Eén van de manieren om het vakmanschap van de reclasseringswerker verder te ontwikkelen is de gezamenlijke reconstructie van „goede praktijken‟. Vaak is er vooral aandacht voor vragen, knelpunten, problemen of inschattingsfouten. Dat is nodig en daar valt zeker van te leren. Maar minstens even veel valt te leren van de bespreking en analyse van zaken die juist goed gaan. Van stilstaan bij casuïstiek waarbij je als reclasseringswerker denkt: „Hier wordt duidelijk wat het vak inhoudt. En hier wordt duidelijk wat ik als professioneel reclasseringswerker kan.‟ Dat is niet alleen leerzaam, maar het is ook motiverend. Stil staan bij de eigen successen geeft energie. En als de specifieke kenmerken en gedragingen die hebben geleid tot succes worden „betrapt‟ dan kunnen deze ook worden vertaald in kenmerken van een reclasseringsmethodiek. Alle reden dus voor een vingeroefening met een reconstructie van succes. Tijdens het congres is dit gedaan in een van de workshops
Met deze publicatie wordt beoogd gevarieerde en praktische informatie te bieden die behulpzaam kan zijn bij het ontwerpen en exploiteren van EVC-praktijken. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van een 9-tal EVC-praktijken in het Nederlands hoger onderwijs.
Onderzoek naar onderzoek, dat kan nogal abstract en ver weg van de praktijk klinken. Martine Ganzevles, docent en onderzoeker Sociaal Werk aan Hogeschool Utrecht, promoveert op sociaal werk-onderzoek, in het bijzonder praktijkgericht onderzoek dat sinds 2001 door lectoraten in het Nederlandse hbo wordt uitgevoerd. Hoe draagt dat onderzoek bij aan de doelen van het sociaal werk zelf; aan sociale inclusie, sociale participatie en sociale rechtvaardigheid?