Niet alle informatie op social media (zoals Snapchat, TikTok en Instagram) is waar. Sommige mensen verzinnen berichten. Of ze maken grapjes, waarvan jij misschien denkt dat het echt waar is. Hoe weet je of iets echt of nepnieuws is? Jos van Helvoort is onderzoeker op het gebied van media en informatie aan De Haagse Hogeschool. Hij deed ook onderzoek naar hoe kinderen nepnieuws kunnen leren herkennen. Want volgens Jos is het belangrijk dat kinderen weten welke berichten je wel en niet moet geloven. Interview van Kidsweek met Jos van Helvoort van de Haagse Hogeschool.
DOCUMENT
In Achter het nepnieuws neemt de journalist en informatieprofessional Vincent Janssen je mee op een zoektocht naar de algoritmes, echokamers en complottheorieën die worden gezien als de basis voor verschillende soorten desinformatie. Die ontdekkingsreis leidt tot soms verrassende conclusies en aanbevelingen. Deze bundel bevat zes afzonderlijke bijdragen van Janssen, die oorspronkelijk zijn gepubliceerd in IP, vakblad voor informatieprofessionals. Ze zijn geselecteerd door Jos van Helvoort voor het mini-symposium Nepnieuws en het hoger onderwijs. Uitgegeven ter gelegenheid van het mini-symposium Nepnieuws en het hoger onderwijs op donderdag 30 juni 2022. Met een voorwoord van Jos van Helvoort.
DOCUMENT
Heb je wel eens een nieuwsbericht gelezen dat achteraf niet waar bleek te zijn? Niet vreemd, want fake news ofwel nepnieuws is soms bijna niet te onderscheiden van echt nieuws. En je ziet het steeds vaker op je tijdlijn voorbijkomen, want het neemt een steeds grotere plek in op sociale media. Wat is nepnieuws precies? En hoe wordt je mediawijs in tijden van fake news? Jos van Helvoort is tot juni 2022 werkzaam als hogeschooldocent bij de opleiding HBO-ICT van De Haagse Hogeschool en als onderzoeker bij het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling. Als onderzoeker was hij vooral geïnteresseerd in de vraag hoe mensen media- en informatievaardigheden gebruiken om zich een leven lang te ontwikkelen.
MULTIFILE
Kinderen groeien op in een wereld die gekenmerkt wordt door een overvloed aan informatie, vooral afkomstig van sociale media. In december 2016 had meer dan 80% van de kinderen van 11 jaar oud de beschikking over een mobiele telefoon die verbonden is met het internet (Kennisnet 2017, p. 16). Te verwachten is dat die groep anno 2020 alleen maar groter is geworden. YouTube, WhatsApp, Instagram en TikTok zijn immens populair onder jongeren maar niet alle informatie, filmpjes en foto’s die ze daar bekijken zijn betrouwbaar. Het verschijnsel nepnieuws is al enige jaren een actueel onderwerp van discussie, vooral sinds de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 (Gilchrist, 2018). Hoewel er aanwijzingen zijn dat het gevaar op misleiding door nepnieuws (desinformatie) of andere vormen van onbetrouwbare informatie (misinformatie) in Nederland minder groot is dan in andere landen (Lauf, Sierhuis en Weggemans, 2018) heeft de Nederlandse overheid als beleid geformuleerd dat ze wil voorkomen dat de democratie en de rechtsorde in ons land erdoor worden ondermijnd. Het kabinet zet daarbij uitdrukkelijk in op verbetering van het vermogen van de burgers om desinformatie te herkennen (Rijksoverheid.nl, 2019). Dat is begrijpelijk als we weten dat onderzoek van het Rathenau Instituut aangeeft dat de mediawijsheid van verschillende groepen burgers (en ook die van jongeren!) vaak tekortschiet (Van Keulen, Korthagen, Diederen en Van Bohemen, 2018). Onderwijs in het herkennen van nepnieuws is dus relevant, óók in de Nederlandse context. Literatuuronderzoek dat wij eerder uitvoerden (Van Helvoort en Hermans, in voorbereiding) geeft aan dat als je kinderen wilt leren hoe ze betrouwbaar nieuws van nepnieuws kunnen onderscheiden, het een effectieve aanpak is om ze zelf nieuwsberichten te laten maken (zie onder andere National Literacy Trust, 2018). Een voordeel van zo’n activerende werkvorm is dat die leidt tot beter begrip van het verschijnsel ‘nieuws’ maar ook dat er een blijvende interesse voor het onderwerp tot stand kan worden gebracht (Tremio, 2017). Met die kennis in het achterhoofd hebben we studenten van de PABO van De Haagse Hogeschool gevraagd om een reeks van vijf lessen te ontwerpen en uit te voeren, waarin kinderen van de hoogste groepen van een basisschool leren wat nepnieuws is, hoe en waarom het wordt gemaakt en hoe het kan worden herkend. In aanvulling op de lessen maakten de studenten vijf quizzen waarmee aan het einde van iedere les werd getest of kinderen het verschil tussen betrouwbare berichten en nepberichten konden herkennen. De lessen werden gegeven in het Kindcentrum Snijders in Rijswijk, een basisschool waar ieder kind van groep 2 tot en met groep 8 een eigen iPad heeft waarvan de beschikbare apps door de school zelf worden beheerd. De kinderen die in het onderzoek hebben meegedaan waren dus gewend om te werken met digitale media. Gedurende vijf weken hebben de kinderen deelgenomen aan de lessen waarin ze onder andere zelf nepnieuws hebben gecreëerd. Door het onderzoek te beperken tot één groep kinderen van een specifieke basisschool waren de studenten in staat om een op maat gemaakte intensieve lessenreeks te ontwerpen en uit te voeren.
MULTIFILE
De conclusie van het onderzoek is dat het zelf creëren van nieuwsitems en het gebruik van de Kahoots effectieve interventies zijn geweest en dat dit de kinderen heeft gestimuleerd om te leren hoe ze nepnieuws van betrouwbaar nieuws kunnen onderscheiden. Een volledig verslag van het onderzoek is te downloaden op de HBO-kennisbank en SURF-sharekit. Daar staan ook bestanden in met Didactische Route-formulieren die de studenten hebben gemaakt om de lessen voor te bereiden, hun Powerpoint-presentaties en documenten met toelichting bij de antwoorden op de Kahoots. CC BY
MULTIFILE
De coronacrisis heeft de zwakke plekken in onze informatievoorziening pijnlijk blootgelegd: tijdens de crisis nam de verspreiding van nepnieuws enorm toe, en complottheorieën beleven hoogtij dagen. Hoe zorgen we als samenleving voor goed geïnformeerde burgers en hoe kunnen informatieprofessionals daarin een rol spelen?
DOCUMENT
The purpose of this literature study is to obtain information about educational approaches to teaching 11 to 12 years old children focusing on how to distinguish between real news and fake news. With this purpose we studied 16 academic papers about learning activities to make primary school children media-literate and able to recognise fake news. What we found is that having children create their own news messages seems to be the most effective approach. News messages that they create can be text messages as well as videos, audios, pictures and animations. Based on this conclusion, students from The Hague University of Applied Sciences Teacher Training Institute (PABO) have been asked to develop a set of learning materials that can be used for instruction in primary schools. The effectiveness of those materials is currently being tested at an elementary school in Rijswijk. The results of the literature and the field study will be shared in the Dutch centre of expertise for media literacy education, Mediawijzer.net.
MULTIFILE
De technologische ontwikkelingen vliegen ons om de oren. Waar de een hoopt dat het ons verlost van saaie werkzaamheden, vreest de ander voor zijn baan en de verspreiding van nepnieuws. De invloed is groot en lijkt alsmaar te groeien. Kunnen we nog ingrijpen of moeten we ons eraan overlaten? Lector Interaction Design Mark de Graaf en Bart Wernaart, lector Moral Design Strategy, vertelden er dinsdagavond alles over tijdens het openbaar college ‘Gaat technologie de mensheid redden?’.
LINK
Hoe veilig is het internet voor jongeren? Zijn online pesterijen, seksuele intimidatie en online oplichting eerder uitzondering of regel? Hoe gaan jongeren om met desinformatie en nepnieuws? Kortom, wat speelt er in deze coronatijd nu jongeren nòg meer afhankelijk zijn van internet? Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek naar online veiligheid en mediawijsheid onder 423 Amsterdamse scholieren in het voortgezet onderwijs.
DOCUMENT
The purpose of this research is to find evidence for the assumption that allowing children to create their own news messages is an effective approach to teach them how to distinguish between reliable news and fake news. Three students of the primary teacher training programme of The Hague University of Applied Sciences developed five lessons concerning fake news and five Kahoot! quizzes for each of those lessons. They taught the lessons they developed under the supervision of a primary school teacher and one of their lecturers from the university. A Friedman test on the scores of the Kahoot! quizzes indicate that the children made progress over the course of the study. In addition, it appears that the children appreciated the lessons and that they have learned how news is created and how fake news can be recognised. The outcomes of this study have prompted a larger, international Erasmus+ project. Schools and libraries in three countries will investigate similar innovative blended-learning approaches for pupils between ages 12 to 15.
MULTIFILE