In het middelbaar beroepsonderwijs worden hybride leeromgevingen, waarin de contexten van school en werk worden geïntegreerd, gezien als een veelbelovende manier om onderwijs en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Er is weinig bekend over het duurzaam ontwerpen van deze integratieve leeromgevingen binnen een mbo-instelling als geheel, waarbij het gaat om leeromgevingen van verschillende sectoren. In deze meervoudige, tweejarige case study zijn 45 integratieve leeromgevingen op de grens van school en werk, verspreid over zes sectoren binnen één onderwijsinstelling in kaart gebracht. Deze leeromgevingen zijn in focusgroepen geanalyseerd op 1) waar zij zich bevinden op de dimensie school-werk, 2) de ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal, temporeel, instrumenteel en ruimtelijk, en 3) bevorderende en belemmerende factoren bij het ontwerpen en uitvoeren van integratieve leeromgevingen. Dit onderzoek geeft inzicht in hoe deze leeromgevingen zijn ontworpen en welke factoren daarbij van belang zijn. Integratief samenwerken met het werkveld blijkt in alle sectoren mogelijk. De ontwerpkenmerken inhoudelijk, sociaal en ruimtelijk worden vaker als integratief ervaren dan het ontwerpkenmerk temporeel. Vanuit het temporele perspectief blijken vooral kaders van school leidend en komen daarmee naar voren als een belangrijke factor in het succesvol opschalen en verduurzamen van leeromgevingen.
MULTIFILE
We are currently in a transition moving from a linear economy grounded on economic value maximization based on material transformation to a circular economy. Core of this transition is organising value preservation from various yet interlinked perspectives. The underlying fundamental shift is to move away from mere financial value maximization towards multiple value creation (WCED, 1987; Jonker, 2014; Raworth, 2017). This implies moving from mere economic value creation, to simultaneously and in a balanced way creating ecological and social value. A parallel development supporting this transition can be observed in accounting & control. Elkington (1994) introduced the triple bottom line (TBL) concept, referring to the economic, ecological and social impact of companies. The TBL should be seen more as a conceptual way of thinking, rather than a practical innovative accounting tool to monitor and control sustainable value (Rambaud & Richard, 2015). However, it has inspired accounting & control practitioners to develop accounting tools that not only aim at economic value (‘single capital’ accounting) but also at multiple forms of capital (‘multi capital’ accounting or integrated reporting). This has led to a variety of integrated reporting platforms such as Global Reporting Initiative (GRI), International Integrated Reporting Framework (IIRC), Dow Jones Sustainable Indexes (DJSI), True Costing, Reporting 3.0, etc. These integrated reporting platforms and corresponding accounting concepts, can be seen as a fundament for management control systems focussing on multiple value creation. This leads to the following research question: How are management control systems designed in practice to drive multiple value creation?
MULTIFILE
Climate change adaptation has influenced river management through an anticipatory governance paradigm. As such, futures and the power of knowing the future has become increasingly influential in water management. Yet, multiple future imaginaries co-exist, where some are more dominant that others. In this PhD research, I focus on deconstructing the future making process in climate change adaptation by asking ‘What river imaginaries exist and what future imaginaries dominate climate change adaptation in riverine infrastructure projects of the Meuse and Magdalena river?’. I firstly explore existing river imaginaries in a case study of the river Meuse. Secondly, I explore imaginaries as materialised in numerical models for the Meuse and Magdalena river. Thirdly, I explore the integration and negotiation of imaginaries in participatory modelling practices in the Magdalena river. Fourthly, I explore contesting and alternative imaginaries and look at how these are mobilised in climate change adaptation for the Magdalena and Meuse river. Multiple concepts stemming from Science and Technology Studies and Political Ecology will guide me to theorise the case study findings. Finally, I reflect on my own positionality in action-research which will be an iterative process of learning and unlearning while navigating between the natural and social sciences.
Wat zorgt dat product data circuleert, zodat de circulaire prestaties van een waardeketen verbetert? Afspraken over omgang met data tussen organisaties biedt een mogelijke oplossing. Dit project onderzoekt de effectiviteit van deze afspraken op de circulaire prestaties van een waardeketen.Doel Het doel van dit project is om het delen van product data gedurende de productlevenscyclus te verbeteren door het inrichten data governance tussen organisaties waardoor de circulaire prestatie van een waardeketen wordt verbeterd. Resultaten Data governance raamwerk voor waardeketens welke de uitwisseling van product data stimuleert. Bewustzijn binnen organisaties over het belang van het delen van product data om de circulaire prestaties te verbeteren. Looptijd 01 september 2022 - 31 augustus 2026 Aanpak Het project bestaat uit drie deelstudies: Multiple case study – Relatie delen product data en circulariteit Multiple case study – Invloed data governance op delen product data Survey – Valideren resultaten deelstudie 1 en 2
Wat zorgt dat product data circuleert, zodat de circulaire prestaties van een waardeketen verbetert? Afspraken over omgang met data tussen organisaties biedt een mogelijke oplossing. Dit project onderzoekt de effectiviteit van deze afspraken op de circulaire prestaties van een waardeketen.