The outbreak of the COVID-19 virus in December 2019 and the restrictive measures that were implemented to slow down the spread of the virus have had a significant impact on our way of life. The sudden shift from offline to online activities and work may have resulted in new cybersecurity risks. The present study therefore examined changes in the prevalence, nature and impact of cybercrime among Dutch citizens and SME owners, during the pandemic. Qualitative interviews with ten experts working at various public and private organizations in the Netherlands that have insights into cybercrime victimization and data from victim surveys administrated in 2019 and 2021 were analyzed. The results show that there was only a small, non-statistically significant increase in the prevalence of cybercrime during the pandemic among citizens and SME owners. Nevertheless, the COVID-19 pandemic did have an impact on the modus operandi of cybercriminals: victims indicated that a considerable proportion of the offenses was related to the COVID-19 pandemic, particularly in the case of online fraud. Moreover, the use of new applications and programs for work was associated with an increased risk of cybercrime victimization during the COVID-19 crisis. These results suggest that increases in rates of registered cybercrime that were found in previous studies might be the consequence of a reporting effect and that cybercriminals adapt their modus operandi to current societal developments.
Het justitiële en het sociale domein hebben zich in de afgelopen decennia steeds meer van elkaar afgewend. Het is nodig dat deze domeinen elkaar weer vinden en zich aan elkaar verbinden. De expertise en de formele inbedding van de reclassering in de strafrechtketen is van essentieel belang bij het werken aan lokale veiligheid, bij het signaleren van delictgerelateerde sociale problematiek en bij toezicht op (ex)delinquente burgers. Samenwerking tussen reclassering en wijkteams is essentieel met het oog op rehabilitatie en inclusie van de betrokken burgers. De transformaties in het sociale en het justitiële domein bieden hiervoor nieuwe kansen. Hiervoor is nodig dat wijkteams, reclassering en andere betrokkenen. Hierbij hoort ook een gedeeld beeld van de gezamenlijke professionaliteit die nodig is om effectief samen te werken aan voorkomen– en afbouwen van delinquente loopbanen bij burgers. Naast specifieke kennis en vaardigheden gaat het hier om een onderliggende opvatting van professionaliteit, door Zuurmond en de Jong (2010) samengevat als ‘de duurzame professional’, die uitgaat van wat nodig is, die de eigen aanpak verbetert als die niet afdoende is, die over de muren van het eigen domein heen kijkt, die van buiten naar binnen denkt, uitzonderingen herkent en erkent, handelingsverlegenheid erkent, zich zowel kan engageren als positioneren, en voor oplossingen gaat, ook buiten kantooruren.
De aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit is een actueel en belangrijk vraagstuk voor de politie, dat door corona nog belangrijker werd. Cybercriminaliteit was ook vóór de coronapandemie al sterk in opkomst, maar het aantal geregistreerde gevallen nam het afgelopen jaar sterk toe. Dit onderzoek richt zich op de versterking van de aanpak op lokaal niveau, in het politiedistrict IJsselland. Het doel is enkele recente leerervaringen te verzilveren: Wat zijn de opgedane ervaringen in een grootschalig onderzoek naar vriend-in-noodfraude, waarbij tussen het basisteam IJsselland-Zuid en het cybercrimeteam van de eenheid Oost-Nederland werd samengewerkt? Waar loopt het IJssellandse digitaal flexteam tegenaan? Aan de hand van deze vragen wordt geprobeerd een eerste beeld te schetsen van de stand van zaken, van de mogelijkheden en van de uitdagingen waar het gaat om de aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit anno 2021 – vooral op het lokale niveau. De toename van gedigitaliseerde vormen van criminaliteit is zodanig dat de politie hier op elk niveau in de organisatie op zal moeten inspelen. Volgens geïnterviewde politiemensen hebben ook al langer bekende criminelen de omschakeling naar het wereldwijde web gemaakt bij het plegen van misdaden. Kennis van de lokale situatie en van de digitale dimensie van criminaliteit zijn beide cruciaal geworden voor goed gebiedsgebonden politiewerk. Ondersteuning van basisteams en districtsrecherche met opleidingen, faciliteiten en de invoering van nieuwe functies (bv. taakaccenthouders in de basisteams of digitale wijkagenten) kunnen daarbij als belangrijke, zij het nog beperkt ingevulde randvoorwaarden worden beschouwd. Daarnaast lijkt samenwerking voor de districten van groot belang. Gedigitaliseerde criminaliteit is vaak sterk vertakt, waarbij daders zich zelden tot een klein geografisch gebied beperken. Om te zorgen dat cybercriminaliteit toch kan worden aangepakt, ook op het districtelijke niveau, is samenwerking met onder meer het cybercrimeteam Oost-Nederland cruciaal gebleken. Zo heeft een projectmatige samenwerking tussen het district IJsselland en dit team in korte tijd aanzienlijk resultaat opgeleverd: na een ‘veegweek’ kon in 26 zaken een strafrechtelijke reactie volgen, waarbij twee digitale oplichters fikse celstraffen kregen
MULTIFILE