In this chapter we discuss the implications of our research in the wider context of current models of brain function, endeavoring to understand the consequences of score-dependence and improvisation in terms of the ‘predicting brain’, the dual-stream model of perception and action, the procedural-declarative model of learning and memory, ideomotor learning and sensorimotor mapping, and the implicit acquisition of hierarchical music syntax.
DOCUMENT
Gesprek over esthetiek en organisaties waarbij gereflecteerd wordt op de muziek van John Cage.
DOCUMENT
In de loop van het leven wordt muziek voor de meeste mensen een drager van herinneringen en emoties. In de jeugd en vroege volwassenheid ontwikkelen we onze persoonlijke muzieksmaak. De muziek uit die tijd blijft ons het beste bij. Voor mensen met dementie, meestal 80 plussers, is dat ruim zestig jaar geleden. Daarom maakten de lectoraten Psychogeriatrie en Informatie, Technologie en Samenleving, in samenwerking met muziektherapeut Machgiel Bakker, een online muziekstation dat muziek uit die periode draait: Radio Remember. Een station om naar te luisteren, maar ook om in te zetten als psychosociale interventie om de kwaliteit van leven van mensen met dementie te verbeteren. In dit artikel wordt verslag gedaan van de eerste ervaringen en worden de volgende stappen van het project beschreven.
DOCUMENT
Pianist Misha Mengelberg (79) wordt beschouwd als de meest invloedrijke jazzmusicus binnen de Nederlandse jazzmuziek. Maar Mengelberg heeft dementie en kampt de laatste jaren met toenemende geheugen- en taalproblemen. Al zal de rol van muziek in zijn leven nooit veranderen, ook niet nu hij de ziekte van Alzheimer heeft. Psycholoog Frans Hoogeveen beaamt dit: “Muziek brengt herinneringen en emoties tot leven. Daar kunnen mensen met dementie ook nog steeds van genieten.”
DOCUMENT
Een diepgaande reflectie op de huidige situatie van muziek in de christelijke ritualiteit. In 1962 verscheen het boek Çhant et musique dans le culte chrétien' van de jezuïet Joseph Gelineau. Dit boek was richtinggevend voor de ontwikkeling van de liturgische muziek in de rooms-katholieke kerk vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw. De vragen die Gelineau in 1962 stelde, zijn nog steeds relevant, zij het dat ze nu gesteld worden in een geheel nieuw kader. De fundamentele kwesties in het boek van Gelineau gaan in op muziek en religieuze betekenisgeving, muziek als ritueel, het belang van muziek als rituele praktijk, de veelheid aan ritueel-muzikale repertoires, participatie aan ritueel-muzikale repertoires, en de taak van componist en kerkmusicus.
LINK
Voorwoord voor 'Als de muziek er al is' van Suzan Lutke.
DOCUMENT
Bij het bepalen van leerdoelen voor het muziekonderwijs is het belangrijk om niet alleen in cultureel, maar vooral in biologisch perspectief, de betekenis van muziek voor de ontwikkeling van het kind te bezien. De evolutionaire ontwikkeling van de muzikale aanleg blijkt o.a. uit de vondst van prehistorische muziekinstrumenten. De vele neurale en functionele overeenkomsten tussen het ‘muzikale’ en het ‘jagende’ brein kunnen de rol van het jagen bij de ontwikkeling van het muzikale brein verduidelijken, maar ook de rol van muziek in de evolutie van het jagende brein. Het verstaan van muziek als ‘spel’ (play) geeft verder inzicht in de functie van muziek bij de ontwikkeling van het kind en verduidelijkt tevens de betekenis van het muziekonderwijs bij het bevorderen van die ontwikkeling.
DOCUMENT
Het proefschrift gaat in op de werkwijze, het belang en het gedrag van muziekuitgevers, de pioniers van de muziekindustrie. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst geven muziekuitgevers composities uit op bladmuziek of licenseren zij deze. Door het succes van de grammofoonplaat werden de uitgevers een eeuw geleden uit het centrum van de macht van de muziekindustrie verdreven door de platenmaatschappijen die de geluidsopnames van muziek gingen exploiteren. De verborgenheid van de muziekuitgeversbranche komt enerzijds voort uit de onduidelijke positie van de muziekuitgevers in de culturele waardeketen van de muziekindustrie en anderzijds door de historische wirwar aan rechten. Opvallend genoeg is er weinig wetenschappelijke aandacht geweest voor deze industrie zeker in tegenstelling tot de aandacht voor de platenmaatschappijen, dit onderzoek hoopt daar verandering in te brengen. Machtige positie door digitalisering van muziek Het proefschrift van Wierda is een longitudinale studie die een periode van honderd jaar omvat. Muziekuitgevers verwerven een deel van het auteursrecht van een liedje, indien de componist muziek wenst uit te geven. Door deze wijze komt de uitgever voor de componist op zodat ze beide inkomen uit het intellectueel eigendom vergaren als of het liedje op plaat verschijnt of live ten gehore wordt gebracht. Muziekuitgevers wensen mede ten behoeve van de componist, inkomen te vergaren. Waar ook maar muziek geconsumeerd wordt eisen zij het recht van gebruik op. Dit kan zijn bij live entertainment, televisie, internet en games. Het bijzondere volgens het proefschrift is dat door de digitalisering na honderd jaar dynamiek de uitgevers weer in belang toenemen, doordat de handel in de fysieke geluidsdragers van de platenmaatschappijen tanende is. De muziekindustrie neigt naar een ‘rights industry’ waarin qua werkwijze de uitgevers al eeuwen in gespecialiseerd zijn. De huidige uitgevers kenmerken zich dan ook als ondernemers die weer dichter tegen de componist aankruipen en zich op deze wijze dynamisch profileren in de nieuwe tijd.
DOCUMENT
Article (Dutch) in Kunstzone, 14/4 (2015), pp. 52-53, on idiocultural music education.
DOCUMENT