Over the past year and a half, the pandemic has posed serious challenges to many professions, including education in general and teacher education in particular. COVID19 created an unprecedented and unimagined disruption without preparation. As in schools, in teacher education daily routines were challenged and we needed to rethink both our understanding of what teaching in schools looks like and what teachers need, and our understanding of TE pedagogy which is traditionally based on close interpersonal interaction and classroom teaching practice.In this turbulent period and given the circumstances and the need for ‘emergency distance learning’, many teacher educators did their very best with full dedication to their responsibilities towards students, schools and society. At the same time, the question can be raised whether we can do better next time. The answer to that question depends on the extent in which we are able to learn from our past experiences. Research and exchange of our experiences can support this learning process.The Teacher Education Policy in Europe (TEPE) network has been actively involved in efforts to learn from our past experiences and to strengthen knowledge to meet the new challenges. In doing so, we are aware of the importance of bringing together experts from different fields in a broad international forum. Among others, on 15 April 2021, with the help of colleagues from Tallinn University, we organized a webinar on the dilemmas and challenges teachers and schools face during the pandemic to ensure quality education for all, and how teacher education can support this. A month later, on 20-22 May, we held our fifteenth annual conference entitled Challenges of distance teaching in teacher education and education, organized by colleagues from the University of Ljubljana. It was attended by over 200 participants from 34 countries. In this document we summarize the main findings and recommendations that emerged from the presentations and discussions at both events.
Dat het slecht gaat met de biodiversiteit in Nederland weten we allemaal. Dat weten we doordat vele mensen zich bezig houden met het waarnemen van soorten. Zij geven hun waarnemingen door via sites zoals www.waarneming.nl. Het aantal plaatsen in Nederland waar langdurig gemonitord wordt, dus systematisch jaarrond gekeken wordt hoe het met een bepaalde soortgroep staat, is echter beperkt. De groene hogescholen in Nederland proberen een bijdrage te leveren aan deze kennisleemte door monitoring beter te integreren in het onderwijs. In dit webinar werd verteld welke protocollen, methoden, apps en technieken beschikbaar zijn voor monitoring. Studenten en docenten kunnen hiermee gegevens verzamelen over planten, insecten en vleermuizen en uiteindelijke de nationale databanken vullen. Ook werden voorbeelden getoond van succesvol gebruik van protocollen en technieken in het onderwijs en werd er stilgestaan bij de vraag hoe de bijdrage van onderwijs en burger aan het monitoren van biodiversiteit verder versterkt kan worden.
MULTIFILE
Fontys, met name de lerarenopleidingen in Tilburg en Eindhoven, voert sinds 1999 een duale opleiding uit ten behoeve van onderwijspersoneel voor het Bve. Bij de ontwikkeling van deze opleiding zijn tien Regionale Opleidingscentra (ROC s) betrokken uit Brabant en Limburg. De opleiding in het Bve-traject verloopt op een duale manier, waarbij werken en leren geontegreerd plaatsvinden. De student heeft een betaalde werkplek op het ROC. Fontys is verantwoordelijkheid voor de opleiding. Het verwerven van competenties vindt voor een belangrijk deel plaats via producerend leren. Bij producerend leren werkt de student aan een product dat bruikbaar is in de eigen ROC-werksituatie. De opzet van de duale opleiding Bve is relatief nieuw binnen de lerarenopleiding. Om die reden, maar zeker ook vanuit de noodzaak van permanente kwaliteitszorg, is het van belang de leerwinst en de leerzaamheid bij de duale trajecten te onderzoeken. In dit rapport worden de bevindingen uit diverse evaluaties gebundeld.
Binnen het Greening the Cloud project is veel kennis opgebouwd van sensoriek om een complex energiemeetsysteem voor servers te ontwikkelen. Deze kennis biedt veel kansen voor onderwijs, bijvoorbeeld in het ontwikkelen van een sensor-practicum, in praktijkstages binnen het sensorlab (dat ontwikkeld is op basis van het Greening the Cloud project) en andere vormen.
AANLEIDING In het RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ heeft De Haagse Hogeschool, specifiek de opleiding Elektrotechniek, ervaren dat de opkomst van het onderwerp ‘Gelijkspanning’ (ook wel DC) in het beroepenveld sterk samenhangt met ontwikkelingen in het vakgebied van ‘Vermogenselektronica’ of ‘Power Eletronics’. Het beroepenveld vraagt steeds vaker om steeds meer kennis op dit vakgebied, in het kader van bijvoorbeeld de energietransitie, Smart Grids, Internet-of-Things etc. Om deze kennis op een goed gestructureerde wijze over te dragen aan studenten, moeten er een aantal belemmeringen worden weggewerkt. Een van deze belemmeringen is de beperkte beschikbaarheid van kennis; het vakgebied is relatief nieuw en nog sterk in ontwikkeling. Binnen De Haagse Hogeschool is door de opleiding Elektrotechniek (met kennis van de nog weg te werken belemmeringen) de bewuste keuze gemaakt om zich binnen Nederland te willen profileren met het onderwerp ‘Gelijkspanning’. Vanuit het eerdere RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ werden hiertoe een eerste vak en practicum ontwikkeld: Vermogenselektronica 1. Hierin worden beginselen van DC-DC omvormers behandeld. DC-DC omvormers zorgen voor het transformeren van DC-spanningen, om energie bij hoge spanningen en dus lage verliezen te kunnen transporteren. Vanaf het huidige collegejaar (2015-2016) is ook een tweede vak op dit gebied toegevoegd aan het curriculum: Vermogenselektronica 2: hierin worden DC-AC omvormers op hoofdlijnen behandeld. Deze omvormers zorgen ervoor dat veel gebruikte types motoren aangedreven kunnen worden met gelijkspanning. Deze hoofdlijnen staan in de ogen van het beroepenveld nog (te) ver af van toepassingen waarmee zij werken. Daarbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld elektrische mobiliteit (specifieke types motoren), verlichting (DC-DC), distributietechnieken (DC-DC op hogere vermogens) of slimme netten (integratie van energietechniek, communicatietechnologie en regeltechniek / embedded systems). DOELSTELLING Het doel van het project is het opstellen van een implementatiewijze ter verdere invulling van de onderwerpen ‘Gelijkspanning’ en ‘Vermogenselektronica’ in het curriculum van de opleiding Elektrotechniek voor de teamleider van Elektrotechniek van De Haagse Hogeschool om de gewenste profilering te kunnen realiseren. ACTIVITEITEN Vanuit de curriculum commissie van de opleiding Elektrotechniek wordt opdracht gegeven aan een apart team om het implementatievoorstel voor te bereiden. Hierin werken twee docent/onderzoekers samen met de teamleider en enkele extern specialisten. In vijf opeenvolgende stappen wordt op een top-down manier gewerkt aan 1. Formuleren competenties voor DC 2. Hoofdstromen curriculum inrichten 3. Uitwerken vakinhoudelijke gebieden Elektrotechniek (‘leeg vel papier’) 4. Koppelen opzet aan bezetting en kennis in het team en bij partners 5. Voorbereiden besluitvorming RESULTAAT Op deze wijze wordt een heldere visie ontwikkeld op het benodigde onderwijs om het onderwerp gelijkspanning gestructureerd aan te kunnen bieden. Daarbij gaat het om vakinhoudelijke kennis in vakken, met bijbehorende practica en projecten. Om deze kennis goed aan te bieden wordt nadrukkelijk ook de samenwerking met andere kennisinstellingen (zoals Zuyd Hogeschool en de TU-Delft) gezocht.
TechForFuture en SRON hebben elkaar gevonden op het onderzoeksterrein van de nanotechnologie. SRON is het Nederlands Instituut voor Ruimtevaartonderzoek, een van de acht NWO-instituten, gespecialiseerd in hoogwaardig, fundamenteel onderzoek op het snijvlak van space-technologie, ruimte-instrumentarium en de enabling technologieën. TechForFuture (TFF) is het Centre of Expertise HTSM-Oost, een samenwerking van Saxion en Windesheim, voor praktijkgericht onderzoek binnen het kennisterrein van de Hightech Systemen en Materialen. Door de samenwerking tussen TFF en SRON ontstaat een doorlopende kennislijn van fundamenteel naar toepassingsgericht en wordt de interactie tussen fundamenteel en toepassing in het mkb versterkt. Deze samenwerking krijgt vorm in de persoon van Aleksandar Andreski, die als gezamenlijk onderzoeker actief zal zijn bij zowel TFF als SRON. Zijn opdracht is de praktijkgerichte valorisatiekennis van TFF te verbinden met de fundamentele kennis en ervaring van SRON, om zo een brug te slaan tussen nieuwe technologie, inclusief de praktijk van de engineering uit het ruimteonderzoek en praktijktoepassing in en met het mkb.