Stel dat vijf mensen uit verschillende domeinen en met verschillende nationaliteiten samenwerken aan een praktijkopdracht in Den Haag. Eén van de groepsleden is Guido, een ICT-student uit Italië en een andere is Marie, verpleegkundedocent van de Academie voor Gezondheid van De Haagse Hogeschool (HHS). Verder zitten Jeremy, een Nederlandse student Voeding en Diëtetiek, Indy een internationale student Social Work uit India en Marja, de Finse gastdocente, in de projectgroep. Wanneer deze mensen, vanuit verschillende kennisdomeinen en met verschillende nationaliteiten samenwerken aan een echte praktijkopdracht kunnen ze niet alleen veel van elkaar leren, maar ook de beroepspraktijk een stapje verder helpen. In dit artikel wordt het ontwerp van een internationaal global health programma van De Haagse Hogeschool gepresenteerd, waarvan de pilot is afgerond. In april verscheen het artikel 'Het ontwerpen van een internationaal global health programma' in Onderwijs en gezondheidzorg, uitgave van het kennisplatform voor opleiders in de zorg, nummer 3, april 2014, zie www.onderwijsengezondheidszorg.nl
DOCUMENT
Voorwoord bij Zegel, J.D. (2016). Van Probleem naar prestatie: Praktijkopdrachten uitvoeren in 6 stappen. Op de I
DOCUMENT
Het domein Creative Business heeft vanwege diverse ontwikkelingen binnen en buiten de opleidingen besloten om te starten met een beperkt experiment, waarin ervaring kan worden opgedaan met een andere vorm van samenwerking met het werkveld in het opleiden van de professional van de toekomst, met interdisciplinair samenwerken van studenten uit de verschillende opleidingen uit het domein, en met het vormgeven aan maatwerk in de opzet waarin interdisciplinair wordt samengewerkt. Het project is onder de titel ‘Creative Growth Initiative’ gelanceerd. Studenten werkten een semester lang samen met studenten uit andere opleidingen aan een complex vraagstuk dat door een werkveldpartner werd ingebracht. De studenten uit de verschillende opleidingen verbonden daar ook een persoonlijke opdracht aan die leidde tot een bijdrage aan het groepsproduct en dat waarborgde dat elke student ook een stap zette in de ontwikkeling van een professional met specifieke kenmerken. Het lectoraat Teaching, Learning & Technology werd gevraagd te adviseren bij het ontwerp en om de uitvoering en opbrengsten van het eerste prototype te evalueren.
DOCUMENT
Eenzaamheid en sociaal isolement treft mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de samenleving. Hoewel er in Nederland verschillende instrumenten in gebruik zijn, ontbreekt een integrale benadering voor het oppakken van deze problematiek samen met de persoon. De meeste handvatten richten zich op signaleren en slechts een enkele op het bespreekbaar maken van de problemen. De Wmo-werkplaatsen wilden daarom een werkwijze ontwikkelen die zich richt op de verschillende fases van de aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement, van signaleren tot en met lokale samenwerking. Met behulp van dit werkboek kunnen professionals en vrijwilligers elkaar helpen bij de ondersteuning van mensen die hiermee kampen. Het werkboek focust op het (leren) luisteren naar de persoon en vervolgens het samen bepalen van volgende stappen. Door nauw aan te sluiten bij de persoon is de kans op effect van de persoonlijk vormgegeven interventie het grootst. Het boek biedt werkvormen om vanuit wat de persoon zelf kan en wil, zo mogelijk samen met het sociale netwerk, tot actie te komen. Professionals en vrijwilligers worden hiermee ondersteund om al doende de persoon tot eigen inzichten, bevindingen en acties te begeleiden.
DOCUMENT
De casusbeschrijvingen zijn opgetekend bij vijf instellingen van de G5 hogescholen. Naast Hogeschool Inholland (INH) zijn dat De Haagse Hogeschool (HHS), de Hogeschool van Amsterdam (HvA), Hogeschool Rotterdam (HR) en de Hogeschool Utrecht (HU). In het hoger onderwijs heeft elke instelling eigen keuzes gemaakt met betrekking tot de vormgeving van de studiekeuzecheck (Kappe, 20153), zo ook binnen de G5 instellingen. In tabel 1 wordt derhalve allereest beknopt een overzicht van de SKC bij de vijf participerende instellingen weergegeven, gebaseerd op voltijd bacheloropleidingen cohort 2016. Aanpassingen die na cohort 2014 zijn gemaakt worden in het rood weergegeven. Een uitgebreide beschrijving van de SKC van de verschillende instellingen wordt weergegeven in het rapport van Knuiman en Kappe2 (2017).
DOCUMENT
Het Project TBTOP is een samenwerkingsproject tussen onderwijsinstellingen voor VMBO, MBO en HBO om het techniek onderwijs samen met bedrijven in de regio aantrekkelijker te maken voor studenten, docenten en bedrijfsleven. Dit wil men realiseren door meer praktijknabij onderwijs te ontwikkelen. Ook wil men de vak-disciplinaire visie op het beroep verbreden en studenten kennis laten maken met doorstroommogelijkheden in studie en beroep. Een groep projectleiders uit de verschillende onderwijsinstellingen draagt zorg voor de voortgang van de vernieuwingsprocessen en verankering in het onderwijs. De betrokkenen hebben samenwerking in een nieuwe context ervaren namelijk samenwerking met de beroepspraktijk, samenwerking met andere vakdisciplines en samenwerking met andere onderwijsinstellingen (en dus onderwijsniveaus). Het samenwerken aan praktijkopdrachten in multidisciplinaire TOPteams is een nieuw proces geweest voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces heeft, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang gezet. Groepen docenten zijn getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. Hiermee hebben de betrokkenen zich geprofessionaliseerd. In de film die gemaakt is naar aanleiding van dit project, vertellen betrokkenen hun ervaringen binnen de nieuwe samenwerkingsvormen. De film is interactief en op verschillende momenten in te stappen.
MULTIFILE
De kop van dit artikel is een van de conclusies van Frank Crasborn en Paul Hennissen, die beiden als lerarenopleider en onderwijsadviseur zijn verbonden aan de Fontys Lerarenopleidingen te Sittard. Zij promoveerden op een proefschrift over begeleidingsgedrag van begeleiders van aanstaande leraren.
MULTIFILE
Onderzoek naar een passende oplossing voor de mondkapjesproblematiek waar DELA sinds het uitbreken van de Coronacrisis mee kampt.
DOCUMENT
Interview met Eugène Thijssen, van de opleiding Vastgoed & Makelaardij over de ontwikkeling van de opleiding.
DOCUMENT
Het hoger onderwijs moet studenten opleiden tot kenniswerkers. Het blijkt echter lastig studenten zo op te leiden dat ze de voldoende vaardigheden hebben kennis snel toe te passen en nieuwe kennis te genereren. Een mogelijke aanpak is De praktijk als leeromgeving: studenten leren als junior kenniswerkers in authentieke praktijksituaties handelingsgericht te werken. In deze praktijksituaties komen het oplossen van praktijkproblemen (praktijkstroom), ontwikkelen van praktijkkennis (kennisstroom) en leren (competentiestroom) samen. De kwaliteit wordt bewaakt door kritische reflectie tegen vooraf gestelde kwaliteitscriteria. Door deze aanpak worden onderwijs en onderzoek verbonden. De studenten dragen bij aan open innovatie. Hierbij wordt kennis ontwikkeld en gedeeld ten behoeve van de praktijk en de hoger onderwijsorganisatie, waardoor de competentieontwikkeling van de student met innovatie gepaard gaat. Bij het toepassen van de praktijk als leeromgeving is er een aantal knelpunten. Wij hebben genoemd het onderscheiden van niveaus in competentieontwikkeling, het erkennen van Eerder Verworven Competenties (EVC), het Verbinden van onderwijs en onderzoek, de begeleidingsrollen en de professionele invulling daarvan, en de beoordelingsvormen: beoordeling van leerresultaten gekoppeld aan praktijkresultaten en de individuele beoordeling van teamwerk. In dit artikel hebben we hiervoor een aantal oplossingen aangedragen, waaronder het gebruiken van een sollicitatieprocedure, het onderscheiden van verschillende typen leersituaties, en het stellen van expliciete kwaliteitscriteria. Demografen voorspellen dat kenniswerkers schaars worden. We mogen dus geen talenten verspillen. Het hoger onderwijs wacht een zware taak om deze kenniswerkers grondig en efficiënt op te leiden. En wel op een zodanig manier dat ze niet alleen de theoretische kennis hebben, maar ook de vaardigheden om deze kennis snel in waarde om te zetten en met nieuwe kennis aan te vullen. De aanpak van de auteurs met de praktijk als leeromgeving is een van de manieren waarop dit mogelijk wordt.
DOCUMENT