In workshops digitaal componeren lijken basisschoolleerlingen de muzikale taal te kunnen leren gebruiken en daarmee hun muzikale creativiteit te kunnen ontwikkelen. Daarnaast lijken ze bij het componeren op de tablet ook op een intuïtieve manier gevoeligheid voor de onderliggende structuren in muziek te kunnen ontwikkelen. Dit ontwikkelingsproces vindt plaats in de interactie tussen workshopleider, muzikale taak en leerlingen. Het verlenen van autonomie, van speelruimte om zelf te mogen bedenken, kiezen en creëren, lijkt daarbij een belangrijke rol te spelen. Workshopleiders deden dit in de workshops door ruimte te bieden voor muzikale expressie en creatie, en door vragen te stellen. Naast ruimte boden workshopleiders de leerlingen adaptieve ondersteuning (scaffolding) en structuur. Workshopleiders leken daarbij gebruik te maken van door ervaring ontwikkelde ‘pedagogical content knowledge’ en een eigen creatieve pedagogische stijl.In het kader van promotieonderzoek naar creativiteitsontwikkeling in muzieklessen op de basisschool heeft explorerend onderzoek plaatsgevonden naar de interactie in workshops digitaal componeren. De uitkomsten worden gebruikt voor de ontwikkeling van een coachingstraject voor leerkrachten basisonderwijs gericht op het stimuleren van creativiteitsontwikkeling in de muziekles.
DOCUMENT
The work book 'Curious Minds Muziekeducatie' is aimed at Dutch primary school teachers. The book is used by teachers who participate in a coaching trajectory based on Video Interaction Coaching. The trajectory is part of PhD research into the effects of coaching teachers in music lessons aimed at creativity development in primary school students. Children love to explore in music settings and by nature have curious minds. Via video coaching, school teachers can further develop their pedagogical and didactical skills to enhance the creative music talent of their students. They can learn to observe and recognise the talented behaviour their students show in music lessons and learn to respond to it appropriately. Furthermore they can learn to elicit these special and teacheable moments. These moments can be described as moments in which the interaction between the teacher and the students is on an optimal level and students are involved in the situated construction of musical knowledge and insight.The coaching is part of PhD research within the department of Developmental Psychology of University of Groningen, and of the research programme of the research group Art Education of Hanze University of Applied Sciences, Groningen. The research is also linked to the Curious Minds research programme of the School of Education of Hanze University of Applied Sciences.
DOCUMENT
Dit artikel bespreekt een dynamische benadering van de muzikale (talent)ontwikkeling bij jonge kinderen (Steenbeek, Van Geert & Van Dijk, 2011). Volgens een theoretisch, dynamisch kader is ontwikkeling een emergente eigenschap. Talent kan bij elk kind ontstaan als er een opwaarts dynamisch proces tot stand komt in de interactie tussen kind, volwassene en de activiteit. Het gebruik van Expressed Pedagogical Content Knowledge (EPCK; vgl. Geveke, 2017) door de volwassene is de sleutel om een positieve talentspiraal tot stand te brengen. Een dynamische kijk op ontwikkeling gaat terug op het werkvan pedagogen als Vygotsky, Piaget, Bruner en Dewey, en is verbonden met het sociaal-constructivisme. Daarnaast hebben de ecologische theorieën van Bronfenbrenner en Gibson er een belangrijke invloed op gehad. Verder is deze visie op macro-theoretisch niveau verwant aan theorieën over motivatie, zelfbeschikking en zelfregulering (Deci & Ryan, 2000), en over self-efficacy (Eraut, 2004). Het doel van deze studie is het beschrijven en evalueren van een inventarisatie van onderzoek naar muziekeducatieve praktijken voor jonge kinderen vanuit een dynamisch perspectief. Bij wijze van kwalitatieve inhoudsanalyse is een literatuurstudie uitgevoerd naar muziekeducatieve praktijken bij jonge kinderen. Deze studie heeft verschillende voorbeelden opgeleverd van veelbelovende praktijken die dynamische kenmerken vertonen. De resultaten geven aan dat onderzoek vanuit een dynamisch oogpunt naar betekenisvolle muziek-educatieve praktijken internationaal ‘in de lucht hangt’. Door een gebrek aan gedetailleerde analyses binnen de studies van activiteiten op de microtijdschaal blijft de kracht van EPCK echter meestal een blinde vlek. Door te focussen op EPCK kan onderzoek bijdragen aan kennis over hoe professionals meer ontwikkelingskansen voor kinderen kunnen creëren.
DOCUMENT
Op verzoek van Yo! Opera heeft het lectoraat Lifelong Learning voor Musici het project De Operaflat geëvalueerd, dat onderdeel was van de vierde editie van het Yo! Opera Festival in 2007 te Utrecht. Tijdens het project hebben basisschoolleerlingen van de Openbare Basisschool Overvecht, bewoners van de ‘Operaflat’, studenten zang en compositie van een aantal Nederlandse conservatoria en hun docenten elkaar ontmoet in de uitvoering van 25 miniatuuropera’s van één minuut. Doel van het onderzoek van het lectoraat was de dialoog tussen studenten en docenten van conservatoria enerzijds en de samenwerking met een professionele organisatie (Yo! Opera) anderzijds te monitoren en evalueren.
DOCUMENT
Tegenwoordig wordt het opnemen van kunstvakken in het curriculum van het Nederlandse basis- en voortgezet onderwijs meer en meer gelegitimeerd op basis van de bijdrage van de kunstvakken aan creativiteitsontwikkeling. Dit paper stelt daar vragen bij. Het laat zien dat creativiteitsontwikkeling niet een vanzelfsprekend en universeel uitgangspunt is, maar functioneert als een tijdsgebonden ideologie; het laat zien dat de ideologie van de creativiteitsontwikkeling moeizaam toepasbaar is op het muziekonderwijs; en het stelt een alternatieve rechtvaardiging van het vak muziek in het onderwijs voor.
DOCUMENT
Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een 'talig'beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals 'meertalig' maken, betogen drie lectoren van verschillende hogescholen. En dat is hard nodig.
MULTIFILE
In veel definities van creativiteit wordt creatief denken beschouwd als iets dat zich enkel in het hoofd afspeelt, zonder dat de rol van het lichaam en de omgeving wordt meegenomen. Door deze eenzijdige definitie van creatief denken te hanteren blijven kansen liggen om in verschillende vakken op de basisschool het creatief denken van leerlingen te bevorderen. In deze overzichtsstudie gaan we uit van een brede opvatting van creatief denken, waarin ook het lichaam en de omgeving worden betrokken. Op basis van 41 studies over creatief denken en creativiteit op de basisschool ontwikkelden we een raamwerk voor het categoriseren van aspecten van creativiteit. Het raamwerk dat we in deze studieontwikkelden op basis van de definities van creativiteit, creatief denken en vakspecifieke definities van creativiteit bleek bruikbaar voor het categoriseren van aspecten van definities van creativiteit, van creatieve uitingen van leerlingen en van creativiteitsbevorderende uitingen van leraren. Een kanttekening is dat de besproken uitingsvormen vaak weinig informatie bleken te bevatten over de rol van het lichaam en de omgeving. Daarom wijst dit onderzoek op de noodzaak voor meer onderzoek naar belichaamde creativiteit in het basisonderwijs en de rol van het materiaal, van medeleerlingen en van de inrichting van het fysieke klaslokaal. Daarnaast werden er wel studies gevonden naar creativiteit in verschillende schoolvakken, zoals wetenschap en technologie of kunst, maar vonden we geen studies die gericht waren op vakoverstijgende creativiteitsontwikkeling. Het raamwerk dat we in deze studie ontwikkeldenkan als basis dienen voor verder onderzoek naar de creativiteitsontwikkeling van leerlingen op de basisschool. In vervolgonderzoek kan het raamwerk bijvoorbeeld ingezet worden als observatieinstrument in onderzoek naar interacties tussen leerlingen, leraren en de omgeving. Ook biedt het raamwerk een kijkwijzer voor leraren om de creatieve uitingen van leerlingen te kunnen herkennen en tebevorderen, maar kan het ook dienen als handreiking voor het ontwerpen van lessen die gericht zijn op de brede creativiteitsontwikkeling van leerlingen.
DOCUMENT
Volgens het opleidingsdocument in het hoger onderwijs is het sociaal werk een 'talig' beroep. Maar dat is eenzijdig en onhoudbaar. Kunst en creativiteit kunnen professionals 'meertalig' maken, betogen drie lectoren van verschillendehogescholen. En dat is hard nodig.
DOCUMENT
We bespreken hier een van de eerste resultaten van onderzoeksprogramma Curious Minds – Kunsteducatie van de Onderzoeksgroep Kunsteducatie van de Hanzehogeschool Groningen. Curious Minds is de Engelse benaming voor de TalentenKrachtbenadering, een vakoverstijgende benadering die leraren in het basisonderwijs helpt de talenten van hun leerlingen in het domein wetenschap en techniek te bevorderen door aan te sluiten bij hun nieuwsgierigheid en onderzoekende houding.In de regio Noord-Nederland wordt onderzocht of en hoe deze benadering kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling van goed kunstonderwijs opde basisschool.Dit artikel gaat alleen over muziekles. Het volledige artikel waarin ook de casus van een beeldende kunstles wordt besproken, is te vinden in de LKCA-publicatie Cultuur+Educatie (2020)*.
LINK
Richtlijnen voor het coachen van leerkrachten in de middenbouw van het basisonderwijs voor muzieklessen gericht op het stimuleren van creatief talent.
DOCUMENT