Uit de Inleiding De Hogeschool van Utrecht heeft sinds september 2002 de leerstoel Monumentenzorg in de Praktijk. In de monumentenzorg en het restauratiebedrijf bestaat ongerustheid over de instroom van gekwalificeerd personeel op de restauratiegroeimarkt. De instelling van de leerstoel bij een hogeschool duidt op een praktische oriëntatie. Wat is "monumentenzorg in de praktijk"? Ik begin mijn betoog met de toenemende uitbreiding en verschuiving van het vakgebied, vervolgens vertel ik over de kennisbehoefte in de restauratiepraktijk en licht u ten slotte in over de opzet van restauratieonderwijs in Utrecht.
MULTIFILE
Op basis van onderzoek worden de vrijetijdspatronen (georganiseerde en ongeorganiseerde vrijetijd) van kinderen tussen 10 en 15 jaar uit verschillende sociale milieus beschreven. Uit de resultaten blijkt dat de ongerustheid over de te drukke agenda's van kinderen en jonge tieners niet terecht is. Nog geen 12% van de onderzochte leeftijdsgroep blijkt vier of meer vaste afspraken c.q. georganiseerde activiteiten per week te hebben (sporttraining, gitaarles, buitenschoolse opvang e.d.). Zij zijn meestal afkomstig uit gezinnen met hoogopgeleide ouders. 47% blijkt en of twee vaste afspraken te hebben en ruim 27 % neemt deel aan geen enkele activiteit die wekelijks georganiseerd wordt. Verder wordt uit het onderzoek duidelijk dat bij jonge adolescenten zeer gedifferentieerde patronen van vrijetijdsbesteding te onderscheiden zijn. Op basis van de onderzoeksgegevens wordt een typologie gegeven van ongeorganiseerde vrijetijdsbesteding (welke groepen jongeren onderscheiden naar klasse en gender doen wat?)En ook is onderzocht hoe onderscheiden groepen jongeren ongeorganiseerde activiteiten en georganiseerde activiteiten combineren.
DOCUMENT
In two covariation bias experiments, we investigated whether socially anxious women overestimate the contingency between social events and signs of rejection and/or to underestimate the contingency between social events and approval. Participants were exposed to descriptions of ambiguous or negative social events, situations involving animals, and nature scenes that were randomly paired with disgusting, happy, and neutral faces. Socially anxious participants reported enhanced belongingness between ambiguous events and signs of rejection, together with reduced belongingness between negative events and approval. This contributes to previous findings suggesting that socially anxious individuals suffer from fear-confirming interpretive biases. There was no evidence for enhanced negative or reduced positive covariation bias in socially anxious individuals.
DOCUMENT
• Medische beeldvorming met röntgenstraling is vaak essentieel voor goede diagnostiek. Tegelijkertijd kan de straling nadelige bijwerkingen hebben zoals een verhoogd risico op kanker. Omdat kinderen hiervoor extra gevoelig zijn is er de laatste jaren veel aandacht voor deze risico’s. Het ongeboren kind wordt daarbij meestal buiten beschouwing gelaten. • Er bestaat echter veel ongerustheid onder zwangere vrouwen over de gevolgen voor het ongeboren kind van de radiologische verrichtingen die zij soms moeten ondergaan. • Die ongerustheid wordt aangewakkerd door verschillen in praktijkvoering tussen ziekenhuizen en tussen de Medisch Beeldvormende en Bestralingsdeskundigen (MBB-ers) die de onderzoeken uitvoeren. • Vooronderzoek, uitgevoerd door hogescholen i.s.m. het beroepenveld wijst uit dat MBB-ers over onvoldoende up-to-date kennis beschikken over het onderwerp en dat zij behoefte hebben aan een leidraad die hen ondersteunt bij de uitvoering van het onderzoek en de communicatie met de patiënt. • Om het probleem waarmee de MBB-er kampt op te lossen kiezen wij gezamenlijk voor een vorm van ondersteuning die naadloos aansluit bij de prioriteiten van de zogenaamde Bonn Call for Action, zoals opgesteld door de WHO om medische stralingsbelasting te matigen. • Dit project richt zich dan ook op o de ontwikkeling van een praktische leidraad voor MBB-ers met veel aandacht voor risicocommunicatie en o een e-learning module die voor bij- en nascholing kan worden ingezet. • Door deelname aan het project van alle hogescholen met een opleiding tot MBB-er en de beroepsvereniging van MBB-ers wordt gewaarborgd dat een breed gedragen eindproduct wordt opgeleverd dat landelijk wordt geïmplementeerd. • Door de participatie van de verloskunde-academie worden ook zwangere vrouwen zelf bij het project betrokken en met de ondersteuning van het RIVM wordt op het gebied van risicocommunicatie met zwangeren over straling een belangrijke slag gemaakt. Bij het project is bovendien een sterke adviesraad geformeerd waarin alle belanghebbende beroepsverenigingen zijn vertegenwoordigd.