Purpose: The purpose of this paper is to report the grounded theory empirical validation on key categories within a design-led methodology to envision urban futures. The paper focuses on the editorial products and the design concepts that constitute the heart of the approach. An original elaboration of trend clusters is presented as an exemplification of the outcome of this trend research approach. Although the approach was not created from the viewpoint of tourism and leisure, bibliographic notes on place-making complement it for this journal. Design/methodology/approach: The paper presents empirical findings extracted by the means of the grounded theory, with the purpose to empirically validate two key categories (product and process) of a urban futures methodology. The methodology is an application of High Design, the process in use at Royal Philips BV for two decades. This methodology is contextualized within the constructivist episteme, as defined by the editors of this journal in a separate publication. Bibliographic references to place-making complete the paper. Findings: The following findings are provided: empirical validation of the city.people.light communication platform (qualitative research); empirical validation of the city.people.light workshop practice (qualitative research); and bibliographic descriptions of the design process governing city.people.light and newly developed urban futures trend clusters, at European level, as an exemplification of the program/approach outcome. Research limitations/implications: The paper is structured according to a multi-layered editorial focus. Empirical findings were generated at primary research level in a 2013-2015 grounded theory projected by the author. Furthermore, the author directed the research processes and products that are the object of empirical validation. Newly defined elaborations and a discussion thereof is offered, taking into account contemporary place-making issues. Practical implications: The original design-based methodology is a structured practice in urban futures from applied sciences and corporate innovation viewpoint. In this paper, its key categories are empirically validated through the grounded theory. Additionally, outcome from the original foresight programs is presented and a bibliographic review is provided from the viewpoint of place-making. Social implications: The co-creative methodology herein empirically validated is socio-cultural centered, with a strong drive to coutnerbalance the positivist and engineering corporate mindset through a humanistic concern for people. The framework in terms of place-making takes into account postmodern evolutions of the field. Originality/value: The paper benefits from a unique mix of: epistemic note on tourism, leisure, and the future; original urban futures scenarios and design concepts from a world class corporate innovation program; and the actual empirical core of the grounded theory validation as performed in a dedicated research project. These three separate streams are mutually related.
De snelle toename van overgewicht en obesitas is een wereldwijd verschijnsel. Oorzaak? Richtlijnen voor gezonde voeding en lichamelijke beweging worden op grote schaal niet gehaald. Een belangrijke risicogroep als het gaat om ongezond gedrag wordt gevormd door jongeren die een laag opleidingsniveau volgen. Het opleidingsniveau en het jong zijn maken dat deze doelgroep moeilijk vatbaar is voor gezondheidsvoorlichting. Jongeren hebben vaak een onvolledig beeld over hoe ze gezond kunnen leven en onderschatten de gezondheidsrisico's die gepaard gaan met hun ongezonde leefstijl sterk. De overheid speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van gezondheidbevorderende interventies. Zij heeft als taak burgers te informeren en oplossingen aan te dragen voor problemen in de samenleving. Deze verantwoordelijkheid heeft ertoe geleid dat de overheid al jarenlang campagnes ontwikkelt om burgers te wijzen op gezond en veilig gedrag. Er bestaat echter veel onduidelijkheid en onzekerheid over de waarde van communicatie als instrument om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Gedrag beïnvloedende communicatie wordt in de overheidsvoorlichting al jarenlang als problematisch beschouwd. Om een blijvende gedragsverandering teweeg te brengen, is het noodzakelijk om te weten hoe het menselijk gedrag werkt en welke factoren hierop van invloed kunnen zijn. Een theorie die het verkrijgen en toepassen van dergelijke inzichten centraal stelt en zich sinds enige jaren in een groeiende belangstelling mag verheugen, is de 'theorie' van social marketing. De inzichten van deze multidisciplinaire aanpak zijn veelbelovend en sluiten goed aan bij het groeiende besef dat gezondheidsinterventies alleen succesvol kunnen zijn indien gekozen wordt voor een geïntegreerde aanpak. Deze publicatie beoogt een bijdrage te leveren aan het verbeteren van gezondheidsvoorlichting aan laagopgeleide jongeren. Er worden nog te veel campagnes ontwikkeld die er niet in slagen deze doelgroep te doordringen van de persoonlijke gezondheidsrisico's die zij lopen. In dit onderzoek zijn de inzichten van social marketing toegepast op de problematiek van overgewicht bij laagopgeleide jongeren. We zijn ervan overtuigd dat met diepgaande kennis van de doelgroep, inzicht in hun gedragingen, motieven, drijfveren, en mediagebruik, ook zij overtuigd kunnen worden van het nut van een gezonde leefstijl.
Op 1 januari 2007 is officieel bij de faculteit Economie en Management (FEM) van Hogeschool Utrecht het kenniscentrum InnBus van start gegaan. InnBus kan gezien worden als een faculteitsbreed kenniscentrum1 waarbinnen alle lectoraten worden ondergebracht. De naam InnBus staat daarbij voor Innovatie en Business. Bij de inrichting van dit kenniscentrum naar domeinen voor de lectoraten is op een specifieke wijze aansluiting gezocht bij bestaande, algemeen geaccepteerde indelingen naar de Business-deelvakgebieden: Finance; Accountancy; Organisatie & Strategie; Informatiekunde; Marketing. Door hergroepering, splitsing en het uitlichten van International Business is een centrum in ontwikkeling ontstaan, waarbinnen in de nabije toekomst zes lectoraten functioneren. De achterliggende gedachte is het positioneren van de faculteit Economie en Management als kennisonderneming met taken op het gebied van kennisontwikkeling en kennisspreiding, gericht op de versterking van het innoverende vermogen van bedrijven en instellingen in de regio. De daarbij geformuleerde randvoorwaarden luiden: Te ontwikkelen kennis ontstaat vanuit aangetoonde maatschappelijke behoeften; De nieuwe kennis is gericht op professionalisering van de beroepspraktijk; De kennisontwikkeling voldoet aan methodische vereisten. Kort samengevat: binnen het faculteitsbrede kenniscentrum wordt bedrijfeconomisch relevant toegepast onderzoek gedaan, gericht op bedrijven en instellingen in de regio. De keuze voor de regio heeft tot gevolg dat er een zekere voorkeur voor branches of sectoren ontstaat. Kennisspreiding binnen de FEM-organisatie ontstaat door zowel docenten als studenten bij de uitvoering van dit onderzoek te betrekken en op onderzoek gebaseerde curricula verder te ontwikkelen. Sinds 1 januari 2007 heb ik de eervolle taak om samen met mijn medewerkers het proces van kennisontwikkeling en kennisspreiding gestalte te geven binnen het vakgebied van de kenniskring Lectoraat Marketing, Marktonderzoek en Innovatie. In deze openbare les wil ik aangeven wat dit voor ons inhoudt door allereerst aandacht te besteden aan de begrippen innovatie en innoveren en daarna de koppeling te leggen met het vakgebied Marketing en Marktonderzoek.