Met de huidige maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaat en transities op het gebied van de vermindering van beschikbare ruimte voor stedelijk goederenvervoer en de sterke groei in e-commerce wordt het steeds belangrijker om logistiek mee te nemen in het ruimtelijk ontwerp van een gebied. Hierdoor kan efficiënte bevoorrading worden gerealiseerd en overlast worden beperkt. Ook kan zo worden aangesloten bij stedelijke ambities omtrent schone en slimme stadslogistiek. Toch wordt logistiek vaak niet of beperkt meegenomen in de ruimtelijke planning bij het (her-)ontwikkelen van gebieden. Door vroegtijdig na te denken over hoe het logistieke systeem eruit moet zien kan in het stedelijke ontwerp rekening worden gehouden met het ruimtegebruik van logistiek. Dit kan inefficiënte inpassing achteraf voorkomen. Om een hulpmiddel te bieden voor steden is daartoe een methode ontwikkeld die een basis vormt voor het nadenken over hoe logistiek kan worden geïntegreerd in de ruimte bij nieuwe gebiedsontwikkelingen. Stadslogistiek kenmerkt zich door de grote diversiteit van stromen waarin elk logistiek segment (afval, bouw, express en pakket, facilitair, etc.) om een eigen aanpak vraagt. Om die reden is het uitgangspunt van de methode om eerst grip te verkrijgen op het verwachte aantal voertuigen per stadslogistiek segment voordat wordt gekeken naar welke logistieke oplossingen passend zijn. Op basis van de samenstelling van het nieuw te ontwikkelen gebied (type en grootte bedrijven, functies en aantal huishoudens) en de geobserveerde voertuigen in andere gebieden wordt daar een inschatting van gegeven. Vanuit hier kan met maatwerk een mix van logistieke oplossingen worden opgesteld dat aansluit bij het type logistiek en de kenmerken en plannen voor en rond het gebied. Stedenbouwkundige ontwerpers kunnen dit vervolgens meenemen, zodat logistiek een slim en integraal onderdeel wordt van het ontwerp.
DOCUMENT
Met de uitvoering van het onderzoek ‘Het stedenbouwkundig bureau van de toekomst’ (zie eerste rapportage van het RAAK-project) aan de Hogeschool van Amsterdam is een kennisplatform tot stand gekomen over de inhoud en onderlinge positionering van stedelijke theorieën, methoden en casussen. Het platform stelt de stedelijk professional (al werkend en lerend) in staat, in samenspraak met collega’s, de beschikbare interdisciplinaire kennis over ruimtelijke analyses in stedelijke gebieden te ontsluiten, te delen en te vergroten.
DOCUMENT
Uitgebreide online versie. Met dit voorbeeldenboek laten we zien hoe een straat klimaatbestendig ingericht kan worden, wat een klimaatbestendige inrichting kost, maar vooral ook wat de voordelen zijn. Voor karakteristieke - en voor veel gemeenten herkenbare - straten hebben we telkens vier inrichtingsmogelijkheden uitgewerkt met de bijbehorende kosten en baten. Naast de algemene overeenkomsten die straten van eenzelfde wijktypologie hebben, kunnen er ook lokale verschillen zijn waardoor klimaatadaptatie niet op eenzelfde manier kan worden ingevuld. Het gaat hier om het maaiveldverloop, de bodemopbouw en de grondwaterstanden. Naast de investeringskosten zijn de onderhoudskosten en kosten als gevolg van eventuele waterschade meegenomen.
MULTIFILE
In Montfoort, een kleine kern in het Groene Hart, is in het najaar van 2021 een fitroute aangelegd. Tijdens de aanleg van de fitroute zijn vragen naar voren gekomen over het duurzaam gebruik van de route; deels was dat het gevolg van het feit dat Montfoort een regiegemeente is en samenwerkt met diverse partners. Hoe kan een fitroute het beste juridisch en beleidsmatig ingebed worden? Wie is eigenaar en verantwoordelijk voor beheer en onderhoud? En hoe kan naar de toekomst toe het gebruik van de route geoptimaliseerd worden? Daarmee richt dit project zich op orgware- en softwarematige vragen, waar specifiek in een niet-stedelijke context weinig over bekend is. In dit project worden deze vragen onderzocht en gedocumenteerd in een praktisch stappenplan en een video. Daarvoor wordt in drie fasen onderzoek gedaan. In Fase 1 wordt in gesprek gegaan met gemeenten waar fitroutes liggen. In een Realist-Evaluation Framework wordt ingegaan op de manier waarop zij juridisch en beleidsmatig de fitroute hebben ingebed en de manier waarop zij gebruik van de fitroute stimuleren. In Fase 2 wordt middels walk-along interviews met bewoners de route gelopen om te achterhalen wat motivatoren en barrières zijn voor het gebruik van de fitroute. Daarnaast wordt een groepsgesprek gehouden met professionals uit Montfoort om de mogelijkheden en onmogelijkheden voor verbetering van de route te verkennen. In Fase 3 wordt vervolgens één mogelijkheid voor optimalisatie van gebruik van de fitroute geïmplementeerd en getest. De uitkomsten van dit project worden gedeeld met gemeenten uit de regio die zijn aangesloten bij het netwerk van FC Utrecht. Daarbij worden professionals uit verschillende disciplines uitgenodigd, zodat de beweegvriendelijke omgeving in de regio van Utrecht breder dan sport op de kaart wordt gezet. Het stappenplan en een training of video worden beschikbaar gesteld via de website Beweegvriendelijke Buurt.