Bij het historisch schatgraven is één van de meest fascinerende vondsten het fenomeen van de veranderende tijdgeest. We kunnen tijdgeest ook ‘sociaal-culturele conjunctuur’ noemen, naar analogie van ‘economische conjunctuur’. Ik hou het op ‘tijdgeest’. Tijdgeest is een moeilijk te pakken en te verklaren verschijnsel, maar het is er niet minder werkzaam door.4 Als we spreken over een veranderde tijdgeest bedoelen we een omslag in collectieve mentaliteit. Die veranderde tijdgeest maakt dat we anders gaan denken, kijken en voelen over allerlei maatschap¬pelijke verschijnselen, en ook over welzijn, over waarden als solidariteit en gelijkheid, rechten en plichten, verantwoordelijk¬heid en maatschappelijk werk. En er spelen vragen als: wie zijn de kwetsbaren, welke taken heeft de overheid en wat moeten burgers zelf doen?
De Amsterdamse Wmo-werkplaats heeft tussen 2009 en 2012 onderzoek verricht naar vijf beloftevolle outreachende praktijken. De resultaten laten zien wat burgers en sociaal werkers anders moeten doen om de transformatie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving tot een succes te maken. Dit is in de eerste plaats: voorkomen dat burgers in de meest kwetsbare situaties hieronder lijden. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van het lectoraat Outreachend werken en innoveren van de Hogeschool van Amsterdam. De vijf onderzochte praktijken zijn: - Participatie jonge moeders - Daklozen in zelfbeheer - Project Loket"Verslaafden" - Maatschappelijk steunsysteem - Project Veilig en sociaal
Background: Postoperative rehabilitation after primary total hip arthroplasty (p-THA) differs between the Netherlands and Germany. Aim is to compare clinical effectiveness and to get a first impression of cost effectiveness of Dutch versus German usual care after p-THA. Methods: A transnational prospective controlled observational trial. Clinical effectiveness was assessed with self-reported questionnaires and functional tests. Measurements were taken preoperatively and 4 weeks, 12 weeks, and 6 months postoperatively. For cost effectiveness, long-term economic aspects were assessed from a societal perspective. Results: 124 working-age patients finished the measurements. German usual care leads to a significantly larger proportion (65.6% versus 47.5%) of satisfied patients 12 weeks postoperatively and significantly better self-reported function and Five Times Sit-to-Stand Test (FTSST) results. German usual care is generally 45% more expensive than Dutch usual care, and 20% more expensive for working-age patients. A scenario analysis assumed that German patients work the same number of hours as the Dutch, and that productivity costs are the same. This analysis revealed German care is still more expensive but the difference decreased to 8%. Conclusions: German rehabilitation is clinically advantageous yet more expensive, although comparisons are less straightforward as the socioeconomic context differs between the two countries. Trial registration: The study is registered in the German Registry of Clinical Trials (DRKS00011345, 18/11/2016).