Verslag van een onderzoek naar toegankelijkheid voor mensen met beperkingen in de welzijnssector in Amsterdam. Het gaat hierbij om mensen met een psychiatrische, verstandelijke, zintuiglijke en fysieke beperking en hun deelname aan activiteiten in de diverse welzijnsvoorzieningen. Aanleiding voor het onderzoek was de bezuinigingen in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De gemeente Amsterdam heeft een convenant opgesteld met afspraken waarmee de toegankelijkheid vergroot moet worden. Het onderzoek ‘Welzijn designed for all’ brengt de ontwikkelingen in zowel de fysieke als sociale de toegankelijkheid van welzijnsinstellingen in kaart. De drie centrale vragen in dit onderzoek aan de orde komen, zijn: 1)Dragen de afspraken in het convenant, resp. de Training Toegankelijkheid, uit het oogpunt van medewerkers en bezoekers bij aan het vergroten van de toegankelijkheid? 2) Kan door een grotere sociale toegankelijkheid van brede welzijnsorganisaties in Amsterdam een deel van de gevolgen van de pakketmaatregel AWBZ worden gecompenseerd? 3) Over welke competenties dienen (a.s.) professionals in het sociaal agogisch domein te beschikken om het reguliere aanbod ook bereikbaar en toegankelijk te maken/houden voor mensen met een beperking?
DOCUMENT
Studentenwelzijn blijkt de laatste jaren meer onder druk te staan en staat dan ook hoog op de agenda in het hbo en wo. Ook bij Fontys Pedagogiek is er in toenemende mate aandacht voor studentenwelzijn, zeker sinds de coronapandemie. In 2020 is de voltijdopleiding Pedagogiek van Fontys overgestapt naar een nieuw 'leergroep-curriculum'. Vanuit het Lectoraat Opvoeden voor de Toekomst hebben Aafke Baars-Seebregts en Guusje Staring een praktijkgericht, exploratief onderzoek uitgevoerd vanuit de vraag: Hoe kunnen de coachende onderwijsprofessionals binnen het leergroep-curriculum van de voltijdopleiding Pedagogiek handelen op een manier die bijdraagt aan het welzijn van de Pedagogiekstudent? In deze publicatie doen zij verslag van zowel de literatuurverkenning als het praktijkonderzoek met collega-coaches, studenten en een lid van de ontwikkelgroep.
DOCUMENT
Adolescenten brengen steeds meer vrije tijd door met het spelen van games en bevinden zich mede daardoor in een hybride leefwereld. Deze relatief nieuwe wereld brengt nieuwe uitdagingen mee rondom identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn; voor gamende adolescenten zelf, maar ook hun (professionele) opvoeders. Wij onderzoeken de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn en de rol die (professionele) opvoeders hierin hebben.Doel Op dit moment ontbreekt kennis over de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn van adolescenten en is het onder andere lastig om handvatten voor (professionele) opvoeders te ontwikkelen. Handvatten kunnen helpen om beter aan te sluiten bij de leefwereld en behoeftes van gamende adolescenten. De resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan een positieve (sociale) identiteitsontwikkeling van gamende adolescenten in een hybride wereld. Resultaten Het promotieonderzoek gaat verschillende wetenschappelijke publicaties opleveren. We vertalen onze resultaten samen met professionals, opvoeders en adolescenten naar praktische handvatten voor (professionele) opvoeders. De betrokken praktijkpartners en opleidingen geven deze wetenschappelijk onderbouwde inzichten en handvatten een passende plaats in hun curricula en werkwijzen. Looptijd 01 september 2022 - 01 september 2026 Aanpak Dit promotieonderzoek heeft een praktijkgericht, mixed-methods design. Voor de kwantitatieve analyse maken we gebruik van longitudinale data van het Digital Youth project van Universiteit Utrecht. De kwalitatieve data wordt verzameld door symbolic netnography (een digitale variant van etnografisch onderzoek), interviews en participerende observaties met adolescenten en (professionele) opvoeders. In samenspraak met adolescenten en (professionele) opvoeders worden deze inzichten vertaald naar praktische handvatten.
Adolescenten brengen steeds meer vrije tijd door met het spelen van games en bevinden zich mede daardoor in een hybride leefwereld. Deze relatief nieuwe wereld brengt nieuwe uitdagingen mee rondom identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn; voor gamende adolescenten zelf, maar ook hun (professionele) opvoeders. Wij onderzoeken de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn en de rol die (professionele) opvoeders hierin hebben.
In het project ‘One step back to move one step beyond; stepping stones for psychosocial care after stroke’ (RAAK.PUB04.010) wordt door de Hogeschool Utrecht, in samenwerking met het UMC Utrecht, Ziekenhuis Gelderse Vallei Ede, Meander MC Amersfoort, Rijnstate Arnhem en St. Antonius Nieuwegein een zorgprogramma ontwikkeld voor mensen met een beroerte. In Nederland leven 320.000 mensen met de gevolgen van een beroerte. Bijna 50% van hen blijft in meer of mindere mate afhankelijk van de ondersteuning van anderen. Dit beïnvloedt hun psychosociaal welzijn en kwaliteit van leven. Uit de vraagarticulatie bleek dat de zorg voornamelijk gericht is op fysiek herstel en veel minder op psychosociale ondersteuning. Daarom is het doel van ons project een zorgprogramma te ontwikkelen, dat 1) het psychosociaal welzijn van patiënten verbetert, 2) dat is afgestemd op de specifieke zorgen en behoeften van patiënten, en 3) dat bruikbaar is in de huidige CVA-nazorgprogramma’s. Om dit te bereiken zijn de volgende werkpakketten ingericht: Voorbereiding en opstart; Inzicht krijgen in psychosociale problemen gedurende het eerste jaar na beroerte; De huidige psychosociale zorg en behoeften van patiënten en zorgverleners vaststellen; In de wetenschappelijke literatuur effectieve interventie-ingrediënten voor psychosociale zorg na beroerte identificeren; Ontwikkeling van een psychosociaal nazorgprogramma voor het eerste jaar na beroerte. De uitbraak van de coronacrisis beïnvloedt de uitvoering van ons project, in het bijzonder werkpakket 2. Tijdens de coronacrisis gaat de eerste prioriteit van de betrokken zorgorganisaties uit naar de veiligheid en gezondheid van patiënten en zorgmedewerkers. Omdat bij de uitbraak de angst bestond dat deelname aan onderzoeksactiviteiten gepaard kan gaan met extra gezondheidsrisico’s schortten ze hun deelname aan onderzoek op. Om dit project toch succesvol te kunnen uitvoeren, is de uitvoering van werkpakket 2 essentieel. Daarom willen we de dataverzameling in werkpakket 2 aanpassen, zodat dit werkpakket alsnog kan worden uitgevoerd.