De opleiding Life Sciences & Chemistry in het domein AFL wil aansluiten bij ontwikkelingen in het werkveld en didactisch vernieuwen, gericht op de activering van studenten. Hierbij wordt van een beredeneerde inzet van video veel verwacht, vooral bij de curriculumonderdelen die studenten als lastig ervaren. De onderwijseenheid ‘Basischemie’ (blok 1, jaar 1) wordt gezien als een ‘struikelvak’. Een focusgroep met studenten maakte duidelijk dat niet alleen de stof, maar vooral ook de werkwijze in het hbo verschilt van die in de havo. Daarom is besloten tot een herontwerp van de didactiek. Doel van het onderzoek is samen met de betrokken pionier en docent die dit onderwijsonderdeel verzorgt, een uitwerking met inzet van video’s te genereren en te testen, waarbij de video’s aansluiten bij de hoorcolleges, opdat het ontwerp leidt tot actieve betrokkenheid van studenten bij het onderwijs en een beter begrip van de leerstof. Studenten vinden het logisch om voorafgaand aan een hoorcollege de video’s te bekijken en zijn positief over de gecombineerde aanpak van video’s en hoorcolleges. Het ontwerp heeft het ervaren probleem opgelost: de voorkennis is voorafgaand aan het hoorcollege geactiveerd, de oriëntatie op het hoorcollege vond plaats, en het tijd- en plaatsonafhankelijk leren is versterkt. De docent had in het hoorcollege meer tijd over voor extra verwerkingsopdrachten.
De opleiding Pedagogiek heeft zich in de afgelopen jaren vooral gericht op didactische inzet van video in het kader van het vormgeven aan activerende didactiek. Aanleiding voor de tweede iteratie van het herontwerp zijn de aanbevelingen die voortvloeien uit de resultaten van de eerste iteratie. Ook ziet de betrokken pionier als docent de kans om tijdens lessen interactiever met de studenten aan het werk te gaan door het beredeneerd inzetten van weblectures. En docenten willen hiermee studenten faciliteren en activeren om in eigen tijd en op een zelfgekozen plaats de benodigde kennis te verwerven. De centrale vraag was hoe het didactisch ontwerp van onderwijseenheid ‘Literatuurstudie’ als onderdeel van de conceptuele leerlijn in jaar 1, blok 3 in de opleiding Pedagogiek eruit ziet. Een ontwerp waarin beoogd wordt met de inzet van weblectures en een andere invulling van contacttijd bij te dragen aan activering van de student en versterking van de interactie tussen docent en student. Hierbij voelt de docent zich eigenaar van het ontwerp en acht zich ook in staat het ontwerp in de praktijk te realiseren.
De recente kritiek op de Triodos Bank is onterecht. Bij duurzaam bankieren hoort een andere houding dan die van consument, vindt Frank Jan de Graaf, lector corporate governance & leadership op de Hogeschool van Amsterdam. Het conflict tussen de Triodos Bank en een groep van haar certificaathouders is een testcase voor duurzaam bankieren in Nederland. Als duurzame beleggers zich opstellen als consumenten en toezichthouders en opiniemakers er achteraan lopen, heeft duurzaam bankieren geen kans. Banken zijn geen reguliere bedrijven, maar vragen een bestuursstructuur die hun maatschappelijke rol waarborgt.
In onze visie voeren robots autonoom taken uit op de akker. Ze kunnen zaaien, oogsten, onkruid verwijderen, gewassen monitoren en verzorgen. Hierdoor zijn agrariërs minder kostbare tijd kwijt aan basistaken. Ook zijn er met dit soort robots geen (of veel minder) bestrijdingsmiddelen nodig en rijden er geen zware machines meer op het land. Dit leidt tot minder bodemverdichting en daardoor hoeft het land niet (of minder diep) te worden omgeploegd. Naast een enorme besparing op brandstof leidt dit ook tot een betere bodemkwaliteit en worden nieuwe teelten mogelijk. Agrarische robots zijn volop in ontwikkeling. Er zijn echter nog een aantal uitdagingen die opgelost moeten worden. Eén van die uitdagingen is volledig autonome, robuuste en veilige navigatie. De robot moet kunnen rijden zonder een bestuurder. Het AgriNav project: Agricultural Navigation In dit project werkt Saxion samen met drie pioniers op het gebied van agrarische robots in Nederland. Het doel is om een gedegen beeld van oplossingen voor het navigatieprobleem te ontwikkelen. We brengen daarvoor in kaart welke producten en frameworks er zijn en in hoeverre deze direct te gebruiken zijn. Op basis van de bevindingen maken we een afweging of de navigatie oplossing wordt ingekocht of dat deze zelf wordt ontwikkeld, bijvoorbeeld op basis van bestaande open source projecten. Onderdeel van dit KIEM project is het starten van vervolgtrajecten, zoals RAAK-mkb of RAAK-PRO. Impact Het project “AgriNav” geeft de inzet van kleine autonome zelfrijdende robots in de agrarische sector een boost, waardoor er nieuwe en duurzamere landbouw kan ontstaan. Dit past bij de ambitie van Nederland om voorop te lopen op het gebied van technologie voor voedselproductie. Door het project wordt de kennispositie van het consortium versterkt in zowel de topsector HTSM als AgriFood en de NWA routes “Duurzame productie van gezond en veilig voedsel” en “smart industrie”.
Om onze groeiende wereldbevolking op een duurzame manier te kunnen voeden moeten we op zoek naar toekomstbestendige vormen van voedselproductie. We streven naar een akker- en tuinbouw waarbij minder verloren gaat, natuurlijke hulpbronnen worden gespaard en bodemecologie en biodiversiteit worden versterkt. Waar conventionele akkerbouw leunt op de inzet van grote zware machines, chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, richten we ons in dit onderzoek op de inzet van lichtere en kleinere agrarische robots. Hierdoor ontstaan nieuwe manieren van telen en rijden er geen zware machines meer op het land. Als gevolg hiervan vind er minder bodemverdichting plaatst en hoeft het land niet te worden omgeploegd. In Nederland worden op dit moment een aantal agrarische robots ontwikkeld. Dit zijn inherent complexe systemen en er zijn nog een aantal uitdagingen die moeten worden opgelost voordat deze robots het veld op kunnen. Wij richten ons in dit project op de software die nodig is om de robot autonoom, oftewel zelfstandig, te kunnen laten rijden. We willen een beproefd framework aanvullen en toepassen, zodat deze op agrarische robots gebruikt kan worden. In dit project werkt Saxion samen met zes pioniers op het gebied van agrarische robots in Nederland. In een voorgaand project zijn oplossingsrichtingen verkend en in dit project worden de ontbrekende schakels ontwikkeld. Voor de navigatie gebruiken we Robot Operating System (ROS), het framework dat wereldwijd door grote robotbouwers wordt gebruikt: In dit project modelleren en simuleren we de robots. Ontbrekende onderdelen worden ontwikkeld, samengesteld of geconfigureerd. Tenslotte wordt de software op de fysieke robots getest. De ontwikkelde software wordt al gedurende de ontwikkeling als open source project publiek beschikbaar gesteld. Met de resultaten van het onderzoek kan de time-to-market voor nieuwe agrarische robots drastisch worden verlaagd.
De burger speelt een cruciale rol in de urgente, ingrijpende cultuur- en gedragsomslag in gezondheid & zorg. Citizen Science - de actieve betrokkenheid van burgerwetenschappers in de kennisketen – is een onmisbare sleutelmethodologie en versneller in deze transitie. Samen met burgers en praktijkprofessionals hebben onderzoekers van Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam Bridge2Health ontwikkeld om Citizen Science op de kaart te zetten. Voor een gezondere leefstijl en leefomgeving, en voor betere perspectieven op maatschappelijk participeren van mensen met complexe problematiek of ontwikkelingsachterstanden, zijn effectievere en beter geaccepteerde interventies nodig. De consortiumpartners van Bridge2Health zijn overtuigd dat burgerwetenschappers als gelijkwaardige burgerwetenschappers betrokken horen te zijn bij onderzoek en innovatie. Als een veranderingsgerichte- en ontwerpende aanpak is Citizen Science een sleutelmethodologie voor de transitie in gezondheid & zorg en draagt Bridge2Health bij aan de KIA Sleuteltechnologieën. Alhoewel de actieve betrokkenheid van burgers als mede-initiatiefnemer en -eigenaar van innovaties in gezondheid & zorg grotendeels onontgonnen terrein is, hebben de Bridge2Health-onderzoekers al pionierend de nodige expertise opgebouwd. In het Bridge2Health-programma beogen zij hun expertises te bundelen en de beoogde praktijkinnovaties van Citizen Science wetenschappelijk te onderbouwen en al doende verder uit te bouwen voor diverse doelgroepen en contexten. Bridge2Health wordt getrokken door acht lectoraten met deskundigheid op het gebied van hete betrekken van burgers bij sport en bewegen, gezondheid en leefomgeving, kansengelijkheid en maatschappelijke participatie, fysiotherapie en logopedie, en leefbaarheid op het platteland en in de stad. In een netwerk van Living Labs beoogt het Bridge2Health-consortium dat burgers intensief en duurzaam betrokken zijn bij het samen met professionals werken aan blijvende verbeteringen in hun gezondheid, omgeving en meedoen in de samenleving. De Bridge2Health-onderzoeksgroep heeft de ambitie uit te groeien tot een erkend expertisecentrum op het gebied van Citizen Science voor gezondheid & zorg, dat de kloof tussen burgers en professionals overbrugt.