Hoofdstuk 1 in Schakels in de buurt. Professionals in zorg en welzijn hebben te maken met nieuwe vraagstukken rond de zorg en ondersteuning van mensen met ernstige psychische, sociale en lichamelijke beperkingen (RMO, 2001a). Aan de ene kant gaat het om basale ondersteuning in de woonsituatie, aan de andere kant betreft het de bevordering van participatie van deze burgers in de samenleving. Zorg en welzijn kunnen niet langer gescheiden van elkaar aangeboden worden. Het vereist een nieuwe geïntegreerde individuele én wijkgerichte aanpak. Deze aanpak vraagt om professionals die zowel kunnen werken aan de kant van individuele ondersteuning als aan de kant van sociale samenhang en maatschappelijke participatie.
Een op de praktijk georiënteerd boek over bruikbare en praktijkgerichte onderzoeksmethoden en -technieken in welzijnszorg en gezondheidszorg was lang niet voorhanden. De noodzaak ervan lijdt echter geen twijfel. Dit boek voorziet duidelijk in een behoefte. Het boek kende sinds de eerste verschijning in 1996 13 drukken. Nu is er een nieuwe geheel herziene 13e druk. Beroepsbeoefenaren in welzijn en gezondheidszorg komen niet alleen steeds meer in aanraking met onderzoek, zij verrichten steeds vaker zelf onderzoek in hun beroepspraktijk. In het hoger beroepsonderwijs is praktijkgericht onderzoek dan ook meestal onderdeel van de reguliere onderwijsprogramma's. Op gestructureerde wijze worden in dit boek bruikbare en praktijkgerichte onderzoeksmethoden en -technieken beschreven.
Veranderingen in de samenleving, waaronder maatregelen in verband met de corona-uitbraak, hebben invloed op het welzijn van jongeren. Diverse onderzoeken naar de impact van de coronapandemie op het welzijn van de jeugd laten zien dat deze periode een negatief effect had op het fysiek, mentaal en sociaal welbevinden van de jeugd. Jongeren voelden zich in deze periode minder gelukkig, eenzamer en gefrustreerder, zo blijkt uit het onderzoek van Van der Kooij en Crone.
Adolescenten brengen steeds meer vrije tijd door met het spelen van games en bevinden zich mede daardoor in een hybride leefwereld. Deze relatief nieuwe wereld brengt nieuwe uitdagingen mee rondom identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn; voor gamende adolescenten zelf, maar ook hun (professionele) opvoeders. Wij onderzoeken de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn en de rol die (professionele) opvoeders hierin hebben.Doel Op dit moment ontbreekt kennis over de relatie tussen gamen, identiteitsontwikkeling en psychosociaal welzijn van adolescenten en is het onder andere lastig om handvatten voor (professionele) opvoeders te ontwikkelen. Handvatten kunnen helpen om beter aan te sluiten bij de leefwereld en behoeftes van gamende adolescenten. De resultaten van dit onderzoek kunnen bijdragen aan een positieve (sociale) identiteitsontwikkeling van gamende adolescenten in een hybride wereld. Resultaten Het promotieonderzoek gaat verschillende wetenschappelijke publicaties opleveren. We vertalen onze resultaten samen met professionals, opvoeders en adolescenten naar praktische handvatten voor (professionele) opvoeders. De betrokken praktijkpartners en opleidingen geven deze wetenschappelijk onderbouwde inzichten en handvatten een passende plaats in hun curricula en werkwijzen. Looptijd 01 september 2022 - 01 september 2026 Aanpak Dit promotieonderzoek heeft een praktijkgericht, mixed-methods design. Voor de kwantitatieve analyse maken we gebruik van longitudinale data van het Digital Youth project van Universiteit Utrecht. De kwalitatieve data wordt verzameld door symbolic netnography (een digitale variant van etnografisch onderzoek), interviews en participerende observaties met adolescenten en (professionele) opvoeders. In samenspraak met adolescenten en (professionele) opvoeders worden deze inzichten vertaald naar praktische handvatten.
In het project ‘One step back to move one step beyond; stepping stones for psychosocial care after stroke’ (RAAK.PUB04.010) wordt door de Hogeschool Utrecht, in samenwerking met het UMC Utrecht, Ziekenhuis Gelderse Vallei Ede, Meander MC Amersfoort, Rijnstate Arnhem en St. Antonius Nieuwegein een zorgprogramma ontwikkeld voor mensen met een beroerte. In Nederland leven 320.000 mensen met de gevolgen van een beroerte. Bijna 50% van hen blijft in meer of mindere mate afhankelijk van de ondersteuning van anderen. Dit beïnvloedt hun psychosociaal welzijn en kwaliteit van leven. Uit de vraagarticulatie bleek dat de zorg voornamelijk gericht is op fysiek herstel en veel minder op psychosociale ondersteuning. Daarom is het doel van ons project een zorgprogramma te ontwikkelen, dat 1) het psychosociaal welzijn van patiënten verbetert, 2) dat is afgestemd op de specifieke zorgen en behoeften van patiënten, en 3) dat bruikbaar is in de huidige CVA-nazorgprogramma’s. Om dit te bereiken zijn de volgende werkpakketten ingericht: Voorbereiding en opstart; Inzicht krijgen in psychosociale problemen gedurende het eerste jaar na beroerte; De huidige psychosociale zorg en behoeften van patiënten en zorgverleners vaststellen; In de wetenschappelijke literatuur effectieve interventie-ingrediënten voor psychosociale zorg na beroerte identificeren; Ontwikkeling van een psychosociaal nazorgprogramma voor het eerste jaar na beroerte. De uitbraak van de coronacrisis beïnvloedt de uitvoering van ons project, in het bijzonder werkpakket 2. Tijdens de coronacrisis gaat de eerste prioriteit van de betrokken zorgorganisaties uit naar de veiligheid en gezondheid van patiënten en zorgmedewerkers. Omdat bij de uitbraak de angst bestond dat deelname aan onderzoeksactiviteiten gepaard kan gaan met extra gezondheidsrisico’s schortten ze hun deelname aan onderzoek op. Om dit project toch succesvol te kunnen uitvoeren, is de uitvoering van werkpakket 2 essentieel. Daarom willen we de dataverzameling in werkpakket 2 aanpassen, zodat dit werkpakket alsnog kan worden uitgevoerd.
Na een beroerte krijgen veel mensen last van psychosociale problemen zoals depressie of angst. Dit soort klachten belemmeren een voorspoedig herstel. Doel In dit onderzoek ontwikkelen we een zorgprogramma voor psychosociale zorg van patiënten in het eerste jaar na een beroerte. Hiermee willen we psychosociale problemen vroegtijdig herkennen, opsporen en zo nodig behandelen. Uitgangspunten We gaan uit van de zorgen en behoeften van patiënten Patiënten krijgen een behandeling die niet zwaarder is dan nodig (stepped-care-benadering) Het programma is ingebed in de dagelijkse zorg aan patiënten in de hele stroke-zorgketen Resultaten Er wordt een psychosociaal nazorgprogramma voor het eerste jaar na beroerte ontwikkeld, dat a) psychosociaal welzijn na beroerte verbetert; b) aansluit bij de specifieke zorgen en behoeften van patiënten; en c) gebruikt kan worden in het reguliere zorgproces na beroerte. Looptijd 01 juni 2018 - 31 december 2024 Aanpak In dit onderzoek worden de volgende deelstudies uitgevoerd: Kwalitatief onderzoek naar de huidige psychosociale zorg na beroerte. Kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de wensen en behoeften van patiënten en zorgverleners. Kwantitatief onderzoek naar de prevalentie, ernst en mate van psychosociale problemen in het eerste jaar na beroerte. Literatuurstudie naar potentieel effectieve interventies voor psychosociaal welzijn. Ontwikkeling psychosociaal nazorgprogramma. Mixed methods-studie naar haalbaarheid van het psychosociale nazorgprogramma.