© 2025 SURF
Nature-based solutions (NBS) bieden veel kansen om de waterveiligheid te verhogen en tegelijkertijd natuurwaarden te versterken. In dit artikel worden zowel een aantal ecologische en juridische aspecten besproken als de consequenties van NBS in voorlanden tussen dijk en water, ten behoeve van het overstromingsrisicobeheer.
MULTIFILE
Excerpt van de oratie van prof. dr. G. van der Laan als lector aan de Fontys hogescholen te Eindhoven (sociaal werk).
Over de effectiviteit van stretching wordt in de praktijk veel gespeculeerd en beweerd. De een gelooft er heilig in, de ander vindt het maar onzin. Tijd om de wetenschappelijke bewijzen eens op een rijtje te zetten. Stretching blijkt soms zinnig, en soms onzinnig.
Het kabinet kan het consumptiepatroon van Nederlanders sturen met financiële prikkels. Om een echte verandering op gang te brengen is een hogere belasting op suiker noodzakelijk. Door tegelijkertijd de btw op groente en fruit te verlagen, hoeft dat consumenten niets extra’s te kosten, zeggen lectoren Herman Peppelenbos, Feike van der Leij en Annet Roodenburg.
MULTIFILE
Innovatie staat hoog op de Nederlandse agenda van prioriteiten. Innovatie genereert immers economische groei en daarmee mogelijkheden voor nieuwe banen. Maar hoe wordt er geïnnoveerd binnen organisaties? Waar innovatie gericht zou moeten zijn op het stimuleren van creativiteit en "out of the box thinking", leert de praktijk dat innovatie beschouwd wordt als een beheersingsvraagstuk. Innoveren verwordt daarmee tot controleren terwijl het gericht moet zijn op verandering en vernieuwing. Het móet anders en het kán ook anders zal ik betogen.
In de periode maart 2015 – december 2016 heeft de opleiding WTB deelgenomen aan het landelijk project proeftuinen. In dit project is nagegaan of het protocol afstuderen aanknopingspunten biedt voor hbo-opleidingen om het afstudeerprogramma te evalueren en te verbeteren. Het protocol bestond uit 12 vragen die gaan over hoe een opleiding het afstudeerprogramma onderbouwt en organiseert. Deze tekst is een samenvatting van de eindrapportage.
De stad Goes is het bloeiende middelpunt van de regio “De Bevelanden”. Met diverse uitbreidingswijken blijft Goes groeien. Eén van deze wijken is woningbouwlocatie het “Goese Diep” gepland op het huidig industrieterrein de Houtkade. De huidige bedrijven gevestigd op dit industrieterrein zijn watergebonden. Dit wil zeggen dat de bedrijfsvoering afhankelijk is van aan- en afvoer via het water. De watergebonden bedrijven zullen op termijn moeten verhuizen naar een alternatieve locatie. In 2006 is gestart met de ontwikkeling van de eerste woningen op een voormalig deel van het industrieterrein en zijn er diverse vooronderzoeken uitgevoerd naar alternatieve locaties voor de te verplaatsen bedrijven. Door de crisis in de bouwsector is de ontwikkeling gestagneerd totdat in 2016 het project nieuw leven is ingeblazen. De noodzaak om de nog aanwezige bedrijven te verplaatsen is hierdoor weer actueel geworden. Uit de vooronderzoeken die in 2006 zijn uitgevoerd is gebleken dat de betrokken bedrijven, onder voorwaarden, bereid zijn om te verhuizen. In de vervolgonderzoeken zijn verschillende alternatieve locaties vergeleken. De meest geschikte locatie die aan de voorwaarden van de bedrijven voldoet is het “Goese Sas”. Gelegen aan het havenkanaal achter de sluis Goese Sas biedt de noordelijke variant de meeste mogelijkheden voor zowel de bedrijven als de initiatiefnemer gemeente Goes. De projectlocatie voor de nieuwe haven ligt achter een regionale waterkering op te verwerven landbouwgronden. Om de nieuwe haven geschikt te maken voor de bedrijven moet een kadeconstructie worden aangelegd. Voor de initiatiefnemer gemeente Goes is het van belang de economische meest voordelige kadeconstructie te realiseren. Daarnaast moet de kade-constructie voldoen aan de eisen van alle stakeholders. De eisen zijn vertaald naar een programma van eisen. Aan de hand van de eisen zijn drie geschikte varianten geselecteerd. De drie geselecteerde varianten zijn de L-muur, de damwand-constructie en het overbouwd talud. Alle kadeconstructies dienen geschikt te zijn voor het laden en lossen van schepen. De schepen worden gelost met een mobiele loskraan of een loskraan die op een kraanbaan staat opgesteld. Om de diverse kadeconstructies en de kraanbaan te dimensioneren zijn constructie berekeningen opgesteld. Met de gegevens uit de constructie berekening is een voorontwerp opgesteld en de wijze van uitvoering omschreven. Binnen afgebakende kaders is een raming opgesteld waarin de kosten voor realisatie, materialen en onderhoud en beheer voor de kadeconstructies zijn meegenomen. Per kadeconstructie is een prijs per strekkende meter bepaald. Op basis van kosten, bedrijfszekerheid en uitvoerbaarheid is de economisch meest voordelige voorkeursvariant, de damwandconstructie, geselecteerd. Het toepassen van de damwandconstructie in de haven is uitgewerkt waarbij een indicatie is gegeven van de totale realisatiekosten voor de haven.
Deze e-learning geeft informatie over eenzaamheid onder jongeren. Voor een logische opbouw is het van belang de aangegeven volgorde op de website aan te houden. Klik als eerste op het verhaal van Myron (1), kijk naar de portretten (2), ga daarna door naar de quiz (3) en lees ook de informatie bij de vragen. Bekijk daarna de signaleringskaart (4). Wil je wat meer de diepte in? Scroll dan iets naar onderen en bekijk de overige informatie.
MULTIFILE
Leerkrachten basisonderwijs ervaren dat de verschillen tussen leerlingen toenemen. De samenstelling van de schoolpopulatie wordt diverser en de huidige generatie leerlingen heeft meer dan voorheen specifieke interesses en behoeften. De veranderende maatschappij en jeugdcultuur waarin nieuwe communicatiemiddelen een dominante rol spelen, hebben daar volgens velen een rol in gespeeld (Inspectie van het Onderwijs, 2006; Kok, 2003). Ook de instroom van migranten en beleidsprogramma’s als ‘Weer Samen Naar School’ en de 'Regeling Leerlinggebonden Financiering’ hebben eraan bijgedragen dat de leerkracht voor de klas steeds meer geconfronteerd wordt met een groep leerlingen met zeer uiteenlopende behoeften (Oostdam, Peetsma & Blok, 2007). Daar komt nog bij dat op schoolniveau problemen sneller en beter gesignaleerd en gediagnosticeerd worden, waardoor eventuele verschillen tussen leerlingen scherper in beeld komen. Op dit moment wordt bijvoorbeeld steeds vaker een ‘rugzakje’ (een persoonsgebonden financiering) aangevraagd om ook kinderen met taal- en spraakproblemen, lichamelijke beperkingen en gedragsproblemen te kunnen laten deelnemen aan het reguliere basisonderwijs. De verwachting bij de introductie van deze rugzakregeling in 2003 was dat de groei van het speciaal onderwijs zou afnemen. Deze verwachting is niet uitgekomen. Naast een explosieve toename van het aantal rugzakleerlingen in het reguliere onderwijs is er nog steeds sprake van een stijging van het aantal leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs. Om de stijgende kosten het hoofd te kunnen bieden, wil de overheid in de toekomst naar een ander systeem voor zorgleerlingen. Zo liggen er plannen om vanaf 2011 de zogeheten ‘zorgplicht’ in te voeren. Schoolbesturen mogen een zorgleerling dan niet meer weigeren. Elke leerling moet een plek krijgen op een van de scholen die onder het bestuur vallen of er moet gezocht worden naar een passende oplossing. Deze toekomstige ontwikkelingen zullen een extra taak neerleggen bij basisscholen om goed in te spelen op de verschillen tussen leerlingen