Op basis van een kwalitatief onderzoek onder 124 kinderen, 80 ouders van deze kinderen en 66 professionals in de buitenschoolse voorzieningen waar zij gebruik van maken wordt een vergelijking gemaakt van de visies van kinderen, hun ouders en professionals op a. het functioneren van de opvang en de pedagogische begeleiding van kinderen buiten school en b. de dagindeling van ouders en die van de verschillende buitenschoolse voorzieningen gebruik maken. In het boek worden de verschillende opvangarrangementen en opvangtrajecten beschreven waarvan ouders en kinderen gebruik maken. Aan de hand van casebeschrijvingen worden de overeenkomsten en verschillen in visies en wensen van ouders, kinderen en (semi)professionals voor het voetlicht gebracht. Kinderen blijken in het algemeen tevreden met de opvang buiten schooltijd, mits zij daar niet elke dag naartoe hoeven en zij niet te lange dagen maken. Ouders wensen vooral continuiteit, flexibiliteit en bereikbaarheid in de opvang. Er wordt vooralsnog niet voorzien in de basisbehoefte van ouders en kinderen aan een sluitend aanbod aan buitenschoolse voorzieningen op wijkniveau, waar kinderen rust en veiligheid vinden, en waar tevens flexibel tegemoet wordt gekomen aan de diversiteit van educatieve en recreatieve vrijetijdswensen.
De rol van een participatieve ruimte in de ontwikkeling van burgerschap In toenemende mate is in beleid en onderzoek aandacht voor de ontwikkeling van burgerschap, gestimuleerd door de transitie naar een participatiesamenleving. In dit artikel richten we ons specifiek op burgers in de maatschappelijke opvang en geestelijke gezondheidszorg, wiens burgerschap vaak onderontwikkeld is. Pols (2016) pleit voor het inrichten van fysieke ruimten tussen thuis en werk in waar mensen in een kwetsbare positie kunnen werken aan de ontwikkeling van burgerschap, een participatieve ruimte. In dit artikel reflecteren we op de invloed die een participatieve ruimte kan hebben op de ontwikkeling van individueel en democratisch burgerschap, naast het vaker beschreven relationeel burgerschap. Specifiek beschrijven we karakteristieken van een participatieve ruimte die invloed hebben op ontwikkeling van burgerschap. Naast theoretische inzichten gebruiken we empirische data uit een meerjarig participatief onderzoek naar Je Eigen Stek (JES), een zelfbeheerde maatschappelijke opvang voorziening.JES als participatieve ruimte draagt bij aan de ontwikkeling van individueel, relationeel en democratisch burgerschap, al is dat niet voor alle deelnemers in gelijke mate het geval. Participatieve ruimte als concept helpt dat inzichtelijk te maken. De verschillende vormen van burgerschap kunnen elkaar versterken en beperken. Onze analyse brengt een aantal elementen naar voren hoe een participatieve ruimte invloed heeft op ontwikkeling van de verschillende vormen van burgerschap. We vonden ook specifieke aanwijzingen voor het belang van fysieke aspecten van participatieve ruimte in relatie tot de ontwikkeling van burgerschap.Burgers in de maatschappelijke opvang kunnen burgerschap ontwikkelen, mits adequaat gefaciliteerd in een participatieve ruimte. Daarvoor is het belangrijk zowel in onderzoek als praktijk te kijken naar de kwaliteit van een participatieve ruimte.
In Overvecht zijn door de uitstroom uit opvang- en zorginstellingen steeds meer mensen komen wonen die begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Dat heeft gevolgen voor de sociale samenhang in deze wijk waar al bovengemiddeld veel sociale problemen spelen. In de Ontwikkelwerkplaats Goede Buren Overvecht hebben we onderzocht hoe goed burencontact bevorderd kan worden.Doel Het project had tot doel kennis te ontwikkelen en te delen rond een aantal experimentele projecten die erop zijn gericht burencontact te versterken. Het gaat hier in het bijzonder om contacten tussen mensen met en zonder een vorm van ondersteuning. Aanpak Combinatie van uitwisselings- en leerbijeenkomsten én onderzoek: onderzoek voedt de bijeenkomsten (en vice versa) Deelname van bewoners, beroepskrachten werkzaam in de wijk, studenten en onderzoekers Gedeeld eigenaarschap: samen leren van en met elkaar Kortom: in de ontwikkelwerkplaats draaide het om ontmoeten en verbeteren van sociale investeringen en praktijken. Experimentele projecten In de ontwikkelwerkplaats stonden onder andere centraal: Nieuwe Buren & integrale aanpak Vulcanusdreef Sociaal Renoveren Flatcoach De rol van professionals bij bevorderen burencontact Versterking samenwerking professionals Resultaten Het project heeft verschillende inzichten opgeleverd. Wij delen ze op deze pagina via een infographic, verschillende video's en artikelen én producten die gedeeld zijn op het slotsymposium. Film Burencontact op de Vulcanusdreef Sinds 2018 hebben alle betrokken organisaties, op initiatief van woningcorporatie Woonin, hard gewerkt om de leefbaarheid op de Vulcanusdreef te verbeteren. Een belangrijk onderdeel van de aanpak was de instroom van zogenaamde Nieuwe Buren, jonge huurders die een actieve bijdrage leveren aan het versterken van burencontact in de flat. Een van deze jongeren heeft als afronding van zijn HBO opleiding Social Work onderzoek gedaan naar de aanpak die is gehanteerd op de Vulcanusdreef. De video hieronder geeft een impressie van de aanpak en resultaten. Het belang van burencontact in Overvecht Dit filmpje is gemaakt door en met buurtbewoners van Overvecht in samenwerking met 4e jaars studenten Social Work van de HU. Deze studenten deden mee in de Ontwikkelwerkplaats Goede Buren Overvecht. Zij gingen in de wijk op zoek naar wat buurtbewoners verstaan onder prettig burencontact. Buurtbewoner Hassan maakt filmpjes terwijl hij met buurtbewoners praat. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2025 Artikelen over goede buren Relevantie/impact Het project draagt bij aan het versterken van de kennis en vaardigheden van professionals gericht op het werken aan inclusieve buurten. Jaarlijks werken studenten Social Work en de master Community Development mee aan het project. Downloads en links Cofinanciering De Ontwikkelwerkplaats Goede Buren wordt mogelijk gemaakt door de Gemeente Utrecht, het Agis-zorginnovatiefonds, het Oranjefonds en een bijdrage van alle deelnemende organisaties.
Binnen het project Circulaire Waterwall zetten de Hanzehogeschool Groningen, gemeente Groningen en Amfibia Solutions zich samen in om een creatieve oplossing voor twee van de grote uitdagingen in de stedelijke omgeving aan te pakken zijnde: waterkwaliteit en klimaatadaptatie. Om bij te dragen aan het oplossen van deze problemen willen de consortiumpartners een circulaire en multifunctionele Circulaire Waterwall implementeren in Groningen. Hiermee willen we ook bewustwording creëren omtrent afvalproblematiek en klimaatadaptatie. Het doel van dit project is om de aanwezige kennis rondom recycling van plasticafval en klimaatadaptatie binnen MKB, publieke partijen en onderzoek & onderwijs aan elkaar te koppelen binnen een praktijkgerichte ontwerpopgave met als resultaat een fysiek eindproduct. Het beoogde eindproduct van dit project is de implementatie van een Circulaire Waterwall voortgekomen uit de Hanseatic water challenge. De Circulaire Waterwall stimuleert de sponswerking van gevels van gebouwen in Hanzesteden. Door die te vergroten wordt ervoor gezorgd dat het water langer vastgehouden wordt. Dit zorgt er op een creatieve manier voor dat er functies bijkomen als: waterberging (opvang van water bij hevige neerslag voor drogere perioden), bewustwording van effecten van klimaatsverandering en kunst (beleving van Hanze-erfgoed). Bijkomend voordeel is dat het regenwater wordt opvangen en daarna gebruikt kan worden voor het voeden van planten in de stad of voor het schoonmaken van pleinen na bijvoorbeeld marktactiviteiten. Het overkoepelende doel van dit project is om kennisdeling tussen publieke en private partijen te versnellen rondom de thema’s 1) recycling en 2) klimaatadaptatie in een proces waarbij een fysieke implementatie van de Circulaire Waterwall centraal staat. Middels dit doel tracht dit project de innovatiekracht van het MKB te vergroten en om kennis en draagvlak rondom deze oplossingen te vergroten binnen de overheid en samenleving.
Anno 2018 zijn er ruim 5000 buurtsportcoaches (BSC’s) actief in Nederland, goed voor een investering van ongeveer 150 miljoen Euro per jaar. BSC’s hebben als kerntaak het organiseren van een passend sport- en beweegaanbod in de buurt en het verbinden van actoren uit onderwijs, cultuur, zorg, welzijn, kinderopvang en bedrijfsleven. Hun werkomgeving wordt steeds complexer en vereist intersectoraal samenwerken om in te kunnen spelen op urgente maatschappelijke vraagstukken. Bovendien is de aandacht toegenomen voor het belang van beweegvriendelijke buurten. Dit stelt gemeenten voor de uitdaging om de openbare ruimte beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften van haar inwoners. De omgevingswet versterkt deze ontwikkeling en maakt intersectoraal samenwerken nog urgenter. BSC’s zijn voornamelijk opgeleid om sport- en beweegaanbod op maat van gebruikers te organiseren en te begeleiden. Ze zijn echter handelingsverlegen om binnen een complexe omgeving met steeds meer actoren met diverse expertises, maar ook diverse belangen, te acteren terwijl dit inmiddels wel van hen gevraagd wordt. Bovendien worden BCS’s omwille van hun actiegerichte aanpak en hun actieve rol in de wijk steeds meer betrokken bij vragen over de inrichting van de openbare ruimte. Maar ook dit vereist specifieke competenties. In dit project staat dan ook de volgende onderzoeksvraag centraal: Hoe kunnen BSC’s beter toegerust worden om als schakel tussen beleidsmakers en inwoners, in samenwerking met andere professionals, beweegvriendelijke buurten te faciliteren dan wel te realiseren en optimaliseren? In dit project willen we samen met BSC’s en experts een open en online leeromgeving ontwikkelen en toepassen die buurtsportcoaches in staat stelt die verbindende rol op te pakken in de buurt. De leeromgeving omvat een set van ontwikkelde methodieken, strategieën en kennis die BSC’s op maat ondersteunt om de groeiende verwachtingen die aan hun functie gekoppeld worden in te vullen en op die manier systemische veranderingen te bewerkstelligen.