Psychiatrisch verpleegkundigen hebben in hun werk regelmatig te maken met mensen die ernstig lijden. Voor een aantal van deze mensen is dit lijden dusdanig ondraaglijk dat zij overwegen om hun leven te beëindigen, een aantal mensen doet dit ook daadwerkelijk. Gemiddeld plegen in Nederland 1600 mensen per jaar suïcide (CBS). Het aantal mensen dat een suïcidepoging doet is rond 94.000 per jaar en 410.000 mensen in de Nederlandse bevolking hebben weleens suïcidegedachten (Ten Have et al. 2006). Hoewel suïcide niet voorbehouden is aan mensen met een psychiatrische diagnose, blijkt uit onderzoek dat bij 47% tot 74% van alle mensen de suïcide is toe te schrijven aan psychiatrische problematiek (Cavanagh et al. 2003). Het uitvragen en bespreken van suïcidaal gedrag is een belangrijk aandachtspunt in elke psychiatrische behandeling. In aansluiting op de internationale term 'suicidal behavior' wordt suïcidaal gedrag gedefinieerd als het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden (Hemert et al. 2012). Verpleegkundigen hebben een belangrijke functie in het signaleren, monitoren en behandelen van suïcidaal gedrag.
In dit artikel is ingegaan op de vraag waarom ruimtelijke ordening uiteindelijk weinig wordt ingezet voor de beheersing van veiligheidsrisico 's. De nadruk ligt hierbij op fysieke veiligheidsrisico’s en in het bijzonder op de thema’s externe veiligheid en waterveiligheid. Op basis van onderzoek naar de omgang met deze risico’s in de ruimtelijke ordening, worden drie suggesties gegeven voor het versterken van de positie van veiligheidsvraagstukken bij ruimtelijke ontwikkelingen; (1) realiseren van een mix van communicatieve en dwingende instrumenten voor het meenemen van veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen; (2) ontwikkeling van gerichte expertise op lokaal niveau; (3) via risicocommunicatie vergroten van risicobewustzijn bij bestuurders en ambtenaren. Deze suggesties zijn gericht op professionals die betrokken zijn bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van het ruimtelijke veiligheidsbeleid.
MULTIFILE
• Medische beeldvorming met röntgenstraling is vaak essentieel voor goede diagnostiek. Tegelijkertijd kan de straling nadelige bijwerkingen hebben zoals een verhoogd risico op kanker. Omdat kinderen hiervoor extra gevoelig zijn is er de laatste jaren veel aandacht voor deze risico’s. Het ongeboren kind wordt daarbij meestal buiten beschouwing gelaten. • Er bestaat echter veel ongerustheid onder zwangere vrouwen over de gevolgen voor het ongeboren kind van de radiologische verrichtingen die zij soms moeten ondergaan. • Die ongerustheid wordt aangewakkerd door verschillen in praktijkvoering tussen ziekenhuizen en tussen de Medisch Beeldvormende en Bestralingsdeskundigen (MBB-ers) die de onderzoeken uitvoeren. • Vooronderzoek, uitgevoerd door hogescholen i.s.m. het beroepenveld wijst uit dat MBB-ers over onvoldoende up-to-date kennis beschikken over het onderwerp en dat zij behoefte hebben aan een leidraad die hen ondersteunt bij de uitvoering van het onderzoek en de communicatie met de patiënt. • Om het probleem waarmee de MBB-er kampt op te lossen kiezen wij gezamenlijk voor een vorm van ondersteuning die naadloos aansluit bij de prioriteiten van de zogenaamde Bonn Call for Action, zoals opgesteld door de WHO om medische stralingsbelasting te matigen. • Dit project richt zich dan ook op o de ontwikkeling van een praktische leidraad voor MBB-ers met veel aandacht voor risicocommunicatie en o een e-learning module die voor bij- en nascholing kan worden ingezet. • Door deelname aan het project van alle hogescholen met een opleiding tot MBB-er en de beroepsvereniging van MBB-ers wordt gewaarborgd dat een breed gedragen eindproduct wordt opgeleverd dat landelijk wordt geïmplementeerd. • Door de participatie van de verloskunde-academie worden ook zwangere vrouwen zelf bij het project betrokken en met de ondersteuning van het RIVM wordt op het gebied van risicocommunicatie met zwangeren over straling een belangrijke slag gemaakt. Bij het project is bovendien een sterke adviesraad geformeerd waarin alle belanghebbende beroepsverenigingen zijn vertegenwoordigd.