Teams spelen een centrale rol in onderwijsvernieuwing, maar de tijd die nodig is om veranderingen vorm te geven, wordt vaak onderschat. Dat is een van de conclusies uit het onlangs verschenen onderzoeksrapport van The Work Lab (HvA) en de lectoraten Werken in Onderwijs en Beroepsonderwijs (Hogeschool Utrecht), waarin de uitdagingen en kansen onder de loep genomen zijn, die zich voordoen bij het versterken van de samenwerking binnen mbo-teams.
MULTIFILE
Het lectoraat Werken in Onderwijs is in 2020 gestart tegen een achtergrond van kwantitatieve en kwalitatieve tekorten aan leraren en schoolleiders. Anno 2024 vormen deze tekorten nog altijd een veelkoppig monster. De ervaren werkdruk is hoog en leidt tot uitval, er zijn toenemende zorgen over de kwaliteit van het onderwijs zelf, het werk en ook schoolvakken zijn in voortdurende beweging. Bovendien lopen de tekorten de komende tien jaar nog verder op en zal de in- en uitstroom aan lerarenopleidingen te beperkt zijn om dit op te vangen. Het tekort aan onderwijsprofessionals kan worden gezien als een sluimerende crisis. Het is een gegeven dat onderwijsprofessionals continu met verandering te maken hebben en dat ontwikkelingen in hun werk (zoals het lerarentekort of de vraag hoe vorm te geven aan de onderwijsopdracht) zorgen voor permanente 'schuring' tussen belangen. Op basis van een analyse van onze inzichten en recente ontwikkelingen rondom het werken in onderwijs concluderen we dat het noodzakelijk blijft onderzoek te doen naar dit thema. We houden onze koers vast, maar met scherpere ambities. We formuleren onze nieuwe missie als volgt: met ons onderzoek dragen we bij aan het versterken van het beroep van onderwijsprofessionals in de volle breedte in schoolorganisaties die te kenmerken zijn als leerwerkplekken, waarbinnen wordt samengewerkt gericht op een aantrekkelijk beroep en goed onderwijs. Onze visie is dat praktijkgericht en, waar mogelijk, participatief onderzoek sámen met onderwijsprofessionals en vanuit een systemische kijk (gericht op de lagen van onderwijsprofessionals en schoolorganisatie; met oog voor het waartoe) bijdraagt aan deze missie. Voor onze tweede termijn formuleren we daarom de volgende hoofdvraag: Hoe kunnen (aanstaande) onderwijsprofessionals zich professioneel (blijven) ontwikkelen in schoolorganisaties die fungeren als leerwerkplek voor het realiseren van een aantrekkelijk beroep en kwalitatief goed onderwijs?
Veel mbo-opleidingen kiezen voor praktijkroutes, hybride leeromgevingen en gepersonaliseerde leerroutes. Dit levert dilemma’s op bij de afsluiting van de opleiding. Gebruikelijke examens passen vaak niet meer. Deze opleidingen willen informatie uit het onderwijs laten meewegen in de diplomabeslissing en een mix aan bewijzen gebruiken uit praktijk, werk en andere leeromgevingen.
Veel organisaties in met name de publieke sector kampen met bureaucratie, medewerkers die hun passie kwijt zijn en cliënten of burgers die zich een nummer voelen. Hoe kan een organisatie de bedoeling centraal stellen en weer wendbaar worden, waardoor zij weer oog krijgt voor de mensen die zij bedient? Hoe kan een organisatie voor sterke teams, coachend leiderschap en betekenisvol werk zorgen en het werkplezier van medewerkers vergroten? Een 'bottom-up'-aanpak van integrale organisatievernieuwing leidt in de praktijk tot goede resultatenDoel In dit ontwerpgerichte onderzoek wordt op participatieve wijze gewerkt aan een organisatieontwerp waarin de klant centraal staat en teams de bouwsteen vormen van de organisatie. Middels een methodiek ontwikkeld door het lectoraat werken professionals zelf aan het ontwerp van deze platte en eenvoudige organisatie en geven vorm aan hun teams waarin hun professionele autonomie groot is. Er wordt gekeken naar de aanpassingen van de organisatie die nodig zijn om teams te versterken, zoals een passende besturingsfilosofie, coachend leiderschap, ondersteunende diensten en systemen. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Zelforganisatietool De door het lectoraat ontwikkelde zelforganisatietool biedt inzicht in de teamvorming en teamontwikkeling en geeft teams en hun leidinggevenden handvatten voor hun ontwikkelpad. Afstudeeratelier Organiseren van waardig werk Studenten van het Institute for People & Business die bezig zijn met hun afstudeeronderzoek rondom het thema Ontwerpen & Veranderen van organisaties vormen tezamen een afstudeeratelier. Zij verdiepen aan de hand van expertcolleges hun kennis en maken de kennis die zij opdoen vervolgens overdraagbaar naar andere organisaties en het onderwijs door de resultaten van hun onderzoek te delen. Aanpak De ontwerp- en verandermethodiek die in het praktijkgericht onderzoek wordt toegepast, is gebaseerd op een experiment in de ouderenzorg. De aanpak staat beschreven in de handreiking ‘Sociale innovatie in de ouderenzorg: samenwerken aan goede zorg, op reis met de client als kompas’ (Handreiking Sociale Innovatie). In dit artikel (Artikel Organisatieverandering van onderop) worden de resultaten van dit experiment toegelicht. Deze ontwerp- en verandermethode is vervolgens in diverse organisaties toegepast (Edward Lawler – High-Involvement Management). Momenteel wordt een soortgelijke participatieve methode ontwikkeld voor, en toegepast in het hoger onderwijs (https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/naar-een-teamgerichte-organisatie). Onderwijsteams binnen de HU gebruiken de aanpak om zelforganiserend te worden en een teamgerichte organisatie te bouwen. Er wordt gelijktijdig onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de verbetering van het organisatieontwerp, in de ontwikkeling van het zelforganiserend vermogen van teams en wat de lessons learned zijn ten behoeve van een handreiking voor het ontwerpen van een teamgerichte organisatie in het hoger onderwijs.
Het Lectoraat kringlooplandbouw “Circulaire Boerenerven” van Aeres Hogeschool Dronten zet in op de transitie van het gangbare landbouwsysteem naar een circulair landbouwsysteem met gesloten kringlopen van grondstoffen, nutriënten en energie, (her)gebruik van reststromen en herstel van natuur en biodiversiteit. Met het lectoraat focust Aeres zich op het volste begin van de voedselketen; de (producerende) groene bedrijven op hun boerenerven. Het lectoraat heeft ten doel om kennis, best practices en nieuwe vormen van samenwerken te ontwikkelen en deze te implementeren op drie niveaus, te weten: 1. het niveau van boerenerven zelf 2. sectoroverstijgend (collectief) niveau en 3. bovenregionaal niveau. Onderzoek naar circulariteit op de boerenerven richt zich op het zo goed als mogelijk stroomlijnen van grondstoffen naar producten en het zo min als mogelijk verliezen daarvan naar bodem, water en atmosfeer. Op het tweede niveau wordt de koppeling van grondstoffen en producten tussen verschillende type bedrijven (akkerbouw-veeteelt en/of akkerbouw-diervoeding) onderzocht. Naast voornoemde mogelijkheden van cross sectorale samenwerking wordt op het derde niveau onderzoek gedaan naar mogelijke specialisaties per gebied. Onderzoek wordt geprogrammeerd op vier met elkaar samenhangende onderzoekslijnen die bijdragen aan de realisatie van kringlooplandbouw en de KIA LWV, te weten: 1. Gesloten voedsel- en mineralenkringlopen 2. Regeneratieve landbouwpraktijken 3. Sleuteltechnologieën 4. Toekomstperspectief en verdienvermogen Er wordt een kenniskring opgezet die bestaat uit docenten en onderzoekers van het Team Praktijkgericht Onderzoek en de Onderwijsteams van Aeres Hogeschool Dronten die zich richten op Dier- en Veehouderij, Tuinbouw en Akkerbouw, Agrifoodbusiness en Bedrijfskunde. Met deze opzet wordt interdisciplinair onderzoek gestimuleerd en worden onderzoeksresultaten geïmplementeerd in het onderwijs. Aeres Hogeschool Dronten heeft een krachtig lectorenportfolio dat een nieuw lectoraat kringlooplandbouw Circulaire Boerenerven vanuit meerdere perspectieven kan ondersteunen. Daarnaast heeft Aeres de afgelopen jaren een uitgebreid netwerk opgebouwd met agrarische bedrijven, publieke (beleids)actoren en onderzoeksorganisaties waarlangs kennis kan circuleren en doorwerken naar de groene sector.