interne publicatie; CD-ROM Professional in Beeld, aanbod aan scholenveld
DOCUMENT
In dit artikel wordt een beeld geschetst van een aantal thema's die in discussies over de ontwikkeling van actieonderzoek regelmatig naar voren komen. Ik beperk me daarbij tot actieonderzoek als strategie waarmee docenten in het onderwijs zelf hun handelen en de situatie waarin dat handelen plaats vindt kunnen leren begrijpen en verbeteren. In dat verband is actieonderzoek te beschrijven als een vorm van reflectief-onderzoeksmatig handelen door professionals. Na de korte beschrijving van een model voor actieonderzoek, wordt actieonderzoek gekoppeld aan opvattingen over professionele kennis. Vervolgens komen de centrale thema's in de debatten over actieonderzoek aan de orde. Het artikel wordt afgesloten met kenmerken van de reflectief-onderzoeksmatig handelende docent. De theoretische achtergronden worden geollustreerd met concrete voorbeelden.
DOCUMENT
In lerarenopleiding in Nederland neemt onderzoek door (aankomende) leerkrachten een steeds grotere rol in. De aandacht voor onderzoek door leerkrachten blijkt onder andere uit de oprichting van verschillende academische opleidingsscholen. Eén van die academische opleidingsscholen is de Academische ASKO Opleidingsschool. Binnen die academische opleidingsscholen wordt onderzoeksmatig gewerkt aan de ontwikkeling van het onderwijs, de school en de professionaliteit van leraren. Onderzoeksmatig werken en ontwikkelen is het proces waarin vraagstukken en ontwikkelthema’s die voortkomen uit de ontwikkelagenda van de school (vanuit het schoolplan en het jaarplan) door ontwikkelgroepen van leraren en studenten vanuit een onderzoeksmatige aanpak worden opgepakt. Voor veel leraren is het doen van onderzoek binnen hun eigen les- en ontwikkelpraktijk een relatief nieuwe activiteit, waar ze weinig ervaring en deskundigheid in hebben. Ondersteuning en professionalisering is daarom noodzakelijk: Onderzoeksgroepen worden begeleid door onderzoeksbegeleiders, terwijl de onderzoekbegeleiders op hun beurt ook weer worden begeleid en ondersteund in hun rol en de uitvoering in de praktijk. Bij de ondersteuning van de onderzoeksbegeleiders wordt gewerkt met intervisie-bijeenkomsten, waarbij aan de hand van videobeelden, ingebrachte ervaringen en andere bronnen gereflecteerd is op het proces van het begeleiden van onderzoek.Tijdens de intervisie ontstaan inzichten in de wijze waarop onderzoek door ontwikkelteams binnen de scholen vorm kan krijgen. Deze inzichten vormen een praktijktheorie voor de onderzoeksbegeleiders. Hieronder wordt deze praktijktheorie geëxpliciteerd, om zo de opbrengsten overdraagbaar te maken. Het is nadrukkelijk een praktijktheorie, dat wil zeggen ontstaan op basis van de praktijk van de betrokken onderzoeksbegeleiders en hun inzichten. In die zin is de praktijktheorie subjectief en gebonden aan de specifieke groep die deelneemt aan het intervisietraject. Een praktijktheorie is niet zondermeer overdraagbaar, maar kan wel voor anderen ter inspiratie dienen. De praktijktheorie wordt na iedere intervisie-bijeenkomst aangevuld en de volgende bijeenkomst weer besproken
DOCUMENT
Bij de ontwikkeling van kinderen speelt de omgeving waarin zij opgroeien en de wijze waarop zij zich verbonden voelen met hun buurt een belangrijke rol (Owens, 2004; 2016). Om als basisschool goed bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van kinderen is het van belang dat scholen de omgeving en de buurt waarin hun leerlingen opgroeien kennen en kunnen benutten voor hun onderwijs. In het bijzonder gaat het daarbij om de betekenis die deze omgeving voor hun leerlingen heeft. Voor basisscholen in wijken met een grote diversiteit aan inwoners kan de betekenis van eenzelfde omgeving voor verschillende leerlingen ook zeer verschillend zijn. Naar de wijze waarop kinderen zich verbonden voelen met de fysieke en sociale ruimte is nog weinig onderzoek gedaan (Tani, 2016). Naast inzicht in de bestaande verbinding van kinderen met hun omgeving is het voor het onderwijs belangrijk om inzicht te verkrijgen in de wijze waarop kinderen in staat kunnen worden gesteld om zich te binden aan een plek en om deze plek te benutten bij hun ontwikkeling. De capability approach (Nussbaum, 2014) en een perspectief op de veerkracht van kinderen (Enthoven, 2007) bieden een kader om naar dit vraagstuk te kijken. Het onderzoek richt zich op wat het primair onderwijs kan doen om de aan de omgeving gerelateerde vermogens van kinderen te ontwikkelen. Onderwijs waarin de leefomgeving van kinderen wordt betrokken of waarin de leefomgeving op enige wijze een rol speelt kan hiertoe een middel zijn. Dit vanuit de notie dat door het ontwikkelen van een ‘sense of place’ (Dolan, 2016) de kennis, persoonlijke verbondenheid en verantwoordelijkheid voor de lokale omgeving versterkt kunnen worden. Het onderzoek zal na een verkennende fase een ontwerpgericht karakter krijgen, waarbij op onderzoeksmatige wijze materiaal wordt ontwikkeld dat bruikbaar is op basisscholen en lerarenopleidingen basisonderwijs.
Het kennisnetwerk “Leren en Ontwikkelen voor Toekomstgericht Onderwijs” richt zich op onderwijsvernieuwingsvraagstukken. Scholen staan voor complexe uitdagingen waaronder een toename in diversiteit aan leerlingen die maatwerk vragen, de hardnekkige kansenongelijkheidsproblematiek, de noodzaak nieuwe technologieën adequaat in te zetten, en de opdracht leerlingen nieuwe leerinhouden maar vooral nieuwe leervaardigheden aan te leren. Voor scholen leidt dit tot aanpassingen zoals afstappen van klassikaal werken, focussen op leerprocessen in plaats van leerproducten en inzetten op autonomievergroting bij leerlingen. Onafhankelijk van de sector kampen scholen met vergelijkbare (ontwikkel)vraagstukken zoals nieuwe (meer ontwerpende en coachende) rollen van leraren, het anders beoordelen en monitoren van leerlingen en nieuwe samenwerkingsvormen binnen teams. Ons kennisnetwerk omvat bestaande samenwerkingsverbanden van lerarenopleidingen en scholenclusters die ervaring hebben met gezamenlijk onderzoek doen, opleiden en professionaliseren. De lectoren kennen elkaar van gemeenschappelijke (praktijkgerichte) onderzoeksprojecten, professionaliseringsactiviteiten en onderwijsontwikkeling. In het kennisnetwerk brengen we de verschillende samenwerkingsverbanden fysiek samen doordat onderzoekers, (toekomstige) leraren en lerarenopleiders in kennislabs op een onderzoeksmatige manier werken aan praktische oplossingen voor eerdergenoemde vraagstukken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een methodiek voor hybride kennislabs, ontwikkeld door een van de lectoraten, samen met de OU. Binnen het netwerk is een kernteam verantwoordelijk voor enerzijds destillatie van prangende onderzoeksvragen en het doen van onderzoeksaanvragen en anderzijds de monitoring van zowel de leeropbrengsten als praktische opbrengsten (werkzame principes) van de kennislabs en de verfijning van de werkwijze binnen de kennislabs. Het uiteindelijke doel zijn kennislabs die zodanig regionaal verankerd zijn wat betreft de professionalisering van betrokkenen, kennisdeling, inspiratie en ondersteuning bij het ontwikkelen van toekomstgericht onderwijs en het aanvragen en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek dat deze na vier jaar zonder subsidie kunnen worden voortgezet. Daarnaast vormen ze een onmisbaar onderdeel van een landelijke kennisinfrastructuur. We beogen een open netwerkorganisatie waarbij lerarenopleidingen, scholen en kennisinstellingen zich op basis van hun expertise kunnen aansluiten
Sprong Voorwaarts is een anders georganiseerd netwerk van onderwijsmensen. Met oog voor eigenheid en gelijkwaardigheid werken we samen aan toekomstgericht onderwijs. We organiseren kennislabs rondom vier domeinen: anders zijn, anders doen, anders organiseren en anders sturen. Kennislabs waarin we creëren, ontwerpen, onderzoeken en leren met de onderwijspraktijk en de omgeving.Doel Scholen hebben te maken met complexe uitdagingen om het onderwijs toekomstbestendig te maken. In hybride kennislabs van opleiders, onderzoekers, leraren en schoolleiders werken we binnen SPRONG Voorwaarts op een onderzoeksmatige wijze aan praktische oplossingen voor deze vraagstukken. Resultaten In de kennislabs wordt toegewerkt naar een opbrengst, bijvoorbeeld een tool. De focus is tweeledig: Samenwerken en leren (proces) Ontwerpen (product) met een methodische aanpak In de implementatielabs wordt onderzocht hoe de stuurkracht van leraren kan worden versterkt in interactie met hun omgeving. Vragen die aan de orde kunnen komen zijn: Hoe ontwikkel je als leraar stuurkracht/agency? En wat is hierin de rol van de schoolleider? En van collega’s? Hoe ontwikkel je samen met collega’s (als team) collectieve stuurkracht/agency Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren voor stuurkracht/agency in de context van een onderwijsinnovatie? In de kennis- en implementatielabs zijn de Superagent spelkaarten ontwikkeld. Doel van de spelkaarten is om deelnemers na te laten denken over concrete manieren waarop zij iets ‘anders’ kunnen doen in hun onderwijspraktijk. De spelkaarten nodigen uit om een actie te concretiseren met elkaar en de uitvoering hiervan zo concreet mogelijk te maken en daar na afloop op te reflecteren. De acties zijn bedoeld om te oefenen met een van de kwaliteiten van een ‘superagent’. De spelregels en spelkaarten van Superagent zijn onderaan deze pagina te downloaden om zelf uit te printen en mee aan de slag te gaan. Looptijd 01 april 2021 - 31 december 2024 Aanpak De methodiek bevat elementen van scrum en design thinking en verwerkt inzichten uit onderzoek naar teamleren en netwerkleren. De sterkte zit in de wisselwerking tussen leraren, lerarenopleiders en lectoren enerzijds en tussen regionale en landelijke verbinding anderzijds. Downloads en links