Praktijkgericht onderzoek heeft zijn vaste plaats verworven in het curriculum van de Utrechtse SJD opleiding. Aan de hand van een aantal kwaliteitsnormen voor praktijkgerichte onderzoeksonderwijs maken we in dit artikel inzichtelijk hoe dit in de praktijk uitpakt en welke nieuwe vraagstukken dit oplevert. De Utrechtse onderzoekspraktijk laat zien dat eenduidige en gecommuniceerde verwachtingen, de kwaliteiten van de begeleider, en het waarderen van de kwaliteiten van de studentonderzoekers hierbij van groot belang zijn. Zo blijkt dat de motivatie van afstudeerders erg verschillend is. We maken een onderverdeling tussen intrinsiek-, extrinsiek- en a-gemotiveerde studenten. Ook wordt duidelijk dat de match tussen (student)onderzoeker en begeleidende docent een belangrijke factor voor succes is. Afhankelijk van de motivatie van de student dient de afstudeerbegeleider zijn begeleidingsstijl af te stemmen om de match zo goed mogelijk te maken. Ook laat de Utrechtse praktijk zien dat “veiligheid” en “onzekerheid” sleutelbegrippen zijn in het praktijkgericht onderzoek. Alleen als zowel studenten, onderzoekers, als docenten te durven twijfelen, kan in “veilige onzekerheid” kwalitatief hoogwaardig onderzoeksonderwijs vorm worden gegeven.
Hoofdstuk in Pedagoog in de spotlights. Opvoedingsidealen vanuit verschillende contexten. Pedagogiekstudenten van Hogeschool Utrecht (HU) doen onderzoek. Wat betekent dat voor de opleidingen en de beroepspraktijk? HU-onderzoekers Jurrius, Van Heijst en Gruiters beschrijven dat in een hoofdstuk van het boek ‘De pedagoog in de spotlights’. Ze beschrijven hun ervaringen met hbo-studenten bij onderzoek aan de hand van voorbeelden die zijn opgedaan met studenten pedagogiek, die deelnamen aan de projecten van het HU-lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling. Uit die ervaringen blijkt dat de relatie van de studenten met de opdrachtgever van het praktijkgericht onderzoek beter kan. Soms is de opdrachtgever niet blij met de kwaliteit van de resultaten van het onderzoek. Daarnaast verwacht de student medewerking aan het onderzoek van professionals, maar die werken niet altijd direct mee. Volgens de drie onderzoekers is het van groot belang om goed met elkaar te communiceren over verwachtingen die leven bij onderzoek waaraan hbo-studenten deelnemen. Die studenten dienen in dat proces goed begeleid te worden, zo luidt de aanbeveling. De HU-onderzoekers Jurrius, Van Heijst en Gruiters doen ook andere aanbevelingen. Zowel hbo-docenten als –studenten moeten volgens hen beschikken over een breed palet aan onderzoeksmethoden om een goede aansluiting bij de pedagogische beroepspraktijk te realiseren. Waarom kiezen ze voor een bepaalde methode? Hoe kunnen ze de methode op een valide en betrouwbare manier inzetten?
Van Jeugdzorg naar oplossingen beschrijft de mogelijkheden om door samenwerking met jeugdzorg en onderwijs het product te verbeteren en tevens de waarde van de sportvereniging te verhogen voor alle belanghebbenden. Sport is een plezierige belevenis door Physieke Prestaties met Partners. Daarnaast bevat sport een groot scala van additionele producten waarmee de persoonlijke ontwikkeling van kinderen kunnen worden verbeterd, alsmede de socialisatie en nog veel maatschappelijke bijproducten. Door de verbetering van deze additionele waardes ontstaat vanzelf een beter hoofdproduct. Onderwijs en Jeugdzorg kunnen hier een belangrijke bijdrage in leveren. Anderzijds kan de sportvereniging een belangrijke tegenprestatie leveren ten gunste van de ontwikkeling en het geluk van kinderen. Hierdoor krijgt de subsidie een draagvlak waarmee verenigingen beoordeeld kunnen worden. Synergie is hierbij het sleutelwoord, door samenwerking ontstaan nieuwe processen of leiden ze tot kostenreductie. De productiviteit en dus de meerwaarde van verenigingen kan toenemen door deze verhoogde effectiviteit en efficiency. Organisatorisch zal er ruimte moeten worden gemaakt voor de pedagogisch- en zorg-coördinator. Met een beter informatiesysteem krijgt jeugd een meer centrale positie die sturend kan worden voor de ontwikkeling. Per regio of zorggebied kan een intensieve samenwerking worden gestimuleerd van zelfsturende teams met doelstellingen op projectbasis. Vanuit het onderwijs en de jeugdzorg kan de participatie bij jeugdverenigingen worden gestimuleerd. Verenigingen krijgen nu veel, volle en vaste leden/ vrijwilligers die vaker komen waarmee de positionering duidelijker wordt.
MULTIFILE