Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Gebiedsvenster Natuur Inclusieve Landbouw. Het gebiedsvenster is een visuele vertaling van een grondig proces van het verzamelen van praktijkervaring met Natuur Inclusieve Landbouw waarbij gebiedsgericht gewerkt wordt aan de transitie van het platteland in samenwerking met boerenbedrijven, waterschap, overheid, agrarisch collectief en natuurorganisaties. De poster is ook op papier beschikbaar.
MULTIFILE
Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Gebiedsvenster Natuur Inclusieve Landbouw. Het gebiedsvenster is een visuele vertaling van een grondig proces van het verzamelen van praktijkervaring met Natuur Inclusieve Landbouw waarbij gebiedsgericht gewerkt wordt aan de transitie van het platteland in samenwerking met boerenbedrijven, waterschap, overheid, agrarisch collectief en natuurorganisaties. De poster is ook op papier beschikbaar.
MULTIFILE
Melkveehouders, zuivelverwerkers en natuurbeheerders zien kruidenrijk grasland als een belangrijk onderdeel van een meer natuurinclusieve landbouw. Het draagt immers bij aan het verbeteren van de biodiversiteit én levert een positieve bijdrage aan de agrarische bedrijfsvoering. Maar het ene kruidenrijke grasland is het andere niet. In de praktijk zijn er verschillende doelen en vormen van kruidenrijk grasland. Boeren en natuurbeheerders hebben veel vragen over de toepassing van kruiden in grasland, waaronder de realisatie, het beheer en de voordelen voor bedrijf en biodiversiteit.
MULTIFILE
Verbinden van landbouw en natuur is een belangrijke uitdaging. Voor individuele boeren, voor de 40 collectieven waarin boeren samenwerken, voor de partners in de keten en voor een breed scala aan belanghebbenden. Uitdagingen zijn er in het operationeel beheer, de bedrijfsvoering, het verdienmodel en de relaties met organisaties en overheden - oftewel op ecologisch, economisch, sociaal en institutioneel vlak niveau. Binnen Nederland kunnen er grote verschillen zijn tussen gebieden in de uitdagingen die daar spelen Dit betekent dat de uit onderzoek bekende algemene set van succes- en faalfactoren niet zomaar integraal voor elk gebied geldt. Er zal een vertaalslag gemaakt moeten worden van algemeen naar gebiedsspecifiek. Dit project maakt die vertaalslag, samen met praktijkorganisaties, in 3 werkpakketten. In Werkpakket 1 bouwen we een set concrete, praktische handvatten voor organisaties in een gebied om de algemene succes- en faalfactoren te kunnen vertalen naar concrete kansen en knelpunten in de context van een gebied (ontworpen en getest in de praktijk). Op basis hiervan worden voor en met gebiedspartners een aantal doelen geformuleerd. Deze vormen de basis voor Werkpakket 2 waarin we een meerjarig actieplan opstellen binnen 7 casussen vanuit praktijkorganisaties. Dit actieplan werkt aan het benutten van kansen en het zo goed mogelijk omgaan met de knelpunten, het wordt opgestart in het project en zal doorlopen na afsluiting van het project. Doordat de casussen over Nederland verspreid zijn ontstaat een breed palet aan ervaringen waar we in Werkpakket 3 van leren. We vertalen de ervaringen naar praktijkgerichte, toepasbare kennis en producten voor praktijk en onderwijs. Op deze manier legt dit project de verbinding tussen waardevolle kennis die in de afgelopen jaren is opgedaan en de concrete uitdagingen om natuurinclusieve landbouw in een specifieke context te ontwikkelen. Met daarbij aandacht voor de ecologische, economische, sociale en institutionele aspecten.
Het lectoraat ‘Klimaatrobuuste landschappen: verbinden van landbouw en natuur ‘ zal onderzoek doen naar de bijdrage van andere vormen van landbouw aan het verbeteren van waterkwaliteit en biodiversiteit door een koppeling met de natuur te maken. De droogte van afgelopen zomers heeft tot opbrengstenderving geleid bij agrariërs en de natuur is beschadigd door verdroging. Er worden momenteel maatregelen getroffen om droge periodes beter op te vangen in de toekomst. Bijvoorbeeld in beekdallandschappen wordt het water langer vastgehouden en hierdoor worden sommige gebieden te nat om de huidige bedrijfsvoering van agrariërs door te zetten. Dit biedt het kansen voor andere agrarische gebruiksvormen en dit te combineren met natuurherstel. Op de drogere delen kunnen droogte resistente gewassen geteeld worden zoals sorghum op een natuurinclusieve wijze. De natte gebieden in het landschap kunnen dienen als waterbuffer en natte teelten kan het water filteren. Dit heeft een positief effect op waterkwaliteit, biodiversiteit in de omliggende natuur. Echter, voordat een agrariër kan om schakelen naar andere landbouwvormen heeft deze onder andere kennis en ervaring nodig. De centrale onderzoeksvraag luidt: Op welke wijze kunnen klimaatrobuuste landschappen bijdragen aan het verbinden van landbouw en natuur, om zo biodiversiteit en waterkwaliteit te verbeteren en agrarisch perspectief te ontwikkelen? Er zal onderzoek verricht worden langs drie onderzoekslijnen welke zullen leiden tot: 1) praktijkkennis op het gebied van nieuwe teeltechnieken ten behoeve van het verdienmodel, 2) kennisontwikkeling over de wijze hoe de verbinding tussen klimaatrobuuste landbouw, natuurontwikkeling en waterkwaliteit gemaakt kan worden ten behoeve van de biodiversiteit en 3) het agrarisch vakmanschap zal verder ontwikkeld worden door kennisdeling. Het lectoraat zal een belangrijke bijdrage leveren aan onderwijsontwikkeling en adviezen richting de overheid over het instrumentarium om zo de transitie naar een klimaatrobuuste landschappen verder in gang te zetten voor een gezonde leefomgeving in een veranderend klimaat.
Het voorstel is gericht op ontwikkeling van maatschappelijke betrokkenheid en draagvlak voor biodiversiteitsmaatregelen en natuur. Het is wenselijk de langeretermijncontext hierin mee te nemen, gezien de grote opgaven en transitieprocessen waar we voor staan: veranderingen in het Nederlandse landschap, verstedelijking, waterbeheer, energie, mobiliteit, landbouw, kustverdediging, vestigingslocaties, etc., die alle invloed hebben op natuur. Hierbij is een natuurbetrokkenburger onmisbaar.Vanuit de Hanzehogeschool wordt kennis ingebracht vanuit de Sociale Academie en het lectoraat communication, behaviour & sustainable society. Binnen het onderwijs van de Sociale Academie wordt o.a. aandacht besteedt aan sociale ongelijkheid en armoede, projecten gericht op de participatiesamenleving en ethische vraagstukken. Het lectoraat onderzoekt hoe een duurzame samenleving tot stand kan komen. Door middel van (praktijk) gericht onderzoek op het gebied van gedragsinterventies en communicatie wil het lectoraat burgers aanzetten tot duurzamere keuzes.