Article (Dutch) in Kunstzone, 14/4 (2015), pp. 52-53, on idiocultural music education.
In de zoektocht naar relevant muziekonderwijs vanuit het theoretisch concept idiocultureel muziekonderwijs, van Evert Bisschop Boele, is de eigenzinnige lespraktijk van muziekdocent Johan ’t Hart drie maanden intensief gevolgd om tot een gedetailleerde beschrijving van zijn manier van werken te komen. De onderzoeksvraag die centraal stond is: ‘In welke mate schept Johan ’t Hart in zijn muzieklessen een leersituatie (leerwereld) die te karakteriseren is als idiocultureel muziekonderwijs?’ Het theoretisch kader voor deze studie is idiocultureel muziekonderwijs (Bisschop Boele 2015). Op de achtergrond speelt een aantal andere concepten een rol, bijvoorbeeld biografisch leren (Alheit & Dausien, 2000) en subjectivering (Biesta 2010). De talentendriehoek (Veenker et al., 2017) wordt gebruikt om de manier waarop leerling, docent en taak invloed op elkaar hebben te duiden. Op basis van dit theoretisch kader is een zevental vuistregels voor de vormgeving van idiocultureel muziekonderwijs geformuleerd. Vervolgens zijn data verzameld over de praktijk van ’t Hart. De data gebruikt in deze casestudy zijn lesobservaties, interviews met zowel leerlingen als Johan ’t Hart, documenten en literatuurstudie. Op basis van een kwalitatieve analyse is bekeken in hoeverre de vuistregels terug te herkennen zijn in ’t Hart’s lespraktijk. De conclusie is dat veel van de vuistregels te herkennen zijn – en dat de (idiosyncratische) manier waarop ’t Hart de vuistregels in de praktijk laat zien vooral ook leidt tot nieuwe discussie en reflectie.
De nieuwe jeugdwet (2014) en de wet op passend onderwijs (2012) hebben als doel kinderen zoveel mogelijk in hun eigen leeromgeving laten opgroeien, waarbij het onderwijs en de jeugdhulp rondom het kind en het gezin worden georganiseerd (Coalitie passend onderwijs - jeugdhulp - zorg, 2018). Als gevolg hiervan wordt van professionals in het domein ‘kind en educatie’ (onderwijs, kinderopvang, sociaal werk, jeugdzorg, buurtwerk, sociaal werk en gemeente) steeds meer verwacht dat ze samenwerken met professionals uit verschillende sectoren om de zorg rondom het kind zo optimaal mogelijk te organiseren (interprofessioneel samenwerken). Van lerarenopleiders wordt verwacht dat zij studenten voorbereiden op het interprofessioneel samenwerken in de praktijk. Hiervoor is goed inzicht in deze complexe beroepstaak essentieel. In recente literatuur wordt de noodzaak van interprofessioneel samenwerken steeds benadrukt (Peeters, 2018; Slot & Leseman, 2019), echter een eenduidig beeld van wat goed interprofessioneel samenwerken inhoudt ontbreekt nog, evenals de complexiteitsfactoren die een rol spelen in het werkveld. In het postdoconderzoek wordt door cognitieve taakanalyse (CTA) inzichtelijk gemaakt welke kennis, vaardigheden en attitudes onderwijsprofessionals nodig hebben voor interprofessionele samenwerking. Door middel van interviews, observaties en expertmeetings met onderwijsprofessionals in tien goede praktijkvoorbeelden, wordt een vaardighedenhiërarchie ontwikkeld: een overzicht van alle vaardigheden en hun onderlinge relaties. Daarnaast worden complexiteitsfactoren in kaart gebracht. Deze inzichten worden gebruikt om onderwijsmodules te ontwikkelen voor opleidingen binnen KPZ. Uitgangspunt is het vier-componenten instructiemodel dat uitgaat van een hele-taak-benadering (Van Merriënboer & Kirschner, 2018). Dit model is uitermate geschikt voor het aanleren van complexe beroepstaken waarbij kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd zijn. Studenten leren in authentieke leertaken (ontleend uit de CTA) oplopend in complexiteit interprofessioneel samen te werken. Naast het ondersteunen van studenten, draagt dit onderzoek bij aan professionalisering van lerarenopleiders en geeft het inzicht aan het werkveld in de volle breedte van interprofessioneel samenwerken.
Meespelen! is een verkennend ontwerponderzoek naar de didactiek voor innovatieve muziekinstrumenten die muziekbeoefening mogelijk maken voor leerlingen met een beperking. Creatieve changemaker My Breath My Music, die aangepaste muziekinstrumenten ontwikkelt voor mensen met een beperking, en maatschappelijke changemaker Het Leerorkest, die zich inzet voor kansengelijkheid in muziekeducatie, hebben het lectoraat Kunsteducatie (AHK) en het lectoraat Performing Arts Medicine (Codarts) gevraagd om onderzoek te doen naar een passende didactiek voor drie aangepaste muziekinstrumenten van My Breath My Music: Magic Flute, Adaptive Travel Sax en de aangepaste akoestische gitaar voor één hand. Voor elk van deze drie instrumenten wordt, op basis van de praktijkkennis van een kleine groep pionier-muziekdocenten uit het speciaal onderwijs die lesgeven op deze innovatieve instrumenten, een specifieke didactische handleiding ontwikkeld en getest door andere muziekdocenten uit het speciaal onderwijs. Dit gebeurt in een serie Muziekeducatieve Labs; fysieke experimenteeromgevingen die voor dit onderzoek worden ingericht in samenwerking met Méér Muziek in de Klas. De onderzoekers verwerken de bevindingen uit de Labs en ontwikkelen de handleidingen iteratief door. De definitieve didactische handleidingen worden, met bijbehorende instructiefilmpjes online gepubliceerd op de website https://www.orkestindeklas.nl/ (beheer: Het Leerorkest). Meespelen! zorgt ervoor dat meer mensen met een beperking kunnen meedoen in de samenleving; het zet muziekdocenten uit het speciaal onderwijs in hun kracht, draagt bij aan het vergroten van het draagvlak en de inzetbaarheid van aangepaste instrumenten, aan het verrijken van het muzikale aanbod in het speciaal onderwijs en daarmee op lange termijn aan inclusieve muziekeducatie, meer kansengelijkheid in het onderwijs, cultuurparticipatie en welzijn van leerlingen met een beperking. Het project wordt vanuit de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten gecoördineerd door Centre for Arts & Sciences Education en inhoudelijk geleid door Lectoraat Kunsteducatie.
‘Maar ik kan geen noten lezen…..’, Pabostudenten laten dit geluid vaak horen. Deze uitspraak is verbonden met overtuigingen als ‘ik kan geen instrument bespelen’ of‘ ik heb geen talent voor muziek’. Paul Hengefeld, muziekdocent bij de Pabo van NHL Stenden Hogeschool, vertelt hier met verwondering over, want iedereen heeft een beleving bij muziek. Vanuit beleving kan op veel manieren met kinderen muziek worden gemaakt. Muziek is zoveel meer dan een technische vaardigheid. Zo schrijft Marcella Smeele op 22 juli 2015 op haar blog de waarde van muziek: “Muziek wekt een bepaalde emotie op, door de emotie die we voelen in de muziek of de emotie die het bij ons oproept als reactie op de muziek; Muziek heeft het vermogen om de waarheid overtuigend over te brengen, daar waar verstand te kort schiet; Muziek beschikt over de kenmerken van geluid bijvoorbeeld spraak, expressiviteit en lichaamsbeweging; Muziek doet met gevoel, wat taal doet met denken”. Naar het voorbeeld van dit blog willen we Pabostudenten van de NHL Stenden Hogeschool in de nabije toekomst zelf laten stilstaan bij wat muziek voor hen betekent. (Smeele, 2015). Begin april 2017 werd de subsidieregeling Versterking muziekonderwijs Pabo’s gepubliceerd. Het docententeam van de NHL Stenden Hogeschool realiseerde zich na het lezen van deze maatregel: dit is een kans om meer en anders met muziek bezig te zijn. Door samen te werken met het Prins Claus Conservatorium en Stichting Proloog, schoolbestuur voor primair onderwijs, zorgt de Pabo NHL Stenden dat de ontwikkeling van goed muziekonderwijs direct aansluit bij de praktijk en daar beleefd kan worden. Doel van de regeling is de kennis en kunde van afgestudeerde Pabostudenten significant te verbeteren zodat zij met meer vertrouwen muziekonderwijs kunnen geven. Net als vele Pabo‘s in Nederland had de Pabo NHL Stenden nog geen samenwerking met een Conservatorium. In een eerste telefoongesprek met Marinus Verkuil (Head of the Schoolmusic department) van het Prins Claus Conservatorium van de Hanze Hogeschool ontstonden de eerste ideeën. Het bleef niet bij één telefoongesprek. De ideeën werden omgezet in daden in studiejaar 2017- 2018. Twee studenten van het conservatorium lopen nu stage bij de Pabo. Ze verzorgen o.a. muziekworkshops, bijvoorbeeld tijdens de verkiezing van Pabo- klas van het jaar. Ook zijn er plannen voor het gezamenlijk opzetten van een popkoor. Deze stage wordt door alle betrokkenen als waardevol ervaren en verdient een verdieping. Deze verdieping willen we vinden in het nieuwsgierig zijn naar: hoe maken we de persoonlijke muzikaliteit zichtbaar bij basisschoolleerlingen en hoe ziet de muzikale beleving van de Pabostudenten eruit om vervolgens het muziekonderwijs op de Pabo hierbij te laten aansluiten? Deze subsidieaanvraag willen we benutten om deze verdieping te realiseren en de samenwerking met het consortium de komende jaren verder uit te bouwen. Naast het Conservatorium benaderden we de stichting Proloog, een stichting voor openbaar onderwijs in Leeuwarden en omstreken. De stichting kent enkele scholen die zich profileren als cultuurschool. Ook Proloog geeft aan mee te willen werken. De drie partijen willen samenwerken, samen leren en samen muziek een impuls geven. In kader van de regeling professionalisering muziekonderwijs op Pabo’s doet het College van Bestuur van de NHL Stenden Hogeschool een verzoek aan het bestuur van Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie om ons voorgenomen project te ondersteunen met als doel kwalitatief goed muziekonderwijs neer te zetten op de Pabo, waardoor studenten zich meer handelingsbekwaam voelen om muziek door te geven aan kinderen. Het project kan niet binnen de huidige begrotingen worden gerealiseerd en vraagt naast investering van betrokken partijen een bijdrage van derden. NHL Hogeschool en Stenden Hogeschool zijn per 1 januari 2018 gefuseerd. De nieuwe hogeschool NHL Stenden Hogeschool verzorgt op vijf locaties Pabo- opleidingen. Deze aanvraag is voor de Pabovestiging Leeuwarden, waar per 1 september 2018 de Pabo’s van voormalig NHL en Stenden gezamenlijk onderwijs aan zullen bieden. Per 1 september 2018 telt deze Pabo ongeveer 624 studenten. Naast deze aanvraag dient de NHL Stenden Hogeschool een complementaire aanvraag in voor de Pabo locaties in Meppel, Groningen, Emmen en Assen. Omdat de Pabo’s van oorspronkelijk de NHL Hogeschool en Stenden Hogeschool op dit moment nog een apart curriculum hebben wordt er nu voor gekozen om twee aanvragen in te dienen. Op termijn worden de activiteiten van beide projecten, in gelijke tred met alle onderdelen van het curriculum, op elkaar af te stemmen.