Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
Het lectoraat richt zich op participatie en stedelijke ontwikkeling. De uitdagingen en problemen die spelen in stedelijke omgevingen gaan vaak over ‘delen’ en ‘verdelen’, en over de voortdurende spanningsverhouding tussen de verscheidenheid én verbondenheid die daarbij hoort. De stad zijn wij. Voor die sociale stedelijke ontwikkeling zet het lectoraat zich in door onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de kracht van relaties en netwerken in de stad te versterken. Dat doen we vanuit onderzoek en onderwijs samen met de praktijk en het beleid. We werken ingebed, als embedded practice-based researchers. We willen relaties en netwerken niet alleen beter proberen te begrijpen, zoals de voortdurende en intrigerende spanningsverhouding tussen eenheid en verscheidenheid van mensen die daar deel van uitmaken. Ook willen we ze een positieve impuls geven, de kracht ervan benutten. Dat doen we mede door ook zelf met betrokkenen samen te werken, door samen te ‘zwermen’ tijdens het onderzoek, met als doel maatschappelijke participatie en stedelijke ontwikkeling te bevorderen. Want, zo zien wij het: voor de 21ste eeuw is er geen andere optie dan te delen. Na het inleidende eerste hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uiteen gezet wat de kernbijdrage van het lectoraat is. Waar richt het lectoraat zich precies op als het gaat om participatie en stedelijke ontwikkeling? En waarom? In Hoofdstuk 3 werken we die bijdrage verder uit, door in te gaan op de doorontwikkeling van het lectoraat en het onderzoeksprogramma met drie onderzoekslijnen. Onze belangrijkste drijfveer is het realiseren van maatschappelijke impact. We besluiten de tekst in hoofdstuk 4 met een aantal slotbeschouwingen.
DOCUMENT
Hoor je ons? is een participatieve artistieke muziekpraktijk voor (semi-) zelfstandig wonende ouderen en hun naasten. In dit onderzoeksproject kijken we naar de (door)ontwikkeling en lokale inbedding van Hoor je ons? ontmoetingscentra in Noord-Nederland.
In het project ‘Musiceren in de tussentijd’ wordt onderzocht hoe muziekactiviteiten opgezet worden in migrantenopvangcentra in Nederland. Het onderzoek focust op de motivaties en benaderingen achter deze initiatieven, evenals de uitdagingen waarmee musici worden geconfronteerd wanneer ze in deze context werken.
Net als voor andere rurale regio’s in Nederland en de rest van Europa is een nieuw toekomstperspectief voor het Noord-Nederlandse platteland hard nodig als gevolg van complexe vraagstukken rondom aardbevingsproblematiek, landbouwtransitie en bevolkingskrimp. Een aantal professionele musici ziet voor zichzelf een rol weggelegd voor het leveren van een bijdrage aan dit nieuwe perspectief als het gaat om leefbaarheid. Stakeholdergesprekken en kleinschalige experimenten laten zien dat deze bijdrage relevant is. Participatieve kunstvormen lijken met name veelbelovend: ze versterken de sociale cohesie tussen en het welzijn van bewoners en hebben het unieke potentieel om mensen (opnieuw) in contact te brengen met elkaar en met de natuur, en systeemverandering te verbeelden. Tegelijkertijd geven musici die reeds werkzaam zijn in rurale contexten aan te worstelen met traditionele rollen en zijn zij zoekende in het ontwikkelen van passende (participatieve) werkwijzen. Systematisch vergaarde kennis over gevalideerde rurale (participatieve) muziekpraktijken is namelijk schaars. Verder zijn musici en muziekpartners in Noord-Nederland die met ruraliteit bezig (willen) zijn alsook hun ambities nog onvoldoende in beeld. Het praktijkgerichte, verkennende onderzoeksproject Sound Soils speelt in op de vraag van muziekprofessionals om rurale contexten als toekomstig werkveld te willen verkennen. Het heeft als doel het formuleren van kansen voor musici en muziekorganisaties in Noord-Nederlandse rurale gebieden, met specifieke aandacht voor participatieve muziekpraktijken, als mogelijke opmaat naar (ontwerpend) actie-onderzoek als vervolg op dit projectvoorstel. Methodologisch stoelt Sound Soils op Participatief Actie-Onderzoek en etnografisch vergaarde onderzoeksdata. Gezien de vergelijkbare problematiek in andere rurale gebieden zijn de resultaten overdraagbaar. Daarnaast, met het oog op de ontwikkeling van de nieuwe onderzoekslijn Muziek & Ruraliteit als uitbreiding van het onderzoeksportfolio van het lectoraat Music in Context, dient dit project ook als voeding voor het identificeren van onderzoeksthema’s en behoeftes van stakeholders voor verder onderzoek.