Organisatiecoaches manifesteren zich op de markt voor organisatieverandering. Regelmatig verschijnen in vaktijdschriften publicaties over organisatiecoaching. Vakorganisaties ontwikkelen een apart register voor begeleiders van organisaties. Ook zijn er verschillende opleidingen op het gebied van organisatiecoaching, meestal op post-bachelorniveau, en dus ook een op masterniveau. Ik beschrijf organisatiecoaching in dit hoofdstuk als uitdaging voor coaches. Organisatiecoaching is dan te zien als een professionele activiteit van iemand die een specifieke rol inneemt bij organisatieverandering: een rol die niet meer zozeer alleen tussen coaching en advisering in te positioneren is. Binnen de master Organisatiecoaching wordt het innemen van een rol als organisatiecoach gezien in een gebied tussen maar liefst vier verschillende rollen in: tussen een rol als coach, bedrijfsopleider, expertadviseur en verandermanager. Coachen op organisatieniveau vraagt om het vormgeven van drie activiteiten die steeds in een wisselende mate voorkomen: 1. Adviseren over organisatievraagstukken die een ontwikkelkarakter hebben. 2. Ontwerpen van een leerarchitectuur die het mogelijk maakt om zowel aan individuele als aan collectieve leerprocessen te werken. 3. Begeleiden van dat leerproces op zo’n manier dat ze zelfsturing in zowel het werk als bij het leerproces stimuleren. Organisatiecoaching kan een uitdaging vormen voor coaches die hun impact willen vergroten. Het vraagt van coaches de bereidheid om de complexiteit van organisaties binnen te treden en daarbij de grenzen van de oorspronkelijke professie op te rekken.
MULTIFILE
Inleiding bij het boek: De Binnenkant. Dit is ontstaan als een vervolg op Organisatiecoaching in de praktijk; leren verlangen naar de zee (Boomen & Jaarsveld, 2011). We richten ons nu niet op het vraagstuk van de klant, maar op onszelf. Door het persoonlijke perspectief als uitgangspunt te nemen, verschuift de aandacht van ‘hoe het -volgens de boekjes- hoort’, naar ‘hoe het -in het echie- gaat’. Van het verhaal dat we tegen anderen vertellen naar onze eigen innerlijke ervaring. Het volledige boek kan besteld kan worden via info@kloosterhof.nl
MULTIFILE
In dit hoofdstuk beschrijf ik een situatie uit de begeleidingspraktijk die niet illustreert hoe het hoort, maar beschrijft hoe het gaat. Of beter: hoe het eraan toe kan gaan, want elke situatie is anders. Ik bespreek ook theorie die houvast kan bieden voor de binnenkant van organisatiecoaching. Conceptuele verheldering van die binnenkant vind ik van belang voor de ontwikkeling van het vak. Daarbij laat ik me inspireren door de beroemde uitspraak van Lewin: ‘niets is zo praktisch als een goede theorie’. Mijn zoekvraag in dit hoofdstuk is hoe de binnenkant van ons vak zich op een voor professionals bruikbare manier laat conceptualiseren. Het volledige boek kan besteld kan worden via info@kloosterhof.nl
MULTIFILE
De ANSE Summer Online Special ‘Two days of the new normal’ vond plaats op 19 en 20 augustus 2021. De organisatie verzorgde het programma volledig online vanuit een (fysiek) pand in Zwolle, met keynotes en workshops via Zoom. ‘Experimental online networking’ vond plaats via Wonder.me. Nederland was prominent aanwezig, zowel in de organisatie (Rijer Jan van ’t Hul), bij de keynotes (Sijtze de Roos) als door het verzorgen van een workshop (Adrianne van Doorn). Er waren 120 deelnemers uit maar liefst 19 Europese landen (en zelfs een deelnemer uit Rusland). Vooral Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en de Baltische staten bleken goed vertegenwoordigd. Jetty de Groot, Annette Perino en Fer van den Boomen van de Commissie Vakontwikkeling (CVO) van de LVSC namen ook deel. We zoomen in dit artikel eerst in op onze eigen belevingen als deelnemer aan de online conferentie, zoomen dan met een hele grote beweging uit naar technische ontwikkelingen die wij in ons eigen leven hebben meegemaakt en keren dan terug naar onze ervaringen als professionele begeleiders – en omdat we alle drie ook professionele begeleiders opleiden, ook als docent – tijdens het afgelopen anderhalf jaar. We sluiten de bijdrage af met een voorzichtige verkenning van de toekomst van professioneel begeleiden, vooral door een oproep te doen aan onze collega’s om het gesprek over de uitdagingen van online begeleiden in bredere kring voort te zetten. Als het aan ons ligt, doen we dat in de fysieke ruimte; als het niet anders kan, ‘dan maar’ online.
DOCUMENT
Hoewel kunstpraktijken op het eerste gezicht wellicht weinig gelijkenissen vertonen met die van adviseurs of coaches is ‘de kwestie zelfonthulling’ een mooie aanleiding om voorbij de evidente praktijkverschillen te kijken. Openingetje voor dit experiment: ook voor kunstenaars geldt dat de manier waarop en de mate waarin zij zichzelf ‘present stellen’ vaak zeer bepalend is voor de ontvangst van hun werk. Vanuit die voorzichtige overeenkomst tussen de kunst- en adviespraktijk verken ik in dit artikel een drietal zelfonthullingstrategieën. Doel is om via de band van de kunst chocola te maken van mijn eigen zelfonthullingskeuzes. Iets anders geformuleerd: kan de kunst mij helpen het gerommel met mijn eigen binnenkant te duiden en misschien zelfs op een hoger plan te tillen? Het volledige boek kan besteld kan worden via info@kloosterhof.nl
DOCUMENT
Het beeld van wat leren nu eigenlijk is, is de laatste jaren flink opgerekt. Met de verbreding nemen de mogelijkheden toe, maar is het vraagstuk hoe de goede interventie op de goede plek te krijgen ook groter geworden. Immers, hoe kom je voorbij trends of persoonlijke voorkeuren van ontwerpers of vermijd je de snelle keuze voor wat ‘laatst toch wel erg goed werkte’? Het blijkt niet eenvoudig om je weg te vinden in het fijnmazige doolhof dat de leertheorie vormt. Het is juist de organisatiecoach (of breder gesteld de organisatieontwikkelaar) die in dit zoekplaatje de helpende hand kan reiken. Wil de organisatiecoach bottomupleerprocessen binnen organisaties faciliteren en het leervermogen van organisaties zelf versterken’ (Van den Boomen & Sybesma, 2015), dan is het cruciaal dat deze professionals de ‘grondtonen’ of families in vraagstukken onderkennen en benutten. De organisatiecoach moet in staat zijn in een teamontwikkeling te herleiden dat het voor ervaringsleren wellicht nog te vroeg is, omdat een helder professioneel frame ontbreekt. Hij moet managers en P&O’ers die blijven steken in het belang van uitgewerkte leer en ontwikkeldoelen kunnen meenemen in de beperkingen ervan. En de organisatiecoach is bij uitstek de persoon die in staat moet zijn om in het vormgeven van een managementdevelopmentprogramma weg te bewegen van opleidingsdagen. Niet omdat het de trend is, maar omdat een andere vorm van leren de gestelde ambities beter ondersteunt. In dit artikel onderscheidt de auteur zeven van deze grondtonen: informatief leren, transformatief leren, onderzoekend leren, ervaringsleren, impliciet leren, collectief leren en generatief leren. De grondtonen vergemakkelijken de zoektocht in het ruime veld van leertheorie, om te komen tot een betere match tussen vraagstukken in organisaties en passende ontwikkelstrategieën.
DOCUMENT
Peer-coaching omvat een helpende relatie waarin twee mensen van gelijke status actief deelnemen en daarbij leren van elkaar. Binnen het hoger onderwijs wordt peer-coaching steeds vaker toegepast, waarbij studenten hun peers kunnen helpen en ondersteunen. Begrijpelijk want peer-coaching heeft bewezen positieve effecten voor zowel de coach als coachee. Bij het Studentsucces centrum (SSC), dat sinds 2020 is opgericht om de binding en het welzijn van studenten te versterken, is het bieden van ondersteuning middels peer-coaching een kernactiviteit. Binnen elk SSC zijn een of meerdere getrainde studenten actief als studentbuddy’s. In deze studie is gekeken naar de opbrengsten van de peer-to-peer begeleiding. Daarbij viel direct op dat de coaching die de buddies op dit moment bij het SSC bieden veelal van korte duur en gericht op oppervlakkige en praktische vragen en er derhalve niet echt sprake is van een coachings-traject. Daarbij blijft het aantal coaching-aanvragen laag, terwijl er bewijs is dat studenten wel ondersteuning zouden willen en nodig hebben op studie-gerelateerd en emotioneel gebied. Wat kan er volgens de studenten gedaan worden om de peer-coaching te intensiveren? Door te ontdekken hoe de studentbuddy’s en peers de coaching en alles wat daarbij komt kijken hebben ervaren, zijn waardevolle lessen geleerd worden voor de promotie en ontwikkeling van peer-to-peer begeleiding. Daartoe is er op exploratieve wijze onderzocht wat de behoeften, ervaringen en opbrengsten zijn van zowel de studentbuddy’s als de gecoachte peers. Er is onder andere gekeken naar de bekendheid van het SSC, hoe betrokken de studenten zich voelen bij het SSC, hoe tevreden de studenten zijn met het SSC en wat de peer-coaching doet met de persoonlijke en professionele ontwikkeling en het studiesucces. In totaal zijn tien student-buddy’s en zes peers geïnterviewd. Onder de geïnterviewde buddy’s is er een grote verscheidenheid aan de hoeveelheid gecoachte peers, de duur van de coaching trajecten en de inhoud ervan. De bekendheid van het SSC en met name de peer-coaching mogelijkheden die aangeboden worden, zijn als belangrijkste verbeterpunt in het licht van het relatief lage aantal coaching aanvragen, genoemd. De buddy’s zijn zelf vaak per toeval bekend geworden met het SSC en waren vaak voor hun rol als studentbuddy er nog niet bekend mee. Wel geven de meeste studentbuddy’s aan zich zeer betrokken te voelen bij het team en de peers die ze coachen, zich persoonlijk te hebben ontwikkeld en tevreden te zijn met de werkzaamheden. De buddy’s voelen zich meer zelfverzekerd, zijn sterker geworden in hun sociale vaardigheden en voelen zich meer thuis op de hogeschool. De geïnterviewde peers ontvingen individuele coaching bij plannen, motivatie vinden, studieopdrachten en wegwijs worden op de hogeschool. Alle peers gaven aan dat de peer-coaching belangrijk is en het hen helpt. Dat studentbuddy’s meer tijd hebben, makkelijker benaderbaar zijn en informeler communiceren dan bijvoorbeeld docenten en decanen, werden als voordelen genoemd. Ook de peers gaven aan dat het SSC niet heel bekend is onder de studenten. Ze gaven aan vaak doorverwezen te zijn door een docent of studieloopbaanbegeleider, of per toeval in contact zijn gekomen met een studentbuddy. De peers voelen zich zeer betrokken bij de studentbuddy, maar niet bij het SSC en zijn meestal niet bekend met andere activiteiten die het SSC aanbiedt. Tot slot geven de peers aan dat de peer-coaching heeft geholpen bij hun studievaardigheden, stressvermindering en ook meer thuis voelen op de hogeschool. In de literatuur worden voordelen van peer-coaching op de academische prestaties, het zelfvertrouwen, de motivatie bevorderen, maar ook praktische en emotionele ondersteuning beschreven. Wie zien in deze studie bij onze SSC’s dat, hoe kleinschalig of kortdurend dan ook, de peer-to-peer aanpak inderdaad deze voordelen oplevert. Gezien de aard van sommige hulpvragen, is langdurige coaching niet altijd noodzakelijk. Tevens laat deze studie zien dat het ook voordelen voor de studentbuddy’s zelf, zoals meer betrokken worden op de hogeschool en verbeterde vaardigheden, oplevert. Ondanks de behoefte aan peer-coaching en promotieactiviteiten van het SSC, weten studenten de weg naar het SSC nog niet goed te vinden. Er lijken grote verschillen te zijn in de vorm en inhoud van de peer-coaching tussen studentbuddy’s. Een duidelijkere afbakening en routekaart van hulpbronnen binnen de hogeschool, zou het SSC meer draagvlak en bekendheid binnen de organisatie kunnen opleveren. De geïnterviewde studenten gaven daarnaast als tips om vaker langs de klassen te gaan, gadgets in te zetten, de vindbaarheid online te vergroten en in de fysieke locaties te verduidelijken bij wie de student terecht kan.
DOCUMENT
De Franstalige term 'acquis' staat voor een document waarin 'verworven kennis' en 'ervaring' overzichtelijk bij elkaar wordt gebracht. De onderwijsraad wil in de vorm van een 'acquis' de balans opmaken van tien jaar adviezen en verkenningen op het gebied van ''besturing en organisatie van onderwijs'. Eerder heeft de onderwijsraad zelf een dergelijk acquis gemaakt op het gebied van onderwijs en sociale samenhang (Onderwijsraad, 2007). Het gaat om de volgende onderzoeksvraag: wat heeft kennis en beleidsvorming over bestuur en organisatie van onderwijs bij de Onderwijs in 10 jaar tijd opgeleverd?
DOCUMENT
Diversiteit is een feit in de samenleving. Veel organisaties besteden daarom aandacht aan diversiteit. In veel gevallen begint het met een stip op de horizon, wat veel organisaties goed lukt. Wat minder goed lukt, is die stip op de horizon concreet handen en voeten geven. Een goed implementatieplan vraagt om meer dan alleen de wens van enkele diversiteitsupporters of van de diversiteitsmanager. De implementatie van diversiteit kent geen blauwdruk, omdat elke organisatie of afdeling anders is. Op basis van onderzoek kunnen we wel een aantal stappen benoemen die helpen bij het verbeteren van diversiteit in de organisatie. Hoelang een stap duurt hangt af van aspecten zoals beschikbare tijd voor het diversiteitsvraagstuk, middelen om de acties te realiseren, kennis van diversiteit en veranderweerstand in het team en de organisatie. Commitment van alle managementlagen is nodig omdat diversiteit vraagt om verandering op het niveau van de organisatie, het team en het individu. De veranderingen gaan meestal niet zonder slag of stoot. De stappen zijn een hulpmiddel om diversiteit in de organisatie te verbeteren. Diversiteit vraagt om een structurele aanpak. Oplossingen zoals een training, een diversiteitsspel of andere wervingskanalen kunnen nuttig zijn voor de begripsvorming. Dit soort oplossingen werkt niet structureel door op systemen en processen in de organisatie. Ze dragen meestal nauwelijks bij aan de organisatieverandering die nodig is voor diversiteit. Diversiteit vraagt in de meeste gevallen om intensieve aandacht en een lange adem.
LINK
Dit artikel beschrijft onderzoek naar de rol die Enterprise Architectuur kan hebben bij het verduurzamen van een organisatie van hoger onderwijs. Hierbij zijn de volgende producten opgeleverd: - Een overzicht van relevante literatuur met betrekking tot Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. - Een overzicht van de rol die Enterprise Architectuur speelt in geselecteerde organisaties en instellingen voor Hoger Onderwijs. - Een validatie van de beschreven ‘best practices’. - Lesmateriaal over de rol van Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. Uit het onderzoek blijkt dat de rol van Enterprise Architectuur bij het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen op dit ogenblik nog gering is. Wel zien de geïnterviewde architecten en duurzaamheidscoördinatoren op termijn een grotere rol weggelegd voor Enterprise Architectuur.
DOCUMENT