Posterpresentatie van het onderzoek naar de huisvesting van huisartsen.
MULTIFILE
Dit boekje is een weerslag van de inaugurele rede als lector Voeding & Gezondheid bij HAS hogeschool (toen HAS Den Bosch) die Annet Roodenburg op 6 juni 2011 hield. De kern van het betoog is de vraag: "Wanneer is een voedingsmiddel gezond?" Om deze vraag te beantwoorden is een omgevingsanalyse gemaakt.
DOCUMENT
In dit rapport doet ETFI verslag van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een heroriëntatie dan wel transitie van de sector "groepsverblijven" op Ameland, Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een aanbodsanalyse, vraaganalyse, mismatch-analyse en omgevingsanalyse. Tot slot is een drietal scenario’s ontwikkeld op basis waarvan maatregelen zijn voorgesteld ter bevordering van een gezonde en dynamische sector.
DOCUMENT
De werkgroep VVE heeft onderzocht hoe de werving en toeleiding in de Indische buurt/ De Hoogte kan verbeteren zodanig dat alle kinderen die VVE nodig hebben, ook daadwerkelijk een professioneel en deskundig aanbod VVE kunnen volgen.De doelstelling van het VVE-beleid is om de ontwikkeling van kinderen uit autochtone en allochtone achterstandsgroepen te stimuleren, zodat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. Onder de doelgroep vallen kinderen die het risico lopen op een achterstand. Doorgaans wordt gedacht aan de kinderen met een ‘gewicht’. Kinderen met een normaal ontwikkelingsverloop en kinderen die het risico lopen op een ontwikkelingsstoornis of gedragsproblemen vallen niet onder de doelgroep.De werkgroep heeft gekeken naar het huidige doelgroepbereik. Dit heeft inzicht gegeven in het deel dat nog niet bereikt wordt. Er zijn interviews gehouden met de betrokken werkgroepleden. Het bleek lastig te zijn om de gegevens van de twee- en driejarigen goed in kaart te brengen. Daarom is gekeken naar de vierjarigen op 1 januari 2010. Door het extrapoleren van de gegevens van de vierjarigen werd duidelijk dat in ieder geval 73% van de doelgroepkinderen bereikt wordt. Van de overige 27 % is niet duidelijk of er voorschoolse educatie is genoten. Slechts 8% van de doelgroepkinderen heeft helemaal geen voorschoolse instelling bezocht.Door het in kaart brengen van de gegevens van de vierjarigen werd duidelijk van welke voorschoolse instellingen deze kinderen afkomstig waren. Dit overzicht maakte de kindstromen inzichtelijk. Het blijkt dat de kinderen van veel verschillende voorschoolse instellingen komen. Dit feit bemoeilijkt mogelijk de doorgaande lijn.In de werkgroep is gesproken over hoe de screening van de doelgroep het beste uitgevoerd kan worden. Diverse screeningsinstrumenten zijn bekeken, waarbij eveneens gesproken is over wijkspecifieke kenmerken. Uiteindelijk is, mede vanwege het beleid van de gemeente, gekozen voor SNEL en de omgevingsanalyse. De werkgroep heeft, op basis van een bestaand stroomsschema, een bruikbaar schema voor deze doelgroepbepaling ontworpen.Naast de doelgroepbepaling en het doelgroepbereik is ook gekeken naar de wijze van toeleiding naar VVE. Door de interviews met de betrokken werd duidelijk dat er veel initiatieven zijn om de informatie actief bij de ouders te brengen. Naast de gerichte toeleiding door het consultatiebureau, de dreumesconsulent, COP en CJG hebben diverse projecten in de wijk ook het neveneffect toe te leiden. Vanwege het feit dat de informatievoorziening via verschillende kanalen plaatsvindt, is het nodig om goed af te stemmen. De werkgroep heeft daarom geadviseerd het 0-4 jarigenoverleg te behouden. Door het onderzoek werd eveneens duidelijk dat er een vaste route van signalering naar plaatsing nodig is. Daarom is, op basis van een bestaand schema, een stroomschema voor toeleiding ontworpen. De werkgroep heeft daarnaast een aantal adviezen geformuleerd om huidige toeleiding te verbeteren.De werkgroep is het jaar geëindigd met een aantal adviezen voor implementatie, waarbij een aantal instrumenten direct gericht kan worden ingevoerd.
DOCUMENT
Het lectoraat Regie Stedelijke Vernieuwing is een gemeenschappelijk initiatief van de Stichting Kennistransfer Bouw, Inbo Foundation en zes hogescholen, te weten Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam, Avans Hogeschool (Tilburg), Hogeschool Zuyd (Heerlen), en Saxion Hogeschool (Deventer). De genoemde hogescholen ver zorgen de opleidingen Bouwkunde, Civiele Techniek, Verkeerskunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde, Geodesie, Ruimtelijke Ordening en Planologie en Milieukunde. In de nieuwe bachelor structuur leiden deze opleidingen op voor de graad Bachelor of Built Environment (BBE). De leerstoel is organisatorisch ondergebracht bij het Kennis instituut Gebouwde Omgeving binnen de Faculteit Natuur en Techniek van de Hogeschool Utrecht.
DOCUMENT
Met voorlichtingscampagnes kun je het gedrag van mensen beïnvloeden. Om dit effectief te doen, zijn heldere strategische keuzes nodig. Hoe kom je tot zo'n campagnestrategie? De sociale wetenschap geeft hier steeds meer inzichten in. Om deze inzichten in de praktijk toe te passen, is het Campagne Strategie Instrument ontwikkeld. Dit instrument helpt om een analyse van het gedrag en onderbouwde keuzes te maken. Zo kan er vanuit de beleidsopgave een kansrijke campagnestrategie ontwikkeld worden. Doel: Met het gespreksmodel kom je tot onderbouwde keuzes voor een campagnestrategie. Het geeft in één oogopslag weer welke stappen er gezet moeten worden om hiertoe te komen. Dit gespreksmodel is gebaseerd op het rapport "Gedragsverandering via campagnes" (Ministerie van Algemene Zaken, 2011). Gebruik: het gespreksmodel kan als opening voor het eerste gesprek met de opdrachtgever (Ministerie) en opdrachtnemer (reclamestrategen) dienen. De stappen in het gespreksmodel kunnen worden doorlopen aan de hand van de vragenlijst.
DOCUMENT
Dit rapport gaat over het implementatieproces van de producten van De Krachten Gebundeld. Deze producten zijn het leertraject voor begeleiders en een omgevingsscan voor woon- en dagbestedingslocaties (zie bijlage 1). Beide producten richten zich op het ondersteunen van een gezonde leefstijl voor mensen met een matige tot zeer ernstige verstandelijke beperking en zijn te vinden op de productenwebsite: dekrachtengebundeld.nl. Tijdens de implementatie is ondersteuning geboden aan 4 zorgorganisaties die deproducten implementeerden in 2021 (looptijd project januari - juli). De ervaringen vanuit dit implementatieproces zijn samen met aandachtspunten gebundeld in dit rapport voor toekomstige kartrekkers vanuit zorgorganisaties.
DOCUMENT
Een gebruiksaanwijzing bij de ontwikkelde tool de 'Gebiedscoöperatie Canvas'.
DOCUMENT
Het lectoraat Facility Management van Zuyd Hogeschool (14.000 studenten in Heerlen, Maastricht en Sittard) richt haar pijlen op praktijkonderzoek op 3 thema’s: Leegstand en herbestemming, leefbaarheid en circulaire inkoop. De keuze voor het onderzoeksthema ‘leegstand en herbestemming’ ligt voor de hand in een regio waar sprake is van demografische krimp, ontgroening en vergrijzing en er dus steeds meer publiek vastgoed leeg komt te staan. In dit artikel hanteren we de omschrijving van Marc van Leent (2012) om publiek vastgoed te duiden: Vastgoed dat initieel een publieke functie diende. Scholen, zorg gebouwen, kerken en cultuurhuizen vallen daarmee onder deze categorie. De vraag of het gebouw met privaat of publiek geld is gesticht, is in dezen dus van minder groot belang. Om de koppeling met de praktijk te versterken heeft het lectoraat Facility Management de samenwerking gezocht met Yask Facility Management. Zowel het literatuuronderzoek als het praktijkgedeelte heeft het lectoraat samen met Yask uitgevoerd. Een Master FREM studente uit 2017-2018 heeft de lead genomen bij het praktijkgedeelte en de symbiose tussen theoretische inzichten en praktijkervaringen voor haar rekening genomen, hetgeen uitmondde in haar Master FREM thesis: “Redevelopment approaches for vacant public real estate in the Netherlands”. Dit artikel beschrijft de aanleiding, het proces, de onderzoeksresultaten en de conclusies die daaraan verbonden zijn.
DOCUMENT
Het handboek projectmanagement is opgesteld als handleiding voor de medewerkers van Fontys die betrokken zijn bij het uitvoeren van projecten in de rol van projectleider of anderszins. Het doel van het handboek is, om in samenhang met een cursus projectleiding, een bijdrage te leveren aan de beheersing van de projecten die binnen Fontys worden georganiseerd en uitgevoerd. Daartoe bevat het de nodige aanwijzingen en richtlijnen. Het handboek is richtinggevend, maar biedt voldoende ruimte en flexibiliteit om in overleg met de opdrachtgever tot een op zijn specifieke situatie toegesneden invulling te komen.
DOCUMENT