In dit rapport wordt op basis van 20 interviews met ondernemerschapsdocenten en -medewerkers van het MBO en HBO alsmede MKB bedrijven inzicht gegeven in de kansen en uitdagingen in de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. De nadruk ligt hierbij op het ontwikkelen van een ondernemende mindset bij studenten, met het idee dat dit zowel waardevol is voor studenten die een onderneming willen starten als voor studenten die binnen een bedrijf een leidinggevende positie willen vervullen maar ook voor bedrijven om nieuw talent aan te trekken of innovatieve ideeën te genereren. Deze definitie wordt breed gedeeld door de respondenten en ligt aan de basis van elke samenwerking. In het rapport wordt inzicht gegeven in de vormen van samenwerking die mogelijk zijn, en de overeenkomsten en verschillen die hierbij bestaan tussen het MBO en HBO. In het MBO ligt de nadruk op stages, in het HBO meer op het vinden van oplossingen voor beroepsvraagstukken en het coachen en begeleiden van studenten met een ondernemersplan. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan succesfactoren en uitdagingen in de samenwerking, waarbij goede, wederzijdse afstemming over mogelijkheden en doelen en flexibiliteit van het onderwijs centraal staan. Tenslotte wordt de toekomst van de samenwerkingen besproken. Hierbij wordt benadrukt dat de samenwerking enorm belangrijk is voor zowel studenten als ondernemers en mooie samenwerkingen oplevert die een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij. De samenwerkingen hebben echter ook veel zorg en aandacht nodig, zeker om ze ook te kunnen bestendigen en te verduurzamen. Daar wordt helaas nog niet altijd voldoende aandacht aan besteed door onderwijsinstellingen en overheid, en beiden kunnen hierin nog meer investeren. In het rapport worden hiervoor verschillende aanbevelingen gedaan.
DOCUMENT
Een duurzame bedrijfsovername van een agrarisch familiebedrijf vraagt veel van de overdragers en overnemers. In het regeerakkoord “Vertrouwen in de toekomst” is afgesproken dat jonge boeren worden ondersteund bij de bedrijfsovername. Dit onderzoek zal bijdragen aan het tot stand komen van een “Kenniscentrum Bedrijfsovername”. Hier kunnen bedrijfsoverdragers en overnemers hun zoektraject starten naar voor hun relevante informatie en scholingstrajecten. De probleemstelling luidt dan ook: Hoe kan de bestaande infrastructuur voor ondersteuning van duurzame bedrijfsovername worden verbeterd? Het onderzoek dat loopt van 1 mei 2020 tot 30 april 2022 zal starten met een Inventarisatie en beoordeling bestaande opleidingstrajecten gericht op versterken van agrarisch ondernemerschap. In de tweede fase zullen de aangeboden trajecten worden gekwalificeerd en zal worden gekeken welke relevante aanvulling noodzakelijk is. Daarna zal worden onderzocht hoe een manco ingevuld kan worden en zo mogelijk wordt er ervaring opgedaan met nieuwe leerarrangementen. Dit onderzoek zal worden gedaan bij agrarische ondernemers (toekomstige ondernemers, zij die in verschillende fases van de bedrijfsovername zitten en bij ondernemers die dit achter de rug hebben) en bij de onderwijs- en de adviespraktijk. Er wordt naar gestreefd om het eindresultaat te verbeelden in fictieve landkaarten, waarop de ondernemer zijn of haar expeditie bedrijfsovername kan starten of onderzoeken waar men is. Het idee is om deze landkaarten uit meerder lagen te laten bestaan waarop elke laag een specifiek antwoord of ontwikkelrichting aangeeft. Door de vorm, het Living Lab, zal het bijdragen aan het versterken van het netwerk (onderwijs, ondernemers en adviespraktijk). De expeditiekaart zal een bruikbaar hulpmiddel worden om de “learning awareness” van jonge ondernemers op een aantrekkelijke en inzichtelijke manier te bewerkstelligen en is direct toepasbaar in het onderwijs. De eindproducten dragen bij aan een goede inhoudelijke start van een nog te vormen Kenniscentrum Bedrijfsovername.
In Zuidwest Drenthe hebben 36 agrariërs zich verenigd om gedurende drie jaar natuurinclusieve landbouw (NIL) acties te ondernemen op hun bedrijven. Dit zijn diverse acties; bloemrijke akkers, ecologisch waterbeheer, regeneratieve landbouw, etc. Tegelijkertijd richten ze zich gezamenlijk op gebiedsgerichte stappen m.b.t. NIL. Via gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe (GCZWD) houden ze een gezamenlijke regie en onderlinge afstemming, er is een project “Natuur Inclusieve Landbouw in Zuidwest Drenthe (NIL)’” gestart. Via de GCZWD werken ze samen met partijen als agrarisch natuurbeheer Drenthe binnen de Agenda Boer Burger Natuur Drenthe (BBND). Alle samenwerkende partijen richten zich op een robuust, veerkrachtig en biodiverse landbouw. Dat vraagt van alle partijen een ondernemende houding en gedrag t.a.v. NIL. De deelnemende agrariërs geven aan dat juist het ondernemende gedrag van studenten – gedrag gericht op het zien en creëren van ideeën en kansen en deze omzetten in waarde voor anderen -zou moeten worden geïnitieerd en ondersteund. Dit KIEM voorstel focust zich op het zichtbaar maken en ondersteunen van ondernemend gedrag van Mbo studenten in het NIL project. Dit zijn studenten van Terra Mbo, die breed ondernemerschapsonderwijs als pedagogisch didactisch model in hun onderwijs hebben en in regionale projecten samenwerken en leren met agrariërs. Daarnaast wordt gekeken naar de wijze waarop deze agrariërs zelf – als ‘mee-lerenden’ - ondernemend gedrag van deze studenten (kunnen) ondersteunen. Door interviews (monitoring) en afname van zogenaamde “Situational Judgement Tests” (evaluatie) wordt ondernemende gedrag t.o.v. NIL van de studenten en de rol van de mee-lerende agrariërs systematisch in kaart gebracht. Dit praktijkonderzoek is een samenwerking tussen Terra, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (lectoraat Kansrijk Ondernemen), Hogeschool Windesheim (lectoraat Familiebedrijven) GCZWD en agrariërs(s). De onderzoeksvraag luidt: Op welke wijze kan ondernemend gedrag binnen het project Natuurinclusieve Landbouw zuid west Drenthe bij betrokken Mbo-studenten zichtbaar worden gemaakt en gestimuleerd?