Het project ‘Een stap naar voren, preventief en omgevingsgericht werken vanuit het CJG’ richt zich op het ontwikkelen van een gereedschapskist voor de professionals binnen de CJG’s waarmee zij preventief en omgevingsgericht kunnen werken. De eerste fase van dit project stond in het teken van een verkenning. Een schets van de twee wijken (de context) waarbinnen de frontlinie professionals uit dit project werken; Groningen Zuid en Oosterpark en een inventarisatie van de implicitete (onbewuste) kennis van frontlinie professionals ten aanzien van preventief en omgevingsgericht werken. Daarnaast het in kaart brengen van goede prakijken op het gebied van preventief en omgevingsgericht werken in binnen- en buitenland. In deze presentatie doen we verslag van de uitkomsten van deze eerste inventariserende fase.
DOCUMENT
Het model van de T-shaped professional wordt gebruikt om aan te geven hoe CJG-professionals invulling kunnen geven aan preventief en omgevingsgericht werken. Er worden praktijkvoorbeelden uit twee Groninger wijken gepresenteerd die illustreren hoe CJG-professionals hier handen en voeten aan geven, wat succesvol blijkt te zijn en wat de mogelijke faalfactoren. Echter, professionals uit het CJG moeten de innovatieve praktijk vorm en inhoud geven binnen een dynamische beleidscontext.
DOCUMENT
Een stap naar voren is een Raak Publiek project welke van 2013 tot 2015 is uitgevoerd, waarbij een lerende omgeving werd geboden aan professionals, aankomende professionals en docenten. Er werd gereedschap ontwikkeld voor frontliniewerkers om preventief en omgevingsgericht in de wijk met ouders te kunnen werken. Het doel van het project heeft geresulteerd in een aantal concrete opbrengsten, gebundeld in een voor verschillende doelgroepen bruikbare infographic waarin alle gereedschappen zijn verzameld. De infographic is onderverdeeld in een drietal hoofdstukken: - Hoe begin je - Wat ga je doen - Wat zijn de ervaringen
LINK
De transitie en transformatie in het sociale domein vraagt van jeugdprofessionals een nieuwe manier van werken, namelijk preventief en omgevingsgericht. Preventief en omgevingsgericht werken kent vier aspecten: 1. aansluiten bij de leefsituaties van ouders ter bevordering van eigen kracht; 2. werken aan sociale cohesie ten behoeve van het pedagogisch klimaat in de wijk; 3. het mobiliseren en/of vergroten van het sociaal netwerk van ouders, 4. signaleren van risico’s en ingrijpen waar nodig. Dit artikel gaat over de vraag hoe professionals die met ouders werken handen en voeten geven aan deze nieuwe werkwijze, welke ervaringen ze hierbij opdoen en welke dilemma’s ze tegenkomen. Deze vraag is onderzocht door professionals werkzaam in twee Centra voor Jeugd en Gezin in de stad Groningen te volgen in hun dagelijks werk. Daarbij is gebruik gemaakt van een methode die gericht is op het ontdekken van hun ervaringskennis. Deze methode bestaat uit het gericht observeren van professionals in hun dagelijks werken en uit het voeren van gesprekken hierover met professionals om hun overwegingen bij het handelen te achterhalen. Daaruit blijkt dat twee van de vier aspecten van preventief en omgevingsgericht werken sterker zijn ontwikkeld. CJG-professionals sluiten vaker aan bij de leefsituatie van ouders en pakken vaker risicosignalen op. Minder vaak maken ze gebruik van het sociale netwerk van ouders en werken ze aan sociale cohesie in de wijk. In het handelingsrepertoire lijken de preventieve aspecten sterker te zijn ontwikkeld dan de omgevingsgerichte. Professionals ervaren zowel morele, methodische als organisatorische dilemma’s bij preventief en omgevingsgericht werken.
DOCUMENT
Wat is er voor nodig om preventief en omgevingsgericht te kunnen werken? Aan welke randvoorwaarden moet zijn voldaan zodat professionals op deze manier kunnen werken? Gesprekken met verschillende betrokkenen rond CJG’s leveren de volgende randvoorwaarden op: 1) vrijheid/ruimte, 2) Leiderschap, 3) infrastructuur, 4) kennis, 5) betrokkenheid/samenwerken.
MULTIFILE
Onderzoeksrapport 'Wijkanalyse'Dit onderzoek is door het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid uitgevoerd binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Oosterpark en Groningen Zuid. Het onderwerp is het maken van een wijkanalyse van het werkgebied van beide CJG's. De aanleiding is dat frontliniewerkers, die werkzaam zijn in het CJG, handelingsverlegenheid ervaren in het preventief en omgevingsgericht werken. Zij hebben behoefte aan kennis en handvatten rondom het preventief en omgevingsgericht werken. De wijkanalyse wordt gedaan om de frontliniewerkers een beter inzicht te geven over de informatie van de wijken die relevant zijn voor de ontwikkeling en verbetering van het preventief en omgevingsgericht werken. Hierbij is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Wat is de beginsituatie van de wijken van de twee deelnemende CJG: Oosterpark en Groningen Zuid? De volgende wijken/buurten zijn meegenomen in de wijkanalyse: Oosterpark: Oosterparkwijk, Binnenstad Oost, Oosterpoortbuurt en Woonschepenhaven. Groningen Zuid: de Wijert-Noord en Zuid en Corpus den Hoorn-Noord. Het onderzoek bevat een kwantitatief design en is opgedeeld in drie fases. 1. Desk research aanvullend met interviews van twee CJG coördinatoren en consultenten. 2. Observaties in de wijk. 3. Enquêtes onder ouders (van met name jonge kinderen, n=115) in de wijk. De volgende variabelen zijn onderzocht: fysieke -, en sociale omgeving, zorgsysteem, kinderopvang en onderwijs, maatschappelijke participatie van inwoners, veiligheid, CJG Oosterpark en CJG Groningen Zuid (visie, personeel, gebouw, aanbod en samenwerking) en betrokkenheid van ouders in de wijk bij het opgroeien en opvoeden van kinderen. Uit alle gegevens kan geconcludeerd worden dat de krachten in de wijken Oosterpark en Groningen Zuid liggen in: de netheid van de wijk (m.u.v. de Wijert); voldoende sport- en speelmogelijkheden voor de jeugd; ouders positief over pedagogisch buurtklimaat, voldoende ontmoetingsplekken voor ouders; ouders maken gebruik van (in)formele steunbronnen voor opvoedsteun; CJG's liggen midden in de wijk met ontmoetingsruimten, intern en externe samenwerking vanuit visie en uitgangspunten. Het lijkt erop dat opvoeders uit Groningen Zuid zich sterker verbonden voelen met de buurt en elkaar eerder helpen als er problemen zijn met de kinderen. De noden in de wijken Oosterpark en Groningen Zuid zijn: verkeersonveiligheid; onvoldoende sport- en speelmogelijkheden voor jonge inwoners in Binnenstad-Oost; ontevredenheid jongerenvoorzieningen; onveiligheidsgevoelens en (drugs)overlast in de Oosterparkwijk; bewoners weinig stem wat er in hun wijk gebeurt (met name Oosterpark); minder bekendheid van het CJG en in verhouding weinig bezocht; consultatiebureau Oosterpark zit niet in het CJG gebouw. De behoeften in de wijk: ouders hebben belangstelling voor praktische hulp van andere ouders en leuke dingen ondernemen met andere ouders en kinderen; in de Oosterpark is behoefte aan opvoedthema bijeenkomsten met andere ouders. Een aantal kenmerken per wijk. Oosterpark: bestaat uit relatief weinig jonge kinderen, maar meer jong volwassenen; allochtonen wonen met name in de Oosterparkwijk en in de Binnenstad Oost; in de Oosterparkwijk wonen in verhouding meer eenoudergezinnen; heeft meer werkloosheid en meer mensen met een bijstandsuitkering. De Oosterpoortbuurt en de Binnenstad Oost wonen de meeste mensen met een beter inkomen. Groningen Zuid: bestaat uit relatief veel jonge kinderen en minder jong volwassenen; meer 35- en 50-plussers. In de Wijert-Noord wonen meer allochtonen en eenoudergezinnen, heeft meer werkloosheid en meer mensen met een bijstandsuitkering. In de Wijert-Zuid wonen de meeste mensen met een beter inkomen. Tot slot de aanbevelingen: meer bekendheid rondom het CJG; activiteiten met andere opvoeders faciliteren en organiseren; CJG Oosterpark onder één dak met het consultatiebureau; ouders betrekken in wat er gebeurt in de wijk; verder onderzoek naar betrokkenheid ouders van kinderen vanaf zes jaar. De uitkomsten geven input voor fase 2.
DOCUMENT
Handboek werken in de wijk gaat over de gevolgen van de stelselherziening voor het werk van de sociale professional. De auteurs beschrijven vanuit diverse invalshoeken, geïllustreerd met veel voorbeelden, de elementen van het werken op het niveau van een wijk, buurt of dorp. Het gaat om kennis die voor iedere allround werker van belang is. Om kennis van de omgeving, maar ook van de problematiek die je tegenkomt, zoals schulden, huiselijk geweld of psychiatrische aandoeningen. Het vraagt vaardigheden om aan te sluiten bij een diversiteit aan mensen en situaties, om de dialoog te voeren, om integraal te werken. Het vraagt ook methodische kennis, bijvoorbeeld om sociaal isolement, kindermishandeling of overbelasting van mantelzorgers te signaleren en te weten hoe dan te handelen. Voortdurend gaat het daarbij om de eigen kracht van mensen, sociale verbanden en de samenleving als uitgangspunt te nemen. Het boek is bedoeld als een basisboek voor (aankomende) professionals, maar is ook geschikt voor iedereen die meer wil weten over de nieuwe vormen van sociaal werk en hulpverlening
MULTIFILE
De gemeente Utrecht zet de komende jaren in op het versterken van collectief werken in de ondersteuning voor kinderen en gezinnen met opgroei- en opvoedvragen (Gemeente Utrecht, 2024). De reden hiervoor is de toenemende druk op de jeugdzorg. Veranderingen in het zorgaanbod zijn nodig om kosten, werkdruk en wachtlijsten te beperken. Verder is er sprake van een cultuuromslag in het denken over het jeugddomein, die mogelijk versneld is door de druk op de jeugdzorg. Deze cultuuromslag wordt gekenmerkt door een focus op de pedagogische basis (versterken van het eigen netwerk) en normaliseren (niet meer direct labelen en diagnosticeren, maar proberen het binnen het normale te blijven, accepteren dat een zekere lijdensdruk bij het leven hoort).
DOCUMENT
Overheid, werkveld en opleidingen verwachten van hulp- en dienstverleners dat zij, naast hun taken in de behandeling en begeleiding van (groepen) clienten, meer tijd gaan besteden aan preventie van psychosociale of opvoedingsproblemen. In dit boek schetsen de auteurs vanuit een theoretisch kader op welke wijze preventie ingepast kan worden in het takenpakket van deze hulp- en dienstverleners. Daarbij leggen zij de nadruk op de noodzaak van een alerte houding voor het vroegtijdig signaleren van problemen en een modelmatige visie op preventie. Uitgebreid aan de orde komen de gereedschappen die de werker nodig heeft voor de uitvoering van een preventieproject: een model voor projectmatig werken, voorlichting, advisering, ondersteuning en netwerkontwikkeling. De achtergronden en toepassingen worden veelvuldig met casuistiek geollustreerd. Bovendien bieden de vragen en opdrachten uitstekende verwerkingsmogelijkheden voor iedereen die zich bezig houdt met hulp- en dienstverlening.
DOCUMENT
Aanleiding Het is belangrijk om de opvoedingskracht van ouders en de sociale steun rond gezinnen te versterken. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben hierin een belangrijke taak: preventie en het bieden van laagdrempelige opvoedingshulp bij lichte opgroei- en opvoedvragen, en waar nodig doorverwijzen naar zwaardere vormen van hulp. Dit noemen we preventief en omgevingsgericht werken. In de CJG’s zijn het vooral de frontliniewerkers - de pedagogisch consulenten, de maatschappelijk werkers en de sociaal verpleegkundigen – die invulling moeten geven aan het preventief en omgevingsgericht werken. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan gereedschap om:• Sociale pedagogische netwerken in buurten en wijken te versterken.• Opvoedingsvragen van ouders te verhelderen en daarop in te spelen.• Tijdig te kunnen signaleren wanneer zij de hulp van specialisten moeten inroepen. Doelstelling De hoofdvraag van dit project luidt dan ook: Op welke wijze kunnen frontliniewerkers invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zij de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig? Het hart van dit project is de kenniswerkplaats die bestaat uit frontliniewerkers, docent/onderzoekers en studenten, die vanuit hun eigen inbreng en deskundigheid samenwerken. Via de kenniswerkplaats wordt geleerd door te doen. Ook wordt nadrukkelijk gezocht naar de intuïtieve kennis en behoeften van collega-professionals door mee te lopen met frontliniewerkers en hen te interviewen. De kenniswerkplaats vraagt feedback van inhoudsdeskundigen. Zij toetst haar resultaten aan de mening van de schakelgroep, waar het middenmanagement deel van uitmaakt. Dit gebeurt met het oog op de implementatie van de producten op de werkvloer. Beoogde resultaten Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, studenten en docenten. Zij zullen instrumenten voor het werkveld ontwikkelen, zoals een gereedschapskist met praktische instrumenten. De oplossingen dragen bij aan een positief opvoedingsklimaat in buurten en gezinnen en op termijn tot een vermindering van verwijzing naar (en dus kosten van) de tweedelijnszorg. Voor het onderwijsveld levert dit project inzicht in de benodigde competenties voor preventief en omgevingsgericht werken voor de opleidingen sociale studies en verpleegkunde. Tot slot levert dit project kennis op voor het onderzoeksveld, zoals een methodiek om ‘tacit knowledge’ (impliciete kennis) bij professionals op te halen.