Onderzoekend werken in mbo-instellingen is belangrijk omdat het docenten helpt in te spelen op ontwikkelingen in het onderwijs, werkveld en studenten. Een docent verwoordt het treffend: ‘Zonder onderzoekende houding is het lastig om de veranderingen bij te houden. Studenten vonden vroeger bijvoorbeeld sociale media niet belangrijk maar nu wel, daar zullen docenten dan ook nu iets mee moeten doen’. Onderzoekend werken is daarmee geen doel op zich, maar nadrukkelijk een middel bij het verbeteren of vernieuwen van onderwijs. In deze bijdrage gaan de auteurs in op de vraag hoe onderzoekend werken door docenten er uit ziet, en geven ze een voorbeeld van hoe onderzoekend werken op een mbo-instelling wordt ingezet bij onderwijsverbetering. Tot slot presenteren de auteurs een tool om met collega’s in de opleiding in gesprek te gaan over hoe zij onderzoekend (kunnen) werken aan onderwijsverbetering.
DOCUMENT
Deze praatplaat is onderdeel van het onderzoeksrapport ‘Onderzoeks(ver)richtingen in de praktijk van de mbo-docent’
DOCUMENT
Onderzoekend vermogen is een term die vanaf 2009 binnen het hbo in gebruik is en sindsdien ook gebruikt wordt in de lerarenopleidingen en het mbo. Wat ‘onderzoekend vermogen’ precies inhoudt, wordt daarbij zelden helder gedefinieerd. Er is een enkele empirische studie die geprobeerd heeft hier meer duidelijkheid te bieden, maar tot op de dag van vandaag worden meerdere termen naast en door elkaar gebruikt waarbij niet duidelijk is of deze termen voor gebruikers dezelfde betekenis hebben of verschillende fenomenen aanduiden. Dat geeft een conceptuele verwarring die er bijvoorbeeld voor zorgt dat (leraren)opleidingen veel problemen ervaren als het gaat om het ‘hoe’ van de ontwikkeling van deze competentie bij een (aankomend) professional. Dit introducerende artikel op het themanummer van Tijdschrift voor Onderwijspraktijkstudies over het onderzoekend vermogen van onderwijsprofessionals probeert te laten zien hoe onderzoekend vermogen de satéprikker kan zijn die van de losse boterhammen ‘theorie’ en ‘praktijk’ een sandwich ‘professionele ontwikkeling’ kan maken. In dit artikel wordt eerst ingegaan op de verwarring rondom onderzoekend vermogen en een nieuwe definitie gepresenteerd die op basis van een systematische conceptanalyse tot stand gekomen is. Daarna wordt geschetst hoe die nieuwe definitie kan helpen om onderzoekend vermogen beter te ontwikkelen bij (aankomende) professionals en tegelijk een hulpmiddel kan zijn in mbo- en hbo-opleidingen om het leren binnen het opleidingsinstituut sterker te verbinden aan leren in de beroepspraktijk.
LINK
Kwaliteitsverbetering van het onderwijs wordt de afgelopen jaren steeds meer gelinkt aan onderzoekend werken door onderwijsprofessionals. Van individuele docenten en docententeams wordt verwacht dat zij hun onderwijspraktijk continu verbeteren. Dat veronderstelt dat docenten(teams) in het mbo kritische vragen stellen bij hun uitvoeringspraktijk, zij zich bij het ontwerpen van nieuw onderwijs laten voeden door onderzoeksresultaten over de eigen praktijk en nieuwe aanpakken evalueren. Onderzoekend werken vereist een onderzoekende houding en kritisch-reflectief werkgedrag. De vijf mbo-instellingen uit het consortium hebben behoefte aan inzicht in hoe onderzoekend werken van docenten en docententeams op hun instelling betekenis krijgt. Daarnaast willen zij zicht krijgen op interventies die bijdragen aan het versterken van onderzoekend werken van docenten en docententeams en/of aan onderwijsverbetering. Hiertoe zijn vier onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoe percipiëren betrokkenen in de onderzochte mbo-instellingen het onderzoekend werken van docenten? 2. Wat zijn kenmerken van in de praktijk lopende interventies met het oog op onderzoekend werken van docenten? 3. Wat is de invloed van de interventies op onderzoekend werken en/of onderwijsverbeteringen? 4. Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren (mechanismen) hierbij? Mbo-instellingen uit het consortium hebben zelf (lopende) interventies aangedragen die volgens hen samenhangen met onderzoekend werken. Deze interventies vormden de basis voor voorliggend onderzoek, dat is opgezet als een meervoudige gevalsstudie. Bij vijf casussen zijn gedurende drie schooljaren gegevens verzameld via kwalitatieve (deskresearch, interviews, focusgroepen, activiteitenflits) en kwantitatieve (vragenlijst) methoden. Samenwerking tussen professionele onderzoekers en docentonderzoekers had als oogmerk de doorwerking van het onderzoek naar de beroepspraktijk te versterken. Projectnummer: 405.17.621 Dit onderzoek is (mede) gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek
DOCUMENT
Onderzoekend vermogen vergroot de flexibiliteit en wendbaarheid van docenten. Deze wendbare, flexibele docenten dragen op hun beurt weer bij aan toekomstbestendig en wendbaar (hoger) beroepsonderwijs. Met het inzetten van onderzoekend vermogen kunnen hbo-docenten namelijk niet alleen zichzelf, maar ook het eigen onderwijs blijven (door)ontwikkelen. Dit doen docenten door allereerst te herkennen waar handelingskennis ontbreekt. Wat kan en weet ik nog niet en hoe ga ik daar mee om? Docenten kunnen vervolgens deze handelingskennis met een passende grondigheid verwerven én bruikbaar maken voor de eigen onderwijspraktijk (Munneke & Rozendaal, 2023). Binnen het hoger beroepsonderwijs is de docentenpopulatie divers, met eigen achtergronden en beelden bij de rol van onderzoekend vermogen. Hoe kunnen we hier goed bij aansluiten om er voor te zorgen dat onderzoekend vermogen onderdeel wordt van het DNA van elke hbo-docent en elk hbo-docententeam?
DOCUMENT
Het Samen Opleiden traject De Noord- Hollandse SamenScholing (NHS) is een samenwerking tussen pabo Inholland Alkmaar en vijf schoolbesturen in het primair onderwijs uit de regio. Het doel is om studenten op te leiden tot reflectieve, contextbewuste leraren. Dit opleiden gebeurt in een hybride leeromgeving waarin opleiding en werkveld samenwerken in leerteams. De op deze wijze opgeleide leraren benutten onderzoekend vermogen in hun dagelijks handelen om continue af te kunnen stemmen op wat leerlingen nodig hebben. Deze leerteams bestaan uit eersteen tweedejaarsstudenten, een instituuts- en een schoolopleider. Het lectoraat De Pedagogische Opdracht (DPO) van Inholland legde de theoretische basis voor het definiëren en bevorderen van de reflectieve en contextbewuste professionaliteit van de (aanstaande) leraren en voor het definiëren van de plaats en functie van onderzoekend vermogen in dit proces. Daarnaast volgden de onderzoekers van het lectoraat DPO de leerteams gedurende het eerste jaar om middels actieonderzoek te verkennen hoe reflectiviteit en contextbewustzijn bij studenten versterkt kan worden en hoe zij hiervoor hun onderzoekend vermogen kunnen benutten. Er is in kaart gebracht wat dit betekent voor het samen werken en leren in leerteams en wat dit betekent voor de rol van de lerarenopleider. In dit artikel gaan we allereerst dieper in op de concepten die in het ontwerp en de werkwijze van de leerteams als theoretische basis zijn benut. Vervolgens lichten we toe op welke wijze de onderzoekers met de lerarenopleiders in de leerteams hebben samengewerkt, hoe het proces is verlopen, welke keuzes zijn gemaakt en wat de inzichten zijn. De citaten die de theorie illustreren zijn afkomstig uit actieonderzoek dat onderzoekers van het lectoraat samen met de lerarenopleiders hebben verricht.
DOCUMENT
Onderzoekend vermogen is voor (aankomend) hbo-professionals van cruciaal belang om hun beroepsopleiding met succes te kunnen afronden en te kunnen functioneren als wendbare professional. Dit begrip wordt echter door verschillende experts regelmatig anders uitgelegd en dat zorgt voor verwarring. Onderzoekend vermogen in de praktijk biedt hierin houvast. Dit boek, gebaseerd op de nieuwste inzichten en met concrete voorbeelden uit verschillende vakgebieden, geeft voor het eerst een compleet overzicht van het begrip ‘onderzoekend vermogen’. Er wordt integraal ingegaan op de drie elementen van onderzoekend vermogen: 1. Eerst goed verdiepen in de vraag of het probleem; 2. Dan kritisch bestuderen wat anderen hebben gevonden; 3. En daarna als het relevant en nodig is zelf onderzoek doen. Deze drie centrale componenten worden op overzichtelijke en concrete wijze met elkaar verbonden. Het boek biedt op deze manier houvast bij het toepassen van onderzoekend vermogen om tot beroepsproducten te komen, zowel in de context van een beroepsopleiding als in de praktijk. Kortom, Onderzoekend vermogen in de praktijk is een uitermate geschikt boek voor aankomende hbo-professionals uit elk vakgebied!
MULTIFILE
Ben jij moedig genoeg om de ruimte van het niet-weten op te zoeken? Te bevragen wat je denkt zeker te weten? Vaak denken we dat "meer weten" houvast biedt in onze complexe wereld vol vragen en onzekerheden. We proberen in onze hbo-opleidingen studenten met onderzoekend vermogen op te leiden zodat ze kunnen bijdragen aan de complexe vraagstukken in hun eigen beroepspraktijken. Daarbij moeten studenten leren kritisch met het "weten" om te gaan en begrijpen dat standaardoplossingen niet geschikt zijn voor iedere persoon en situatie. Ook moeten ze leren om bewust om te gaan met het "niet-weten". Hoe ga je als professional om met situaties waarin het niet zo duidelijk is wat goed is om te doen? Voor dit bewustzijn is onderzoekend vermogen een belangrijke competentie. Maar, is onze gangbare blik op deze competentie wel ruim genoeg? Bereiden we studenten momenteel goed genoeg voor op een wereld waar vaak geen pasklare antwoorden zijn? Leren we ze voldoende om te kunnen handelen vanuit de informatie/kennis/ervaring die voor handen is? En hoe zit het met het onderzoekend vermogen van alle andere betrokkenen, zoals hbo-docenten, praktijkgerichte onderzoekers en praktijkpartners, als we samenwerken aan een vraagstuk? Deze vragen staan centraal in deze openbare les.
DOCUMENT
Alle hbo-docenten hebben onderzoekend vermogen nodig om in het toekomstbestendig hoger onderwijs te werken en hier aan bij te dragen. Hbo-docenten begeven zich in een dynamische omgeving. Docenten hebben steeds meer rollen, verantwoordelijkheden en taken (Ommering & Koeslag-Kreunen, 2023). Daarnaast verandert het beroepenveld waartoe ze opleiden door (technologische of maatschappelijke) ontwikkelingen. Ook de Corona pandemie of de komst van ChatGPT heeft invloed op het werk van docenten. Hoe ga je hiermee om als docent en/of docententeam? Een belangrijk startpunt is om te herkennen waar handelingskennis ontbreekt, vervolgens deze handelingskennis met een passende grondigheid te verwerven en dit bruikbaar te maken voor de eigen onderwijspraktijk. De zojuist beschreven stappen omvatten het inzetten van het ‘onderzoekend vermogen’. Maar in de weerbarstige dagelijkse praktijk en de wisselende rollen van docenten blijkt dit vaak nog lastig vorm te geven. Als leden van een groter consortium zetten wij ons daarom in voor het expliciteren van de meerwaarde van ‘onderzoekend vermogen’ binnen de context van de hbo-lespraktijk en gaan wij op zoek naar manieren om docenten(-teams) te ondersteunen in het aanboren en (meer) inzetten van dit vermogen.
DOCUMENT
Het hoger beroepsonderwijs staat voor de taak om professionals op te leiden die in staat zijn om hun werk goed uit te voeren. Daarnaast dienen ze een bijdrage te leveren aan innovatie en het oplossen van steeds complexere maatschappelijke vraagstukken. Om studenten hier goed op voor te bereiden, heeft het ontwikkelen van onderzoekend vermogen de laatste jaren grote aandacht gekregen in de curricula van associate degrees, bachelor- en masteropleidingen. Gezien deze complexere eisen aan aankomende professionals, is de kwaliteit van docenten nog essentiëler geworden (Darling-Hammond et al., 2017).
DOCUMENT