The ambition to host mega sports events is (or can be) perfectly justifiable with various arguments. The most persistently used argument is the supposed financial or direct economic gain for the host economy, of which the compelling body of evidence is discouraging. This implies that the justification for hosting should come from a different, broader economic angle. This paper provides a critical discussion of the myriad of economic and frequently intangible effects that could be put forward in the public debate preceding the submission of a bid. Paradoxically, most of these effects are not, or infrequently employed in public debates.
From the article The paradigm shift towards competency-based education in the Netherlands has a logical counterpart: the need for more flexibility in the curricula. After all, in competency-based education it is recognized that learning not only takes place in designated places (school, university), but may happen every time when the learner is confronted with a challenge. This observation leads to the necessity to incorporate the learning outcomes of formal and informal education in one curriculum. As a result, the educational process becomes more complex and must be better structured to control the individual learning outcomes. In this paper we discuss this paradox: how more flexibility in the program creates the need for more control in the process. We also discuss what kind of IT-tools are helpful in controlling flexibility in curricula for higher professional education.
MULTIFILE
In Nederland hebben 75.000 tot 116.000 gezinnen te kampen met problemen op meerdere levensgebieden, zoals het voeren van de huishouding, opvoeding, financiën, individuele ontwikkeling en relaties. De lijdenslast van deze gezinnen is groot en de publieke kosten per gezin zijn hoog. Kenmerkend voor deze gezinnen is dat ze zowel problemen hebben in het gezin, als problemen met de hulpverlening. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen. Sociaal werkers nemen een sleutelpositie in bij de ondersteuning aan deze gezinnen. Ze hebben de belangrijke taak om de problemen, die vaak van generatie op generatie doorgegeven worden, te doorbreken. Het realiseren van ondersteuning aan deze gezinnen is complex. Sociaal werkers verwoorden een paradox: de meervoudigheid van de problematiek vraagt om samenwerking, maar juist samenwerking is vanwege deze meervoudigheid moeilijk te realiseren. De ervaring leert dat gebrekkige samenwerking, zowel met het gezin als tussen de hulpverleners onderling, fatale gevolgen kan hebben. Sociaal werkers geven aan dat er een andere werkhouding nodig is om in gezinnen met meervoudige problemen effectief samen te werken. Zij willen komen tot een houding waarmee zij zich duidelijk positioneren, als professional verbinding kunnen leggen met alle betrokkenen (cliënten, sociaal netwerk, professionals en leidinggevenden) en deze kunnen aanspreken op (de effecten van) hun handelen. Om hun handelen te optimaliseren, willen zij structureel op hun houding reflecteren. In aansluiting op voorgenoemde behoeften van sociaal werkers ontwikkelen we, samen met sociaal werkers, een op sociale technologie gebaseerde ?tool?: een leerinstrument dat hun reflectie ondersteunt. Het doel van dit instrument is dat professionals hun op samenwerken gerichte houding kunnen observeren en hierop reflecteren in interactie met anderen als onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden. Op deze manier verbeteren professionals de kwaliteit van de samenwerking en daarmee ook de ondersteuning aan gezinnen met meervoudige problemen.