Termen zoals ADHD, ADD, hoogsensitiviteit en autismespectrumstoornis zijn al te vaak labels die de enorme variatie erbinnen wegvlakken. Dat levert veel problemen op in behandeling, maar ook in opvoeding, onderwijs en therapie. De sleutel om anders te kijken naar die labels, ligt in de neurodiversiteit. Neurodiversiteit is geen stoornis, maar een manier om alle variatie in bijvoorbeeld gedrag en emoties te zien als uitkomst van een ontwikkelend brein in zijn unieke omgeving. We hebben allemaal onze eigen ontwikkeling. Als we in kaart kunnen brengen hoe dat voor iedereen anders is, krijgen we ook een beter begrip van hoe we elkaar beter helpen.
LINK
Bestaande labels als ADHD en autisme zijn beperkt en leiden tot stigmatisering, stelt sociaal wetenschapper Simona Karbouniaris. Nieuwe woorden als 'neurodiversiteit' zijn daarom hard nodig.
LINK
In het hoger onderwijs is 15 tot 20 procent van de studenten, docenten en andere medewerkers neurodivergent. Dat betekent dat zij – net als veel anderen – baat hebben bij een digitale werk- en leeromgeving die beter aansluit op uiteenlopende informatieverwerkingsstijlen, behoeften en voorkeuren. Deze Toolbox voor een Neuro-Inclusieve Digitale Werk- en Leeromgeving is ontwikkeld vanuit het onderzoeksproject DLO Digitale Inclusie aan de Hogeschool Utrecht. In dit project zijn behoeften en ervaringen van studenten, docenten en ontwikkelaars in kaart gebracht, met bijzondere aandacht voor neurodiverse perspectieven. De toolbox bundelt inzichten, ontwerpprincipes en praktische handvatten die kunnen helpen bij het verbeteren van zowel digitale systemen als het gebruik ervan in de onderwijspraktijk. Het uitgangspunt is dat wanneer we rekening houden met neurodiversiteit in ontwerp, inrichting en communicatie, dit de mogelijkheden voor toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en inclusiviteit voor íedereen in het hoger onderwijs vergroot. De toolbox is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het ontwerpen, gebruiken of verbeteren van digitale leeromgevingen: van studenten en docenten tot curriculumontwikkelaars, softwareontwikkelaars en product owners. De inhoud is opgebouwd rond drie ontwerpprincipes en drie leidende principes. Waar de ontwerpprincipes richting geven aan het ontwikkelen van toegankelijke en bruikbare digitale systemen, helpen de leidende principes om inclusiever te denken en samenwerken. Zo biedt de toolbox een kader én inspiratiebron voor wie wil bijdragen aan een meer digitaal bewuste en inclusieve werk- en leeromgeving. Disclaimer Deze toolbox is tot stand gekomen binnen het project DLO Digitale Inclusie aan de Hogeschool Utrecht, op basis van onderzoek uitgevoerd in 2023 en 2024. De inhoud is ontwikkeld in samenwerking met een diverse, maar beperkte groep studenten, docenten en ontwikkelaars. Daardoor biedt de toolbox waardevolle inzichten en handvatten, maar geen volledig beeld van alle perspectieven of situaties binnen het hoger onderwijs. De inhoud sluit aan bij de stand van zaken en systemen zoals die destijds binnen de HU gebruikt werden. Een Engelstalige versie van de toolbox is nog in ontwikkeling.
DOCUMENT
Digitale informatie voorzieningen sluiten niet altijd goed aan op de methode die voor 15 tot 20 procent van de studentenpopulatie optimaal is. Hoe kunnen we er voor zorgen dat voorzieningen en informatie bronnen wel op de behoeftes van deze groep aansluit?Doel De ontwikkeling van informatie en ontwikkeltools waarmee we curriculumontwikkelaars op de HU kunnen helpen onderwijsaanbod digital inclusief te ontwikkelen. Dit is een eerste stap die daarna model kan staan voor een meer universele inclusieve manier van informatieoverdracht. Resultaten Resultaten worden gedurende het project bekend gemaakt. Looptijd 01 september 2022 - 01 september 2023 Aanpak Via literatuuronderzoek, empathie sessies met eindgebruikers (studenten) en curriculumontwikkelaars die ervaring hebben met de digitale middelen en uitingen van de HU te werken uit 4 subgroepen uit het neurodiversiteits-spectrum zullen obstakels en belemmerende factoren in de huidige informatievoorziening in kaart worden gebracht. Samen met deze zelfde 4 groepen zal daarna gekeken worden naar voor hen prettigere alternatieven. Deze vier perspectieven zullen daarna samen in een advies worden gebundeld.
Vijftien tot twintig procent van de wereldbevolking is neurodivergent. Hieronder vallen neurotypen zoals ADHD, Autismespectrumstoornis en Dyscalculie/Dyslexie. In de digitale werk- en leeromgeving van het hoger onderwijs betekent dit dat veel studenten, docenten en andere onderwijsmedewerkers een ondersteuningsbehoefte hebben. Hoe kunnen we hun behoeften als startpunt nemen om de digitale werk- en leeromgeving inclusiever te maken voor iedereen?