Eind vorig jaar promoveerde Frank van Eekeren op een proefschrift met als titel ‘De Waardenvolle Club’. Dat is een club die - ideaal gesproken - als dienstverlenende organisatie verschillende waarden creëert: sportieve, culturele, commerciële én publieke waarden. In de kern gaat de dissertatie van Van Eekeren over de vraag hoe voetbalorganisaties de creatie van publieke waarden kunnen besturen en organiseren. Daarbij valt te denken aan waarden als diversiteit, veiligheid, gelijkwaardigheid en maatschappelijke cohesie. In dit artikel wordt de wetenschapsvisie in deze dissertatie onderzocht.
LINK
Verschillen tussen cultuur- en natuurwetenschappen en tussen studieobjecten binnen deze wetenschappen verklaren het aanzienlijke verschil in onderzoeksmethodologie. In dit kader wordt het onderzoek in de sociale wetenschappen bekeken.
DOCUMENT
Uit het rapport: "In mei 2015 bestaat het Centre of Expertise Smart Sustainable Cities 1 jaar. De founding partners, Ballast Nedam, BJW, Hogeschool Utrecht, Movares, ROC Midden-Nederland, Royal HaskoningDHV, Uneto VNI en Utrecht Sustainability Institute, hebben in het afgelopen jaar hard gewerkt aan de organisatie en projecten. Medewerkers van bedrijven, studenten, docenten en onderzoekers werken samen in multidisciplinaire teams om met nieuwe kennis en inzichten concrete toepassingen te ontwikkelen. Dat is de kern van onze manier van werken. Vanuit een systeemperspectief verbinden we technologische oplossingen aan de vraagstukken van mens en maatschappij. Op de conferentie ‘Samen werken aan Smart Sustainable Cities: het Utrechtse model’ (hu-conferenties.nl) op 5 juni, laten we u graag zien hoe we dat in praktijk brengen. In deze uitgave vindt u een kleine greep uit de projecten van het Centre waarin u ziet wat de meerwaarde is van de verbinding beroepspraktijkonderzoek- onderwijs. Kijkt u voor alle projecten van het Centre of Expertise op onze website: www.smartsustainablecities.hu.nl/projecten. Nadia Verdeyen, Algemeen directeur Centre of Expertise Smart Sustainable Cities"
DOCUMENT
Teneinde het opnemen van onderzoeksvaardigheden in het curriculum van de Faculteit Educatieve Opleidingen van de Hogeschool Utrecht te vergemakkelijken en ter ondersteunen, vonden wij het zinvol om een stuk te schrijven over de vermeende tegenstelling tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Een belangrijk uitgangspunt is dat we niet uitgaan van een in de wandelgangen vaak gehoorde tegenstelling tussen universitair en hogeschool onderzoek, waarbij de universiteit kwalificaties als fundamenteel en theoretisch opeist en de praktische kruimels voor het hoger beroepsonderwijs wil laten liggen. Wij gaan daar niet van uit omdat wij geen fundamenteel verschil zien tussen fundamenteel onderzoek en toegepast onderzoek. De grondslagen, de redeneringen, de systematiek zijn in beide gevallen hetzelfde. Op de achtergrond speelt, in ieder geval bij de humaniora van de hoge scholen, nog een andere tweedeling een rol: kwantitatief versus kwalitatief onderzoek. Belangrijke kenmerken van kwantitatief onderzoek zoals ingewikkelde onderzoeksdesigns, grote steekproeven en gecompliceerde statistische analyses zouden het natuurlijk domein van universiteiten zijn. Ook dit werpen we verre van ons. Volgens onze opvatting gaat het in de eerste plaats om 'goed onderzoek' en goed onderzoek vereist niet persé een kwalitatieve benadering of een kwantitatieve benadering. Goed onderzoek geeft in de eerste plaats een antwoord op een vraag die gesteld wordt: de probleemstelling. Zoals het overgrote deel van onderzoekers tegenwoordig rekenen wij ons niet tot kwantitatieve onderzoekers of tot kwalitatieve onderzoekers. Met behulp van onderzoek willen wij een slechts een antwoord geven op de gestelde vraag, de probleemstelling.
DOCUMENT
Aan patiënten opgenomen in de forensische zorg zit een steekje los. Maar volgens de publieke opinie ook aan de professionals, en in de processen hapert ook het een en ander. In haar oratie ging Vivienne de Vogel in op deze losse steekjes en hoe deze te herstellen zijn. Ze benadrukt daarbij het belang van onderzoek vanuit drie perspectieven: patiënten, professionals en processen. ‘Een geïntegreerd perspectief is nodig om de kwaliteit van de forensische zorg verder te verbeteren.’
DOCUMENT
Uit de conclusie van het proefschrift : " De centrale vraag is opgedeeld in vier onderzoeksvragen. Aan de hand van deze onderzoeksvragen wordt een antwoord op de centrale vraag gegeven. 1 Wat zijn de principes van de Stichting Architecten Research (SAR) en gerelateerde concepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 2 Welke overige factoren zijn van invloed op de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten en welke aspecten zijn hieruit af te leiden om de toekomstbestendigheid van renovatieconcepten te beoordelen? 3 Welke renovatieconcepten worden er anno 2015 in Nederland aangeboden? 4 Op welke wijze voldoen de renovatieconcepten aan de aspecten die bepalend zijn voor de toekomstbestendigheid? Dit onderzoek is een evaluerend onderzoek naar 25 renovatieconcepten. Het doet geen aanbevelingen aan de conceptontwikkelaars. De 25 aangedragen concepten moeten verder onderzocht worden om de toepasbaarheid van elk van de aspecten nauwkeuriger te beschrijven en gerichter van aanbevelingen te kunnen voorzien. Zo is verder onderzoek naar de aanpasbaarheid van de installaties in combinatie met de verwachte klimatologische veranderingen een onderzoeksgebied. "
DOCUMENT
Teksten van expertmeeting en rede bij gelegenheid van het afscheid van lector Leo van der Tuin. Er is veel gebeurd in de afgelopen decennia. Religie en godsdienst hebben een transformatie ondergaan. In de oratie bij aanvang van het lectoraat op Fontys, onder de titel 'God droeg zondagavond een blauwe trui' is op die veranderingen ingegaan. De vraag is nu hoer het met die trui is. Is die inmiddels van kleur verschoten en begint hij wat te slijten, moet er aan die blauwe trui verder gebreid worden? Of heeft religie nieuwe kleren nodig? Of zijn er al nieuwe kleren en zijn die slechts schijn, een illusie. Er zijn auteurs die zeggen dat het knispert en zindert van religie, er zijn er ook die zeggen dat religie aan het verdwijnen is. Of verbergt religie zich achter die kleren, in beelden, woorden, rituelen en plaatsen die nauwelijks nog als zodanig herkend worden? Begint zich achter die kleren nieuwe religiositeit te ontwikkelen? Dus maar onder die kleren kijken, is niet zo netjes misschien, de beeldspraak gaat hier verder mank. In de bijdragen aan de expertmeeting en in het afscheidscollege wordt een poging gewaagd.
DOCUMENT
U wordt meegenomen in de weerbarstige wereld van kinderen en jongeren, die opgroeien in onze moderne tijd. Ook wordt de maatschappelijke context geschetst, wat zijn we eigenlijk voor een samenleving? En in hoeverre en in welk opzicht is die anders dan die van voorgaande generaties? Deze rede gaat vooral ook over het opvoeden in de huidige tijd en over opvoeden in de toekomst, ook al weten we helemaal nog niet hoe die eruit zal zien. Wie denkt dat er pasklare antwoorden komen voor allerlei opvoedingsdilemma’s, komt bedrogen uit. In dit verhaal zullen juist veel vragen doorklinken. Vragen die het afgelopen jaar zijn opgehaald in het pedagogisch veld, bij ouders en bij professionele opvoeders, maar ook bij kinderen en jongeren. Af en toe worden uitstapjes gemaakt naar sociologische, psychologische en filosofische perspectieven op opgroeien en opvoeden en tevens wordt voortgebouwd op inzichten uit eigen studies naar talentontwikkeling van jongeren.
DOCUMENT
Bij een derde van de huishoudens die een beroep doen op schuldhulpverlening is de financiële problematiek vooralsnog onoplosbaar. Om hoeveel huishoudens gaat het? Wat zijn de oorzaken? En waarom is ‘vooralsnog onoplosbaar’ zo onwenselijk? Nadja Jungmann beantwoordt deze vragen voor Wmo Magazine, op basis van haar rapport Onoplosbare schuldsituaties, waarover onlangs Kamervragen zijn gesteld.
DOCUMENT