Met de publicatie van het eindrapport is een vierjarig onderzoek naar de effecten van masteropleidingen voor leraren en hun omgeving afgerond. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen welke effecten het volgen en afronden van een post-initiële masteropleiding heeft voor leraren, voor het onderwijs dat ze verzorgen, voor hun collega’s en voor de school als geheel. Van alle mogelijke effecten die een masteropleiding kan hebben op leraren en hun omgeving, wordt door dit onderzoek een beperkt aantal aangetoond. Vrijwel alle aan te tonen effecten zijn positief en betreffen vooral het pedagogisch-didactisch handelen van leraren, de onderzoekende houding van leraren en de professionaliteit van de schoolorganisatie Deze effecten worden herkend door alumni van masteropleidingen en hun schoolleiders en veelal toegeschreven aan het geleerde binnen de masteropleidingen. Voor het kunnen toepassen van de geleerde kennis en vaardigheden door masteropgeleide leraren zijn cultuur, beleid en visie van de schoolorganisatie van wezenlijk belang.Met dit onderzoek wil het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zicht krijgen op de effecten van meer masteropgeleide leraren in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, op de werkzame mechanismen die daaraan ten grondslag liggen en de condities die daarbij gelden. Effecten zijn gemeten aan de hand van een ‘verschil-in-verschilmeting’, waarbij de ontwikkeling van leraren die een masteropleiding volgen is afgezet tegen de ontwikkeling van een vergelijkbare groep van leraren die geen masteropleiding volgen of hebben gevolgd. Daarnaast is gebruikgemaakt van een vragenlijst onder schoolleiders over de impact van masteropgeleide leraren. Ten slotte zijn enkele afgestudeerden en leidinggevenden geïnterviewd om meer zicht te krijgen op onderliggende mechanismen en stimulerende en belemmerende factoren.Het onderzoek laat zien dat masteropleidingen invloed hebben op de kwaliteiten van leraren, op de bijdrage die ze leveren aan het leren van leerlingen, op de aantrekkelijkheid van hun beroep en de uitdaging die ze daarin ervaren, op de betrokkenheid bij vak- en klas-overstijgende processen en op schoolculturen. De gevonden invloeden hangen af van het type masteropleiding dat gevolgd is en zijn met name als het gaat om invloeden op schoolniveau afhankelijk van de condities en de cultuur binnen de school.
Social media and sharing economy platforms do not only disrupt industries. They also bypass democratic institutions. That’s not without risk, because the dominant Silicon Valley based online platforms are designed to create shareholder value, not to strengthen society or democracy. Which is unfortunate, because online platforms – if designed to that purpose – can be uniquely power full tools for organising our networked society.In Amsterdam over 90 neighbourhood networks use online platforms for self organisation. This development accelerated from 2010 on. The networks aim at strengthening social ties and local initiatives and are increasingly involved in some way of democratic innovation. This study is a deep dive into this urban bottom-up-movement. It puts the phenomena of online neighbourhood platforms in a broader societal and economical context. It points at the importance of user owned platforms and data. And it draws conclusions on how society and specifically municipal management can bring this movement to a next level. Ultimately with the potential of growing into an alternative for the Silicon Valley owned online platform ecosystem.
Deze rapportage bevat de evaluatie van het PUEV programma van de provincie Gelderland. Deze evaluatie is tot stand gekomen middels gesprekken met de EV-coördinatoren van de Gelderse milieuregio?s, het EV-projectbureau van de provincie Gelderland en de drie binnen de provincie aanwezige veiligheidsregio?s. De gesprekken zijn gevoerd in november en de-cember 2010 en geven een weerslag van de stand van zaken tot eind 2010. Daarnaast is dossieronderzoek uitgevoerd bij ruimtelijke plannen en milieuvergunningen. Per geformuleerd streefbeeld wordt een stand van zaken gegeven. In februari 2011 is naar aanleiding van de voorlopige resultaten een workshop georganiseerd met ambtelijke vertegenwoordigers van de deelnemende organisaties over vervolgactiviteiten die naar aanleiding van de evaluatie gedaan kunnen worden. Een verslag van deze workshop is onderdeel van deze evaluatie.
MULTIFILE