich niet uitsluitend richt op de beroepsgroepaccountants, is voor deze openbare les bewust gekozen om de veranderende wereld van één beroepsgroep eruit te lichten in plaats van een generiek verhaal neer te zetten. Ik heb gekozen voor de beroepsgroep accountants omdat ik zelf onderdeel van deze professie ben, al geruime tijd werkzaam ben in deze branche en onlangs ben gepromoveerd in deze discipline. Diverse rapporten en documenten geven aan dat de professionals de noodzaak tot innovatie van het vak onderkennen. Is mijn verhaal ook voor ‘niet-accountants’ interessant?Jazeker, de veranderingen waar accountants voor staan doen zich namelijk in vergelijkbare vormen ook voor in aangrenzende beroepen (zoals controllers) en bij andere zakelijke dienstverleners (bijvoorbeeld notarissen, assurantietussenpersonen). Zorgprofessionals (zoals fysiotherapeuten en apothekers) zullen mogelijk parallellen zien wat betreft de invloed van ICT op bestaande processen (procesoptimalisatie, e-health) en de invloed van regulering in de branche op hun businessmodellen. Ten slotte wordt, voor diegenen die nog relatief onbekend zijn met lectoren en lectoraten, in hoofdstuk 3 kort de rol en plaats van het lectoraat in de kennisinfrastructuur in Nederland toegelicht.
DOCUMENT