Het onderzoek van de afstudeergroep SILO@live.nl is een poging tot aanvulling en verdieping van onderzoek van DAAD. Het architectenbureau verricht research naar een reeks industriële erfgoederen (in plattelandsgebieden) met de bedoeling een nieuwe ontwerpmethodiek te formuleren. Het bureau probeert op deze wijze de structurele leegstand van industriepanden tegen te gaan. De nieuwe ontwerpmethodiek moet het (financieel) aantrekkelijker moeten maken om de oude silo’s te herstructureren, en daarmee de dikwijls gebiedseigen panden behouden van sloop. DAAD heeft daartoe een aantal vragen opgesteld die als weegfactor kunnen dienen voor de verlenging van de levensduur van het erfgoed.
DOCUMENT
Actuele ontwikkelingen maken dat er vanuit verschillende gremia hernieuwde aandacht is voor kansenongelijkheid tussen regio’s in Nederland. Het advies "" Elke regio telt" (2023) vormde hier een belangrijke aanzet toe. Echter, een inventarisatie van de focus bij het onderzoek en het onderwijs aan hogescholen binnen het sociaal-ruimtelijke domein laat zien dat er (nog) weinig expliciete aandacht is voor het platteland en haar bewoners. Netwerken, curriculaonderdelen en lectoraatsgroepen richten zich grotendeels op steden en wijken. In dit opiniërend artikel pleiten wij, gezien de stapeling van vraagstukken waarmee plattelandsregio’s en de gemeenschappen te maken krijgen voor meer aandacht voor het platteland vanuit de hbo’s. Gezien de (on) mogelijkheden van lokale dorpsgemeenschappen om hier een bepalende, lange termijn rol in tespelen, is er ook vanuit deze invalshoek meer aandacht nodig van (toekomstige) sociaal werkers en daarmee opleidingen Social Work en aanverwant praktijkonderzoek.
MULTIFILE
Het onderzoek ‘nevenactiviteiten op het platteland’ is opgezet om betrouwbare informatie te verzamelen over de activiteiten van burgers in plattelandsgebieden. Het onderzoek omvat plattelandsgebieden door heel Nederland. De onderzoeksresultaten uit dit rapport zijn verkregen door het enquêteren van burgers met nevenactiviteiten op het platteland. De betreffendeplattelandsgemeenten zijn Opsterland, Aa en Hunze, Veendam en Stadskanaal. Tevens hebben er interviews plaats gevonden met de gemeenten.Doelstelling en probleemstellingHet doel van het onderzoek is inzicht verkrijgen in de nevenactiviteiten op het platteland door niet agrariërs. Het belang is het in kaart krijgen van de motieven van plattelandsbewoners om een nevenactiviteit te hebben. Daarnaast speelt het toekomstperspectief van de nevenactiviteiten een rol. Met behulp van de onderzoeksresultaten kan de probleemstelling in het onderzoek wordenbeantwoord. De probleemstelling voor het onderzoek luidt;Wat zijn de motivaties en toekomstperspectieven van niet agrariërs om nevenactiviteiten op het platteland uit te voeren en welke rol speelt het beleid en de regelgeving daarin?Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
Rural children are a largely understudied population in language and literacy research, despite the fact that these children often enter school with delays in their language development. Since most rural areas suffered from so-called selective rural outmigration, many parents in rural areas are lower or middle educated. The home literacy climate, however, depends not only on the educational level of parents, but also on their lifestyle. In this study, we examined whether parental educational level and literacy use – as a feature of parental lifestyle – predict the language skills of children in Grade 1 in Northeast Netherlands. Structural equation modelling analyses revealed that the effect of parental literacy use on code-related skills is only significant in K-1 and K-2. In Grade 1, however, literacy use had a modest effect on oral language skills. The findings stress the importance of parents’ literacy use for informational purposes.
LINK
In deze literatuurstudie werden vier databanken doorzocht met behulp van trefwoorden zoals chronic disease, e-health, factors en suggested interventions. Kwalitatieve, kwantitatieve en mixed methods-studies werden meegenomen. Uit de data van de 22 artikelen die werden geïncludeerd in de studie, blijken leeftijd, geslacht, inkomen, opleidingsniveau, etnische achtergrond en woonplaats (stad of platteland) in meer of mindere mate van invloed te zijn op het gebruik van e-health. Het artikel is een Nederlandstalige samenvatting van het artikel: Reiners, Sturm, Bouw & Wouters (2019) uit Int J Environ Res Public Health 2019;16(4)
DOCUMENT
Kleine scholen zijn meer dan ooit een issue. Door de ontgroening groeit het aantal kleine scholen; de prognose voor Delfzijl bijvoorbeeld is een daling van 22% van de instroom. Een advies van de Onderwijsraad Grenzen aan kleine scholen kon dus niet uitblijven.
DOCUMENT
Dit onderzoeksrapport maakt onderdeel uit van een onderzoek naar nevenactiviteiten van niet-agrariërs op het platteland van Nederland. De reden van het onderzoek is het achterhalen van de motivatie van niet-agrariërs voor het starten van een nevenactiviteit op het platteland. Tevens wordtonderzocht wat de gevolgen zijn op het platteland op gebied van het plattelandsbeleid. Onder platteland worden de gebieden buiten de blauwe gemeenteborden in de gemeente bedoeld. De populatie binnen dit onderzoek zijn alle niet-agrariërs met nevenactiviteiten op het platteland inde gemeenten: Borger-Odoorn, Emmen, Pekela en Vlagtwedde. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van een clustersteekproef. Alle niet-agrariërs met nevenactiviteiten die buiten de bebouwde kom wonen in de betreffende gemeenten zijn voor zover mogelijk in het onderzoek betrokken.De resultaten van dit onderzoek zijn verkregen door kwantitatief onderzoek door middel van face to face enquêtes met niet-agrariërs en kwalitatief onderzoek door interviews met medewerkers van de afdeling Ruimtelijke Ordening bij iedere gemeente. Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving
DOCUMENT
Een begeleidende tekst voor de publicatie 'Westerwolde'; een foto-opdracht van de gemeentes Bellingwedde en Vlagtwedde aan studenten van Academie Minerva, Projectbureau/AMP. Mei 2015.
DOCUMENT
There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
DOCUMENT
Sportvoorzieningen, zoals sporthallen of gymzalen, hebben een publieke functie en behoren veelal tot het gemeentelijk vastgoed. De betekenis van sportvoorzieningen voor bewoners wordt uitvergroot op het moment dat het overeind houden ervan onder druk staat. In landelijke gebieden, aan de rand van Nederland bijvoorbeeld, daalt het aantal inwoners en daarmee het aantal potentiële gebruikers van sportvoorzieningen. Tegelijkertijd neemt verhoudingsgewijs het aandeel 55-plussers toe. Studies laten zien dat sportdeelname voor alle leeftijdsgroepen bevorderlijk is. Mensen die regelmatig sporten voelen zich gezonder.
DOCUMENT