Traditioneel werden simulaties vooral ingezet voor het trainen van technische en motorische vaardigheden. Tegenwoordig worden simulaties ook steeds vaker gebruikt voor het oefenen van complexe beroepssituaties waarin communicatie, samenwerking en oordeelsvorming centraal staan. Die verbreding is relevant, want veel studenten ervaren een kloof tussen wat ze leren op de opleiding en wat er van hen wordt gevraagd in de praktijk. VR-simulaties kunnen helpen om deze zogenaamde praktijkkloof te overbruggen. Maar hoewel VR-simulaties inmiddels breed kunnen worden ingezet in het onderwijs zijn ze niet automatisch effectief. Voor een optimaal leereffect is een doordachte, doelgerichte aanpak nodig. Het gaat immers niet om de technologie zelf, maar om het versterken van het leerproces. De auteurs bespreken in het whitepaper zeven dingen die elke onderwijsprofessional moet weten over VR-simulaties. Het whitepaper is het resultaat van een samenwerking tussen het lectoraat "Professional Communication in a Digitalizing Society" en het lectoraat "Professionalisering van het Onderwijs".
DOCUMENT
Nieuwkomerskinderen worden zelden betrokken bij het vormgeven van hun onderwijs, ook niet als het over zaken gaat die voor henzelf van belang zijn, zoals het inzetten van hun thuistaal bij het leren. Deze handreiking is gebaseerd op gesprekken met drie Syrische kinderen in het primair nieuwkomersonderwijs en observaties van hun gedrag tijdens formeel leren in de klas en informeel leren bij een museumbezoek. De gesprekken en observaties zijn (uit)gevoerd door een onderzoeker van Syrische afkomst en tevens de eerste auteur van deze handreiking. Ze kent de cultuur en taal van de kinderen door en door, en gebruikte deze kennis in haar interpretaties. De gesprekken over de thuistaal zijn dan ook in de thuistaal gevoerd. Wij presenteren deze handreiking als een denkkader om jou als onderwijsprofessional te helpen reflecteren op je eigen praktijk en om je inzicht te geven in normen, waarden en gedragscodes uit verschillende culturen. Hiermee hopen wij bij te dragen aan het verminderen en voorkomen van misverstanden tussen leerkrachten en ouders, én tussen leerkrachten en leerlingen. Tot slot presenteren wij suggesties van de participerende nieuwkomerskinderen over het gebruik van de thuistaal in het Nederlandse onderwijs.
LINK
In Zorgprimair schetste Marianne den Otter wat van een ‘inclusieve leraar’ wordt gevraagd. In haar discussie noemt ze Stevens die in het tijdschrift Orthopedagogiek, onderzoek en praktijk ‘pleit voor het herstel van zelfbewuste verantwoordelijkheid van professionals door het benutten van het potentieel aan kwaliteiten en het professioneel kapitaal’. Stevens roept in zijn artikel op tot openheid en samenwerking, met de leerling als een volwaardige partner. Dit artikel gaat nader in op dat samenwerken, dat immers cruciaal is binnen Passend Onderwijs. Iedere onderwijsprofessional zal ‘altijd’ moeten samenwerken met collega’s, met de omgeving van de school en van de leerling. Maar over wat dat in de praktijk precies betekent en wat dat van de leerkracht vraagt, is vooralsnog weinig bekend. Daarnaar doen wij – samen met onze studenten – binnen het lectoraat onderzoek .
DOCUMENT
Studenten opleiden tot professionals die kunnen leven en werken in de huidige complexe en diverse samenleving. Kunnen acteren met mensen van verschillende achtergronden en de verhoudingen in de wereld kennen. Wereldburgers opleiden die zelfbewust zijn en met een kritische en empathische blik naar de wereld om hen heen kijken. Zodat ze na hun opleiding professionals zijn die begrijpen dat onderwerpen door henzelf en anderen vanuit verschillende invalshoeken kunnen worden aangevlogen. En in staat zijn om oplossingen te vinden voor ingewikkelde vraagstukken. Dat is een leven lang leren! Aan die ontwikkeling draag jij als onderwijsprofessional, op jouw manier, bij. Maar, dat vraagt ook van jou om steeds meer te acteren op het snijvlak van de interne leeromgeving van school en een externe (leer)omgeving, waarbij het cocreëren met verschillende stakeholders steeds belangrijker wordt voor het slim vormgeven van leerprocessen. De afgelopen periode onderschrijft des te meer dat we in een sneltreinvaart toe bewegen naar het ‘nieuwe normaal’, waarbij van ons wordt verwacht om anders te werken én te denken. Ingesleten denk- en werkpatronen volstaan niet meer in onze internationale samenleving die steeds complexer en onvoorspelbaarder wordt. Je ontkomt pas aan die patronen door opnieuw te gaan denken, te leren afstand nemen van vooropgestelde ideeën over wat er zou moeten zijn en ontstane situaties als kansen voor ontwikkeling te zien. Juist in deze tijd is flexibilisering van het onderwijs en cocreatie hard nodig om bij te dragen aan het ‘nieuwe normaal’. Design Thinking is een gedachtegoed, aanpak en onderwijsmethodiek die hierbij kan helpen. Het is een manier om vanuit een mens-perspectief te kunnen vernieuwen. In deze Design Thinking ‘proeverij’ hebben we gepoogd onze ervaringen met Design Thinking in living labs voor business en management studenten te bundelen met ervaringen van anderen en theorie. Daarvoor hebben we ervaringen van andere hogeschooldocenten die Design Thinking reeds toepas sen in hun onderwijsomgevingen en een praktische vertaling van de theorie over Design Thinking & Doing gebruikt. Met als doel dat jij voor jezelf kunt gaan ontdekken of Design Thinking (& Doing) iets is voor jou, en voor jouw studenten. Wie weet, misschien ontdek je zelfs dat je al een onbewust, bekwame Design Thinker bent.
DOCUMENT
Diversiteit is een gegeven, in iedere groep verschillen leerlingen of studenten van elkaar. Op gebied van hun culturele en/of sociaal-economische achtergrond, maar ook wat betreft hun capaciteiten, motivatie en leerstijl. Ook interesses verschillen en de mate van zelfsturing. Diversiteit is er in iedere groep. Waarderen kun je interpreteren als ‘appreciëren of op prijs stellen’. Het betekent echter ook ‘inschatten of evalueren’. Niet iedereen waardeert diversiteit in de eerste zin van het woord; het is dan ook een enorme uitdaging om goed af te stemmen op diversiteit. In deze tijd van Passend Onderwijs en het M-decreet wordt dit in het onderwijs echter wel van je verwacht. Niet alleen door de overheid, maar ook door de school zelf. In vrijwel iedere visie en missie ligt de nadruk op talentontwikkeling, eigenaarschap, gepersonaliseerd leren of een andere term die verwijst naar het ondersteunen van de ontwikkeling van individuele leerlingen. Hoe jij als onderwijsprofessional diversiteit waardeert, in de tweede zin van het woord, heeft veel invloed op jouw handelen, op wat je uitstraalt en op de ontwikkeling van de leerlingen die jij lesgeeft. Daar gaat dit themanummer over. Waarderen van diversiteit gaat in de kern om jezelf kennen en de ander te willen leren kennen. Je eigen opvattingen, houding en verwachtingen, die je gedurende je leven hebt gevormd, bepalen hoe je kijkt naar diversiteit tussen leerlingen en naar jouw rol als professional. Kun je open en onbevooroordeeld naar leerlingen en hun ouders kijken en proberen te begrijpen hoe een ander naar dingen kijkt, denkt en leert?
DOCUMENT
In deze kennisclip leer je wat executieve functies zijn, waarom ze van cruciaal belang zijn voor leren en gedrag, en hoe je ze als onderwijsprofessional kunt herkennen en stimuleren. De clip biedt een heldere uitleg van de drie kerngebieden (werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit), onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek én praktische voorbeelden uit het onderwijs. Ook wordt een hardnekkige onderwijsmythe kritisch besproken.
MULTIFILE
De leidraad ondersteunt mbo-instellingen om zich tot lerende organisaties te ontwikkelen. In een mbo-school als lerende organisatie verbeteren docenten, opleidingsteams en schoolleiders hun onderwijs op een onderbouwde en duurzame manier. Door zich te verdiepen in bestaande kennis, ervaringen te delen, van elkaar te leren en samen te werken. Het doel van deze leidraad is om docenten, opleidingsteams en schoolleiders kennis en handvatten te bieden om zich tot een lerende organisatie te ontwikkelen. We verbinden kennis uit onderzoek aan kennis en ervaringen van docenten. Ook bieden we handvatten om de manier van duurzaam werken aan kwaliteitsverbetering te kunnen verankeren in de cultuur van de mbo-instelling. Aan de hand van de zes aanbevelingen in deze leidraad, werk je toe naar een lerende organisatie. In aanbeveling 1 en 2 focus je op het onderzoeksmatig en cyclisch werken aan onderwijsverbetering en in aanbeveling 3 t/m 6 werk je aan het creëren van een onderzoekscultuur: Kom tot een onderbouwd en gedragen verbeterplan Zorg voor een proces van uitvoeren, monitoren, bijstellen en borgen Stimuleer een onderzoekende houding Stimuleer samen leren in het team Benut kennis en expertise Creëer een schoolklimaat waarin leiderschap wordt gespreid
MULTIFILE
De Professionele Leergemeenschap (PLG) van Utrecht Leert heeft een gesprekstool ontwikkeld voor leidinggevenden, waarmee zij in gesprek kunnen gaan met hun teamleden. Deze tool is gebaseerd op onderzoek naar het behouden van onderwijsprofessionals in het primair onderwijs. Je kunt deze tool gebruiken om op je school of in je schoolbestuur met elkaar in gesprek te gaan over motiverende factoren die maken dat je wil blijven werken op jouw school en bij jouw schoolbestuur. Deze motiverende factoren zijn gebaseerd op vier thema’s die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen.
DOCUMENT
Het onderwijs, een prachtig werkveld, maar waar horen we dat nog? Over werkplezier in het onderwijs gaat het zelden, over werkdruk als structureel en groot probleem des te vaker. Werkplezier bevorderen kan een sleutel zijn om de problemen in het onderwijs aan te pakken, volgens lector dr. Mieke Koeslag-Kreunen van Hogeschool Utrecht (HU). Op 24 november gaf zij haar openbare les.
DOCUMENT
Om veranderingen succesvoller en duurzamer te maken, om het werklezier en de draagkracht van teams te bewaken en om alle lerenden optimale ontwikkelkansen te bieden, is het belangrijk dat er veranderkeuzes gemaakt worden die gestoeld zijn op evidentie, ingebed in een helder beleid. Minder veranderen, maar doordacht en onderbouwd. Daar zijn praktisch bruikbare veranderkennis, opleiding en professionalisering voor nodig. Daar zetten we met het lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs (OVO) op in. Het doel is om inzichten, instrumentarium en modellen te ontwikkelen die helpen complexe veranderingen in onderwijs meer evidenceinformed te organiseren, te monitoren en evalueren en hiervoor capaciteit te ontwikkelen bij de organisatie en het team van onderwijsprofessionals.
DOCUMENT