Deze publicatie is een bewerkte weergave van de installatierede die op 29 november 2010 is uitgesproken ter gelegenheid van de officiële start van het lectoraat Leren en Gedrag. Het betoog wordt als volgt opgebouwd. In paragraaf 2 wordt de aanleiding tot de inrichting van het lectoraat geschetst, uitmondendin twee kernvragen. In de paragrafen 3 en 4 wordt ingegaan op enkele maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen die bedoeld zijn om de twee kernvragen in de juiste context te plaatsen. In de paragrafen 5 en 6 worden deze twee kernvragen nader uitgewerkt
DOCUMENT
Onderzoek bij drie opleidingen van ROC Midden Nederland laat zien dat studenten de verbinding tussen wat op school en op de werkplek geleerd wordt, belangrijk vinden, maar ze ervaren in de praktijk vooral verschillen. Er is gebrek aan onderlinge afstemming. Dat schaadt hun vertrouwen in het leren op school. Studenten willen gezien worden en erkenning krijgen voor de expertise die zij hebben opgedaan in de beroepspraktijkvorming (BPV). De geneigdheid van docenten om gericht te zijn op procedures en verantwoording (dat wil zeggen werken voor de toets) werkt belemmerend bij het vinden van de aansluiting bij de student.
DOCUMENT
Verschillen tussen jongens en meisjes lijken vooral te bestaan in de attitude ten opzichte van Wetenschap & Technologie (W&T) en niet zo zeer in de verschillen in presentaties. Om te zorgen dat talenten van meisjes en vrouwen meer benut worden, moet er wellicht een attitudeverandering plaatsvinden in het onderwijs. Twee onderzoeken in het kader van Talentenkracht (Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool) laten zien of er sprake is van genderverschillen en hoe leerkrachten hiermee omgaan. Het blijkt dat mannelijke leerkrachten vaker een positieve attitude ten aanzien van W&T-onderwijs rapporteren. Dit lijkt zijn weerslag te hebben in de klaspraktijk waarin jongens meer gelegenheid krijgen om zich te uiten. Talentenkracht promoot een interactiestijl gericht op alle leerlingen. Echter het is belangrijk om bewust met deze interactiestijl om te gaan en te zorgen dat alle leerlingen gestimuleerd worden. Leerkrachten kunnen het verschil maken door extra te letten op de inbrengen van meisjes, meisjes beurten te geven en hen vanaf het begin bij de les te betrekken.
MULTIFILE