Background and objective: Serious pathologies of the neck can potentially result in cranial nerve palsy. Knowledge about cranial nerve examination (CNE) seems sparse, and its use is still unknown. We aim to investigate the knowledge, skills, and utilization of CNE of Italian physiotherapists. Materials and Methods: An online cross-sectional survey. Results: 396 completed the survey, reaching the required sample size. Although Italian physiotherapists consider CNE relevant (mean ± SD = 7.6/10 ± 2.0), over half of all responders (n = 229 (57.8%)) were not trained in the fundamentals and around a third did not use it in their daily practice (n = 138 (34.8%)). Additionally, participants were unconfident and insecure in conducting (n = 152 (38.4%) and n = 147 (37.1%)), interpreting (n = 140 (35.4%) and n = 164 (41.4%)), and managing the CNE (n = 141 (35.6%) and n = 154 (38.9%)). Possessing a musculoskeletal specialization was associated with an increased value attributed to clinical practice guidelines and reduced the lack of confidence in conducting, interpreting, and managing the CNE (respectively, n = 35 (25.5%), p = 0.0001; n = 32 (23.4%) p = 0.0002; n = 32 (23.4%) p = 0.0002). Working in a direct access setting significantly increased the considered relevance of guidelines and the concerns about arterial (p = 0.004) and other serious pathologies (p = 0.021). Pain and visual disturbances were considered the main indicators to CNE, demonstrating limited knowledge of signs and symptoms’ indicating CNE. Participants considered specific training in CNE as relevant (mean ± SD = 7.6/10 = 2.1). Conclusions: a substantial proportion of Italian physiotherapists are not schooled in the fundamentals of cranial nerve examination. Given the number of physiotherapists who work in first contact roles, this is a professional concern.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de onderzoekslijn Studentenwelzijn van het lectoraat Studiesucces. Onderzoek op het gebied van studentenwelzijn in Nederland is nog beperkt. Een van de doelen van de onderzoekslijn is daarom een bijdrage te leveren aan (praktijkgerichte) kennis over het welzijn van studenten. Dit onderzoek heeft als doel daar aan bij te dragen door 1) de stresservaring van studenten binnen Hogeschool Inholland te onderzoeken, 2) in kaart te brengen wat studenten helpt om met stress om te gaan, en 3) te onderzoeken wanneer studenten zich bevlogen voelen. Tevens is dit onderzoek een verkenning van de variabelen van het Student Wellbeing Model. De onderzoeksuitkomsten dienen aanknopingspunten te bieden voor vervolgonderzoek naar het welzijn van studenten in relatie tot studiesucces. Ten slotte, de inzichten die verkregen worden dienen uiteindelijk bij te dragen aan het tegengaan van een hoge mate van stress (en andere gerelateerde psychische klachten) bij studenten en aan het bevorderen van het welzijn van studenten.
De context van oplopende schuldenproblematiek en de gezondheidszorg die onder druk staat brengt twee werelden samen die meer met elkaar van doen hebben dan op het eerste gezicht wellicht wordt gedacht. Voor veel mensen met (grote) geldzorgen geldt, dat de aanhoudende stress doorwerkt op hun psychisch en fysiek welbevinden. Chronische geldstress maakt ziek. Mensen die leven in armoede en schulden zoeken als zij medische klachten ontwikkelen door de geldstress vaak als eerste de huisarts op. Het project Financiën in de spreekkamer is opgestart voordat corona uitbrak. Tussen juni 2018 en november 2020 hebben Zorggroep Almere en het lectoraat Schulden en Incasso van Hogeschool Utrecht samengewerkt aan de ontwikkeling van een interventiepakket. Het doel van het pakket is huisartsen en praktijkondersteuners te helpen om alerter te zijn op geldzorgen, er vaker over in gesprek te gaan en patiënten adequaat door te verwijzen.
Nek en rugpijn komen regelmatig voor en gaan vaak gepaard met mentale klachten, waardoor een biopsychosociale aanpak essentieel is. Onze nieuw ontwikkelde biopsychosociale interventie, genaamd Back2Action, integreert reguliere fysiotherapeutische zorg met online modules die specifiek zijn gericht op het verminderen van mentale klachten bij mensen met nek- en/of rugpijn.
Achtergrond: Chronische pijn is een veelvoorkomend probleem. Hulpverleners hebben behoefte aan handvatten om de hulp aan mensen met chronische pjjn te verbeteren. Huidige behandelingen sorteren beperkt effect en de waardering van mensen over de ontvangen zorg is matig. Het faciliteren van betrokkenheid en eigen regie zijn voorwaardelijk voor effectieve hulp. EHealth toepassingen inclusief het monitoren van objectieve biomarkers voor pijn kunnen hierbij behulpzaam zijn. Een bestaande EHealth toepassing gericht op het informeren van mensen met een chronische aandoening en het faciliteren van zelfmanagement is beschikbaar. Doelstelling: 1)Het doorontwikkelen van een bestaande EHealth toepassing specifiek voor mensen met chronische pijn en het evalueren van biomarkers. 2)De ontwikkelde EHealth toepassing inclusief biomarkeranalyse te implementeren bij een beperkte groep van mensen met chronische musculoskeletale pijn om eerste effecten te evalueren en gebruikerservaringen te inventariseren en 3)op basis van de verkregen resultaten een vervolg onderzoeksaanvraag te schrijven om de effecten van deze nieuwe behandelwijze te onderzoeken en nieuwe biomarker-testen te ontwikkelen. Vraagstellingen: 1)Hoe ziet de doorontwikkeling (op basis van co-creatie) van de EHealth toepassing er concreet uit? 2)Is de biomarker α-amylase een objectieve maat voor pijnintensiteit? 3)Wat zijn de eerste effecten van deze EHealth applicatie? (uitkomstmaten zijn pijn, α-amylase concentratie, dagelijks functioneren en kwaliteit van leven) 4)Wat zijn de ervaringen van gebruikers (patiënten en hulpverleners)? Aanpak: Het onderzoek wordt uitgevoerd door een consortium van deskundigen op het gebied van niet-farmaceutische behandeling van mensen met chronische pijn en zelfmanagement, de ontwikkeling en het gebruik van biomarkers voor chronische pijn, een EHealth ontwikkelaar en behandelaren van mensen met chronische pijn en patiënten. Een EHealth toepassing wordt ontwikkeld, biomarkers waaronder α-amylase worden geëvalueerd en de eerste effecten en gebruikerservaringen van deze interventie inclusief biomarkerbepaling worden gemonitord in een populatie van mensen met chronische lage rug en/of nekpijn.
Meestal is er geen specifieke oorzaak te vinden voor nekpijn. Fysiotherapie richt zich daarom op algemene zaken, zoals spierkracht en beweeglijkheid. We onderzoeken of er effectieve behandelingen zijn voor subgroepen met niet-specifieke nekpijn. Met deze inzichten kunnen we fysiotherapie verbeteren.Doel We willen inzicht krijgen in effectieve behandelingen bij subgroepen patiënten met niet-specifieke nekpijn. Dit leidt uiteindelijk tot kostenvermindering voor de maatschappij en een sneller en beter herstel van de patiënten. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van alle resultaten. Tot nu toe is duidelijk geworden dat de volgende behandelingen effectief kunnen zijn bij patiënten met niet-specifieke nekpijn: Behandelingen gericht op kracht en uithoudingsvermogen. Behandelingen gericht op coördinatie met gebruik van visuele feedback. Een voorbeeld hiervan is patiënten met een laserlamp een parcours laten uitvoeren op een scherm. De resultaten van het onderzoek worden verwerkt in het bachelor- en masteronderwijs en cursussen binnen het werkveld. Looptijd 01 december 2015 - 01 december 2020 Aanpak Dit onderzoek bestaat uit verschillende delen: We onderzoeken wat er vanuit wetenschappelijk onderzoek al bekend is over de relatie tussen beperking in activiteit en een passende behandeling. We voeren een Delphi-studie uit onder deskundigen naar het behandelen van mensen met niet-specifieke nekpijn. We vragen ze naar een overeenstemming over de relatie tussen beperking in activiteit en een algemene behandeling, zoals het trainen van spierkracht. We onderzoeken of beweegoefeningen en/of manipulaties, als meest onderzochte behandelingen bij mensen met nekpijn, zo zijn beschreven dat we het kunnen hergebruiken. In de laatste studie onderzoeken we of beweegoefeningen en/of manipulaties effectief zijn in het herstellen van de beweeglijkheid. Het gaat hierbij om een subgroep van mensen met nekpijn die ook beperkt zijn in hun beweeglijkheid. Rapporten tot nu toe: The clinical reasoning process in randomized clinical trials with patients with non-specific neck pain is incomplete: A systematic review. Maissan F, Pool J, de Raaij E, Mollema J, Ostelo R, Wittink H. Musculoskelet Sci Pract. 2018 Jun;35:8-17 Clinical reasoning in unimodal interventions in patients with non-specific neck pain in daily physiotherapy practice, a Delphi study. Maissan F, Pool J, Stutterheim E, Wittink H, Ostelo R., Musculoskelet Sci Pract. 2018 Oct;37:8-16