Criminele netwerken gebruiken ICT op tal van manieren: voor onderlinge communicatie, om capabele mededaders en ‘tools’ te vinden, om afzetmarkten te vergroten, om een groter aantal potentiële slachtoffers te bereiken, en ook om criminele geldstromen af te schermen. Het regelen en afschermen van geldstromen is een essentiële opgave voor daders in de georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit is primair ingegeven door financieel gewin. Maar criminele verdiensten brengen risico’s met zich mee, vooral als je succesvol bent en je criminele activiteiten grote opbrengsten genereren. Criminele verdiensten en de besteding daarvan kunnen immers tot aandacht van de autoriteiten leiden, met arrestatie en inbeslagname van vermogen als mogelijke gevolgen. Dit artikel biedt empirisch inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken voor het regelen van hun geldstromen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. De empirische data die aan dit artikel ten grondslag liggen, bestaan uit dertig grootschalige opsporingsonderzoeken die zijn bestudeerd voor de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Hieronder lichten we eerst de onderzoeksopzet en de gebruikte bronnen toe. Vervolgens bespreken we de empirische resultaten van onze studie. Daarbij gaan we in op de criminele verdiensten zelf, maar met name op de besteding ervan en het afschermen van criminele inkomsten. We eindigen het artikel met conclusies. Aan de ene kant leidt ICT ook wat betreft het beheer van criminele geldstromen tot nieuwe werkwijzen. Aan de andere kant laten analyses zien dat oude zekerheden nog steeds een prominente rol spelen in keuzes van daders. Zo blijkt contant geld nog steeds een dominante factor in criminele geldstromen, zowel bij traditionele georganiseerde criminaliteit als bij cybercriminaliteit. Bovendien blijkt het omwisselen van digitale valuta voor contant geld een belangrijke flessenhals te zijn voor het criminele bedrijfsproces van daders die online opereren. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
MULTIFILE
Gemeente Zandvoort en de organisatie van de Dutch Grand Prix (DGP) hebben Breda University of Applied Sciences (BUas) gevraagd om de economische, sociale en maatschappelijke impact van het evenement Dutch Grand Prix 2023 en haar side events (onder de noemer Zandvoort Racefestival) te onderzoeken.Het onderzoek is uitgevoerd middels online en/of face-to-face afgenomen gestructureerde vragenlijsten onder 726 bezoekers van het circuit, 286 bezoekers aan het dorp Zandvoort, 108 ondernemers van Zandvoort en 3418 bewoners van Zandvoort (736), Bloemendaal (37), Haarlem (2322), Haarlemmermeer (162), Heemstede (59) en Noordwijk (102). Daarnaast is aanvullende informatie opgevraagd bij de organisatie van de Dutch Grand Prix, Stichting Zandvoort Beyond, Zandvoort Marketing en Gemeente Zandvoort.Voor het berekenen van de economische impact is gebruik gemaakt van de richtlijnen zoals deze opgesteld zijn door de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Er is inzicht verkregen in de additionele bestedingen van DGP-bezoekers en de DGP-organisatie.In de berekening van economische impact is niet gecorrigeerd voor verdringingseffecten. Sponsoractivaties (zoals afhuur van gelegenheden in Zandvoort, inhuur personeel, verzorgen eten en drinken voor genodigden) zijn niet in kaart gebracht. Bestedingen van bezoekers die niet het circuit maar wel het dorp hebben bezocht tijdens het raceweekend zijn eveneens niet meegenomen in de berekening van de economische impact. Het winstcijfer van de DGP-organisatie wordt niet gedeeld en is ook niet meegenomen in de berekening van de economische impact.
Het doel van deze studie is het vergroten van het inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken en welke invloed dat gebruik heeft op hun criminele bedrijfsprocessen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. Dit onderzoek maakt onderdeel deel uit van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Een goed onderbouwde aanpak van de georganiseerde criminaliteit is alleen mogelijk wanneer er een gedegen inzicht bestaat in de aard van de georganiseerde criminaliteit zoals die zich in Nederland manifesteert. De Monitor Georganiseerde Criminaliteit biedt dat inzicht door zo veel mogelijk de kennis te benutten die wordt opgedaan tijdens omvangrijke opsporingsonderzoeken. Dit rapport is het resultaat van de meest recente, vijfde ronde van de monitor (eerdere rapportages: Kleemans et al., 1998, 2002; Van de Bunt & Kleemans, 2007; Kruisbergen et al., 2012). Om dieper op bepaalde thema’s in te kunnen gaan, is ervoor gekozen om de vijfde ronde uit te laten monden in drie afzonderlijke deelrapporten. In oktober 2017 is het eerste deelrapport verschenen (Van Wingerde & Van de Bunt, 2017). Dat rapport richtte zich op de strafrechtelijke afhandeling van georganiseerde criminaliteit, met name de geëiste en opgelegde straffen. Voor u ligt het tweede deelrapport, dat dus volledig in het teken staat van georganiseerde criminaliteit en ICT (informatieen communicatietechnologie). LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
De wereld van het onroerende erfgoed is lange tijd een wereld van verregaande specialisering geweest. Maar sinds de jaren tachtig is er meer aandacht voor een integrale aanpak, waarbij erfgoed één van de factoren is in gebiedsontwikkeling en bij kan dragen aan een duurzame leefomgeving. Meer recent is er een toegenomen belangstelling voor het narratief, het verhaal van een plek. Erfgoed als deel van een maatschappelijk proces met aandacht voor burgerparticipatie en co-creatie. Deze nieuwe benadering vraagt om nieuwe werkwijzen en tools, andere competenties en misschien ook wel – naast de traditionele monumentenzorgers – andere professionals. In gebiedsontwikkeling spelen zowel fysieke en economische als maatschappelijke motieven een rol. Erfgoedzorg in de ruimtelijke ontwikkeling is van oudsher gericht op beheer en behoud van fysieke objecten; voor de cultuurhistorische en bouwkundige waardering zijn verschillende instrumentaria ontwikkeld. Dat erfgoed van economische waarde in gebiedsontwikkeling kan zijn, is afgelopen decennia in diverse projecten inmiddels ook aangetoond. Recent is ook de aandacht voor de maatschappelijke betekenis van erfgoed in gebiedsontwikkeling. Dit onderzoek richt zich op de vraag hoe de deze verschillende waarden gewogen kunnen worden.
Tijdens de financiële crisis in 2008 ontstond er veel onzekerheid over taxatiewaarden van onroerend goed in Nederland. Doen taxateurs hun werk wel goed? Kunnen wij daar vanuit gaan als maatschappij? En wat houdt dat eigenlijk in, goed taxeren? In de nasleep van de crisis is de regelgeving in de taxatiesector aangescherpt. Tegelijkertijd weten we wetenschappelijk gezien vrij weinig van de wijze waarop taxateurs afwegingen maken in hun werk. Heeft aanscherping van regels dan wel nut?Doel Het vak van een taxateur bestaat voor een groot deel uit beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming. Hij of zij maakt dus tijdens een taxatieopdracht veel keuzes; keuzes die van professioneel handelen getuigen of wellicht niet...? Als we de professionaliteit van taxateurs willen stimuleren, dan is het belangrijk om inzicht te krijgen in de onderliggende dynamiek van taxatieprocessen: wat verklaart het handelen van de taxateur? Welke patronen of belangen liggen daaraan ten grondslag? Het PhD onderzoek van Pim Klamer heeft als doel om het taxatieproces en de rol van de taxateur in dit proces te ontrafelen. Dat inzicht helpt om aanbevelingen te doen om professioneel handelen te stimuleren, bijvoorbeeld via taxatie-gerelateerd onderwijs. Bezoek de onderzoekerspagina van Pim Klamer. Resultaten In kader van onderstaande aanpak zijn de volgende artikelen gepubliceerd: Systematische literatuurverkenning naar het verschijnsel 'judgement bias', d.w.z. vooringenomenheid in oordeelsvorming in taxatieprocessen. Hieruit komt naar voren dat internationale studies een diffuus beeld geven van de mate van oordeelsbias bij taxateurs in hun werkzaamheden. Wetenschappelijke publicatie (Eng): Klamer, P., Bakker, C., & Gruis, V. (2017). 'Research bias in judgement bias studies – a systematic review of valuation judgement literature’, Journal of Property Research, 34(4), 285-304. Analyse van de mate van taakcomplexiteit in taxatieprocessen via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews. Taakcomplexiteit wordt door taxateurs breed geïnterpreteerd, met inbegrip van omgevingsfactoren zoals de opdrachtgever en diens belangen. Verschillende typen taxateurs kennen verschillende typen taakomgevingen en gaan dus ook op verschillende wijze om met taakcomplexiteit in hun werk. De taakomgeving (zoals klantbelangen) kan zodoende van betekenis zijn bij de professionele oordeelsvorming van taxateurs. Wetenschappelijke publicatie (Eng): Klamer, P., Bakker, C. & Gruis, V. (2018) 'Complexity in valuation practice: an inquiry into valuers’ perceptions of task complexity in the Dutch real estate market', Journal of Property Research, 35(3), 209-233. Vakblad publicatie (Ned): Klamer, P., Bakker, C., & Gruis, V. (2019). 'Complexiteit in taxeren: Percepties van taakcomplexiteit in de Nederlandse taxatiesector'. Real Estate Research Quarterly, 18(3), 28-41. Casusgerichte enquête over de mate van klanthechting in informatieverificatie bij taxateurs. Klanthechting is empirisch vastgesteld bij taxateurs met makelaarservaring en/of een directiefunctie binnen hun organisatie. Klanthechting heeft als zodanig effect op de oordeelsvorming van taxateurs. Wetenschappelijke publicatie (Eng): Klamer, P., Gruis, V. & Bakker, C., (2019). 'How client attachment affects information verification in commercial valuation practice', Journal of Property Investment and Finance, 37(6), 541-554. Discussiepaper (Ned): Klamer, P. (2020). ‘Het effect van klanthechting op informatieverificatie bij taxeren’, ResearchGate, maart, 1-11. Analyse van de ideaaltypen van taxateurs via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews. Taxateurs dienen drie taxateur-ideaaltypen in hun werk te integreren om tegemoet te komen aan diverse belanghebbenden. Deze ideaaltypen zijn de Expert, De Dienstverlener en de Rapporteur. De onderlinge ‘strijd’ tussen deze drie rollen kan effect hebben op de oordeelsvorming van taxateurs. Wetenschappelijke publicatie (Eng) en discussiepaper (Ned) volgen. Samenvatting proefschrift NL Looptijd 01 mei 2016 - 31 oktober 2020 Aanpak Het onderzoek is als volgt opgebouwd: Systematische literatuurverkenning naar het verschijnsel 'judgement bias', d.w.z. vooringenomenheid in oordeelsvorming in taxatieprocessen Analyse van de mate van taakcomplexiteit in taxatieprocessen via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews Casusgerichte enquête over de mate van klanthechting in informatieverificatie bij taxateurs Kwalitatieve analyse van de ideaaltypen van rollen in taxeren via gefundeerde theoriebenadering en diepte-interviews Kwantitatieve analyse van roloriëntatie van taxateurs via een online enquête Dit promotieonderzoek vindt plaats in samenwerking met de Academie voor Vastgoed, een dochtermaatschappij van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs o.g. (NVM). Opleidingen MSc Urban and Area Development