Een robot bouwen: hoe begin je daarmee? Bij U-Talent hebben we een module ontwikkeld waarin leerlingen leren werken met Arduino. We wilden de leerlingen enthousiasmeren voor de maakbaarheid van de technologie om ons heen en ze leren om hiermee zelfstandig aan de slag te gaan. In dit artikel doen we hiervan verslag in de hoop geïnspireerde collega’s handvatten te bieden om ook te gaan experimenteren.
Er wordt dezer dagen in de Nederlandse sociale sector veel geïnvesteerd in evidence based practice. Brede welzijnsorganisaties worden er in hun onderhandelingen met gemeenten op aangesproken, en wat niet 'evidence based' is vormt een makkelijke prooi voor bezuinigingen. Landelijke organisaties zoals NJi en MOVISIE werken hard aan het bouwen en vullen van vrij toegankelijke digitale databanken met daarin actuele informatie over welke effectonderzoeken beschikbaar zijn voor een hele reeks sociale interventies. Krachtig materiaal dat de modernisering van sociaal werk vooruit kan helpen, maar tegelijk leidend aan de eerder genoemde vorm van bijziendheid. Een volwaardig perspectief op beroepsinnovatie in de sociale sector kan zich niet beperken tot een normatief uitgangspunt, tot verkondigen wat zou moeten zijn. Dat volwaardig perspectief bereiken we pas als we kijken naar wat is, naar de diverse factoren die de dynamiek van beroepsinnovatie beïnvloeden, ook als ze minder verheffend zijn (bijvoorbeeld de invloed van platte commercie, of macht en populisme). We doen daarom een oproep om open biografieën van sociale interventies te ontwikkelen, om vanuit een sociologisch perspectief te beschrijven hoe allerlei sociale interventies een plek verwerven in het dagelijks leven van sociaal werk.
De, bijna oneindige, mogelijkheden van digitale (3D print)technieken prikkelen de geest en zetten aan tot creatief denken. Voorheen onmogelijke vormen worden mogelijk en kunnen op locatie en op maat worden gemaakt. Het (primair) onderwijs ziet grote potentie in 3D (print)technieken als onderwijsthema om structureel en actief mee aan de slag te gaan in de klas, om 21ste Century Skills te ontplooien bij zowel leerkrachten als leerlingen en om als thema in te zetten binnen Wetenschap & Technologie-onderwijs. De onderwijsketen is een cruciale partner in de Human Capital Agenda met haar taak om van jongs af aan kinderen op te leiden tot een moderne professional die kan uitblinken in een snel veranderende innovatie-economie. Met dat doel voor ogen zoekt het primair onderwijs structureel naar manieren om de lesprogramma’s actueel en effectief te houden. Door een toenemend aanbod van 3D (print)technieken en diensten zoeken directies, leerkrachten maar ook het team talentontwikkeling van de Gemeente Enschede naar betrouwbare experts die de scholen advies, begeleiding en (uiteindelijk) professionalisering op maat kunnen bieden. Saxion FabLab Enschede, een publieke moderne makerspace en verbonden aan Saxion Lectoraat Industrial Design, richt zich op de verbinding tussen (HBO) onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Sinds de oprichting in 2011 krijgt het FabLab ook structureel vragen vanuit het primair onderwijs (PO) om deze doelgroep hands-on in contact te brengen met moderne (3D) technieken. Waar mogelijk zijn bovengenoemde vragen opgepakt met in samenwerking met scholen en bedrijven. Knelpunten die hierbij naar voren zijn gekomen, zijn dat leerkrachten na de opstart niet weten hoe ze onvermijdelijke technische problemen moeten oplossen en/of het ontbreekt hen de kennis om een volgende verdiepende stap (zelf) te zetten. Gevolg is dat men niet verder komt dan het doen van demonstraties en/of een eerste (simpel) productje, of dat de printers stil in een hoek staan te ver-stoffen. Deze ervaringen uit Enschede zijn in lijn met conclusies van een eerder onderzoek in Flevoland (Van Keulen & van Oenen, 2015) Doel van het traject “3D in de klas” is de bundeling van krachten binnen het consortium rondom de ontwikkeling van uitdagend en uitnodigend Wetenschap & Techniek-onderwijs voor leerling en leerkracht in het primair onderwijs, door leerkrachten te scholen in 3D printen, door lesprogramma’s te ontwikkelen die verder gaan dan het ‘printen van de standaard sleutelhanger’ en door een didactische verbreding te bieden door het koppelen van kennisdomeinen. Het initiatief voor gezamenlijk onderzoek en 3D in de Klas is opgedeeld in drie delen: Deel 1) Mapping the state of the art: leren van eerdere initiatieven en de knelpunten. Deel 2) Doelgroep betrokkenheid in kaart brengen, van leerkrachten en leerlingen, inhoudelijk en organisatorisch. Deel 3) Structurele inbedding, door afstemming op en integratie in de PO-keten. Het voorliggende projectvoorstel beslaat deel 1 van dit traject. Resultaat van dit deelproject hiervan vormt de basis voor deel 2 en 3 in een vervolgtraject, mogelijk in een RAAK-publiek vorm. Saxion FabLab Enschede heeft de afgelopen jaren een actief consortium opgebouwd dat bovenstaande impasse wil doorbreken. Het consortium bestaat naast het FabLab o.a. uit: Saxion Lectoraat Industrial Design en Academie Pedagogiek en Onderwijs, ESV, Stichting Consent, Bètatechtniek, Gemeente Enschede (Team Talentontwikkeling) en het bedrijf LAYaLAY.
Paper sludge contains papermaking mineral additives and fibers, which could be reused or recycled, thus enhancing the circularity. One of the promising technologies is the fast pyrolysis of paper sludge, which is capable of recovering > 99 wt.% of the fine minerals in the paper sludge and also affording a bio-liquid. The fine minerals (e.g., ‘circular’ CaCO3) can be reused as filler in consumer products thereby reducing the required primary resources. However, the bio-liquid has a lower quality compared to fossil fuels, and only a limited application, e.g., for heat generation, has been applied. This could be significantly improved by catalytic upgrading of the fast pyrolysis vapor, known as an ex-situ catalytic pyrolysis approach. We have recently found that a high-quality bio-oil (mainly ‘bio-based’ paraffins and low-molecular-weight aromatics, carbon yield of 21%, and HHV of 41.1 MJ kg-1) was produced (Chem. Eng. J., 420 (2021), 129714). Nevertheless, catalyst deactivation occurred after a few hours’ of reaction. As such, catalyst stability and regenerability are of research interest and also of high relevance for industrial implementation. This project aims to study the potential of the add-on catalytic upgrading step to the industrial fast pyrolysis of paper sludge process. One important performance metric for sustainable catalysis in the industry is the level of catalyst consumption (kgcat tprod-1) for catalytic pyrolysis of paper sludge. Another important research topic is to establish the correlation between yield and selectivity of the bio-chemicals and the catalyst characteristics. For this, different types of catalysts (e.g., FCC-type E-Cat) will be tested and several reaction-regeneration cycles will be performed. These studies will determine under which conditions catalytic fast pyrolysis of paper sludge is technically and economically viable.
In de bouw komt veel sloopafval vrij. Voor een groot aantal materialen bestaan al recyclingroutes die voortdurend door-ontwikkelen. Daarbij valt te denken aan recycling van beton, PVC, metalen en herbruikbaar hout (A-hout). Echter, een substantiële afvalstroom bij sloop waar nog nauwelijks recyclingroutes voor bestaan, is B-hout. Dit bevat coatings, lijmen (zoals in vezelplaten) en bevestigingsmaterialen, maar bestaat voor het overgrote deel uit hout met in beginsel prima eigenschappen. Alleen al bij projectpartner Rouwmaat komt jaarlijks 300 ton B-hout vrij. Om dit af te kunnen voeren, wordt het aangeboden aan afval verbrandingsinstallaties. Bij projectpartner Innodeen is sinds kort een productielijn in bedrijf genomen waarmee extrusieprofielen kunnen worden gemaakt uit houtvezelcomposiet. Deze houtvezelcomposiet bevat tot 70% houtvezels in een thermoplastische matrix. De markt heeft al een grote belangstelling voor deze producten getoond, en er wordt reeds hard gewerkt aan opschaling van het proces. Totnogtoe worden deze houtvezels gewonnen uit ongebruikt maagdelijk hout, waaraan bovendien aanvullende eisen worden gesteld. Het lectoraat Lichtgewicht Construeren beschikt over jarenlange ervaring op het gebied van thermoplastische composieten. Door combinatie van genoemde drie partijen in dit project bestaat een goede basis om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om houtvezelcomposiet te maken uit B-Hout. Dit zou derhalve kunnen leiden tot een veel hoogwaardiger toepassing van deze afvalstroom, hetgeen bovendien als grondstof een gunstiger kostprijs heeft. Doel van dit project is om derhalve op lab schaal houtvezelcomposiet te vervaardigen uit B-hout en daarvan de mechanische eigenschappen te vergelijken met het reeds ontwikkelde houtvezelcomposiet. Indien de maakbaarheid is aangetoond en de mechanische eigenschappen elkaar goed benaderen, zal industrialisatie van dit projectidee door de betrokken partners voor de hand liggen.