Een stripboek helemaal gewijd aan de veldboon! Waarom? In het project Bean me up! is drie jaar onderzoek gedaan naar de vraag: kan de Nederlandse veldboon als eiwitbron de soja uit verre landen vervangen? Is de Nederlandse veldboon geschikt om te verwerken in voedingsmiddelen? De resultaten zijn veelbelovend! Wist je bijvoorbeeld dat studenten nieuwe producten ontwikkelen van veldbonen? Wat dacht je van borrelbonen en kaasvervangers? Maar er is nog veel meer te vertellen over de veldboon. En dat allemaal verpakt in strips, afgewisseld door enkele infographics en interviews. Zie de veldboon schitteren als held die de aarde redt, vind de veldboon die groen ziet bij de dokter, geniet van de veldboon die op zoek gaat naar zijn ideale vrouw voor zijn nageslacht. Ervaar zelf waarom de oer-Hollandse veldboon dit stripboek verdient!
MULTIFILE
Jaarboek van de afstudeerders van HAS hogeschool, opleiding Food design 2016 met hun concepten ingedeeld in schakels van de keten: - In het deel Agri & Ingredients zijn ingrediënten en agrarische producten zoals groenten, peulvruchten als startpunt genomen van innovatie. - In het deel Factory treft u technologische innovaties en ontwikkelingen gericht op product, proces en kwaliteitsborging. - In het deel Channel kunt u innovaties in het marktkanaal, zoals blurring, omnichannel en online fooddiensten verwachten. - In het hoofdstuk Consumer zijn concepten te vinden die gericht zijn op specifieke doelgroepen, zoals ouderen, mensen met anosmie en stoeremannen.
DOCUMENT
Dit boekje is een kleine cultuurgeschiedenis over bonen in Nederland. Het is steeds bekender dat bonen belangrijk zijn binnen de eiwittransitie, maar toch eten Nederlanders amper bonen in vergelijking met andere delen op de wereld. Dat, terwijl bonen heel goed en goedkoop geteeld kunnen worden in Nederland, vezel- én eiwitrijk zijn en daarmee een goed alternatief vormen op dierlijke eiwitten. Nog niet zo lang geleden aten mensen in Nederland veel meer bonen dan nu, maar gedurende de afgelopen eeuw zijn ze steeds meer van ons bord en uit ons landschap verdwenen. Ook het onderzoek van Aeres en het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken laat zien dat veel mensen niet echt meer raad weten met de boon. Dit boekje is een verkenning naar welke rol bonen hebben gespeeld in het verleden en wat hun herwaardering kan betekenen, met als doel te laten zien dat bonen oude bekenden van ons zijn.
DOCUMENT
De eiwittransitie is de transitie van het gebruik van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Naast de groei van de wereldbevolking en de welvaart, zijn duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke drijfveren achter deze transitie. De bovengenoemde definitie van eiwittransitie geeft gelijk de grenzen van mijn lectoraat aan. Het gaat over de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig. Dit sluit het gebruik van insecten als alternatieve eiwitbron uit van het onderzoek binnen het lectoraat. Insecten zijn dieren, wel is waar met een gunstige voederconversie, maar als dierlijk eiwit draagt de consumptie van insecten niet bij aan de eiwittransitie. De tweede afbakening ligt in de toevoeging ‘in voeding’. Hiermee wordt de focus van mijn lectoraat aangegeven. Binnen mijn lectoraat richten wij ons op de toepassing van plantaardige eiwitten in humane voeding en niet op de toepassing van alternatieve of plantaardige eiwitten in diervoeder. Tot slot, richten wij ons op de eiwittransitie in de volle breedte van de voeding, dus op de vervanging van alle dierlijke eiwitten, zoals die uit melk, ei en vlees.
DOCUMENT
In Nederland alleen al lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten en wereldwijd worden maar liefst 45% van alle sterfgevallen gerelateerd aan hart- en vaatziekten. Leefstijlfactoren zoals voeding en beweging hebben een grote invloed op de gezondheid van het hart. Door leefstijlondersteuning als preventie en als behandeling in te zetten kan 80% van alle hart- en vaatziekten voorkomen worden. Helaas vormt leefstijlondersteuning doorgaans geen volwaardig onderdeel van de behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten. Om effectieve leefstijlondersteuning te bewerkstelligen moet die toegespitst worden op de persoonlijke voorkeuren en sociale omgeving van het individu. In de reguliere gezondheidszorg ontbreekt het aan tijd en middelen om dit voor iedere patiënt te realiseren. In dit project wordt daarom door middel van de inzet van draagbare zelfmeettechnologie en kunstmatige intelligentie gewerkt aan een tool die automatisch gepersonaliseerde leefstijlondersteuning aanbiedt. Het onderhavige project richt zich daarbij op hart- en vaatziektepatiënten in de leeftijd van 40-70 met aangepaste leefstijladviezen, omdat vooral bij deze groep een gepersonaliseerde aanpak veel baat kan hebben op zowel korte als langere termijn. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een AI-gedreven e-health oplossing, die deze groep hartpatiënten activeert om hun leefstijl en gezondheid te verbeteren. In het huidige project wordt een belangrijke stap gezet met het specifiek ontwikkelen van een module met doelgroep-specifieke en op de patiënt afgestemde voedings- en beweegondersteuning en manieren om dat zo aantrekkelijk en effectief mogelijk aan te bieden. Opbrengsten van dit project zijn adviezen en voorgestelde inhoud voor de beoogde tool. Deze zijn ontwikkeld voor voeding, voor bewegen -gericht op inspanning en ontspanning- en voor motiverend (game)design.
DOCUMENT
In dit rapport staat één van onderzoekslijnen van het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken centraal: de eiwittransitie, met de boon in de hoofdrol. Want hoewel bonen voedzaam, duurzaam en veelzijdig zijn, spelen ze slechts een bescheiden rol in het Nederlandse eetpatroon. In eerste instantie als onderdeel van het project Boon van de Toekomst van Flevo Campus en na afronding daarvan als onderdeel van andere projecten, onderzochten we daarom hoe we de boon meer waarde en aandacht kunnen geven. Van sensorische tests in onze Gedragskeuken tot ‘een bonensafari’ in Almere, en van sociale media-analyses tot een landelijke enquête voor het netwerk Greenchain NH: we brachten in kaart wat consumenten beweegt, of juist tegenhoudt om bonen te eten. Met deze inzichten hopen we niet alleen bij te dragen aan de eiwittransitie, maar vooral ook aan iets fundamentelers: een voedselsysteem waarin gezondheid, duurzaamheid en plezier hand in hand gaan. Want als we de boon beter begrijpen, kunnen we hem ook beter vieren als smakelijk, toegankelijk en betekenisvol onderdeel van ons dagelijks eten.
DOCUMENT
In een tijd waarin de wereld geconfronteerd wordt met een toenemende bevolking en de daaruit voortvloeiende behoefte aan voedsel, staat het lectoraat Eiwittransitie voor een uiterst relevante uitdaging. De groeiende vraag naar eiwitten en de noodzaak om onze consumptiegewoonten in balans te krijgen met natuur en onze gezondheid vormen de kern van de missie van dit lectoraat.
DOCUMENT
Hoe ontwikkelen we een "netto positief" voedselsysteem? Goed voor mens, dier en planeet? Veerkrachtig, en met een eerlijke beloning voor producenten? Daarvoor is een radicale omslag nodig, stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan de HAS Hogeschool. Praktijkgericht onderzoek speelt bij die transitie een belangrijke rol.
DOCUMENT
65-plussers lijken zich niet bewust van het belang van voldoende eiwitten voor het behoud van vitaliteit. Om dit bewustzijn te vergroten en om gedragsverandering te stimuleren, is het allereerst belangrijk dat ze voldoende kennis over het onderwerp hebben. Maar met welke communicatiemiddelen kun je senioren het beste bereiken?
DOCUMENT
Duurzaamheidsbalans: verschillende onderzoeksrapporten laten zien dat Europese grondstoffen voor eiwit in veevoer milieuvriendelijker zijn dan soja uit Zuid-Amerika. Het is daarom vanuit milieu-oogpunt wenselijk om meer regionaal geteeld eiwitrijk veevoer te gebruiken in Nederland.Ketenaanpak: De Raad meent dat voor het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten een ketenaanpak essentieel is. Niet slechts één partij heeft de oplossing. Momenteel ontbreekt verbinding en kennis in de keten. Voor deze verbinding is het nodig dat alle betrokken partijen met elkaar open het gesprek aangaan en elkaar betrekken bij het oplossen van ieders knelpunten.Voornaamste knelpunten 1. HANDEL: Door afspraken zoals Blair House agreement en GATT is eiwit van buiten de EU goedkoop en is een achterstand opgelopen in kennis over en ervaring met Europese eiwitteelt. 2. TEELT: De teelt van eiwitgewassen is relatief onbekend bij Nederlandse boeren, rassen zijn verouderd of onvoldoende beschikbaar en het saldo is in veel gevallen nog te laag, waarbij positieve effecten onbekend of ondergewaardeerd zijn.3. VERWERKING en 4. SCHAAL: Regionaal eiwitrijk veevoer is onvoldoende beschikbaar, vooral omdat verwerkingsmogelijkheden nog beperkt zijn en de kleinere schaal extra kosten met zich mee brengt. Dit maakt tevens investeringen onaantrekkelijk.5. MARKT: Regionaal geteeld eiwit leidt als gevolg van een hogere kostprijs tot duurder veevoer. Het halen van een meerprijs bij de consument voor producten geproduceerd met regionaal veevoer lukt (nog) niet, mede omdat er onvoldoende bewustzijn is over de problematiek. Maatschappelijke organisaties, retail en de overheid spelen hierin een rol.
DOCUMENT