Homebase is een verkennend onderzoek naar interventies ter preventie van jeugdcriminaliteit. Met deze verkenning willen wij bijdragen aan een stevige theoretische en praktijkgerichte basis voor beleidsontwikkelingen, en daarmee voor een preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit die de veerkracht van jongeren voorop stelt. Met als doel bijdragen aan preventie van jonge aanwas in de jeugdcriminaliteit en perspectief bieden aan groepen jongeren die opgroeien in kwetsbare en risicovolle omstandigheden. Wat hebben jongeren in de wijk nodig om hun veerkracht en sociale identiteit te versterken, en perspectief te krijgen op een kansrijke en betekenisvolle ontwikkeling buiten de criminaliteit? Op welke manier kan hieraan ondersteuning geboden worden? Het lectoraat Jeugd en Samenleving heeft in samenwerking met het lectoraat Aanpak Jeugdcriminaliteit van Hogeschool Leiden en lectoraat Youth Spot van Hogeschool van Amsterdam verkennend onderzoek gedaan in opdracht van de Directie Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken.
DOCUMENT
Een ernstige psychische aandoening is niet alleen van invloed op de patiënt zelf, maar ook op zijn omgeving. De belasting voor direct betrokkenen is vaak groot waardoor ze zelf ook een verhoogd risico lopen om psychische problemen te krijgen. Omgekeerd heeft ook het gedrag van de familie invloed op de patiënt en het beloop van de klachten. Familie-interventies kunnen dit beloop op gunstige wijze beïnvloeden.
MULTIFILE
Deze review geeft aan de hand van het RE-AIM framework een indruk van de stand van zaken op dit moment als het gaat om het implementeren van psychosociale interventies in de dagelijkse zorg in woon/zorginstellingen voor mensen met dementie. Hoe verloopt de implementatie, welke hobbels moeten er genomen worden. Er worden aanbevelingen gedaan voor de toekomstig implementaties van psychosociale interventies. Schrijvers: Petra Boersma, Julia van Weert, Jeroen Lakerveld, Rose-Marie Droes International Psychogeriatrics (2015), 27:1, 19–35 C International Psychogeriatric Association 2014 doi:10.1017/S1041610214001409
DOCUMENT
Full text beschikbaar met HU-account. Het evalueren van de effectiviteit van een complexe interventie in een gerandomiseerde klinische trial is niet eenvoudig.1,2) In de literatuur wordt een interventie als effectief beschouwd wanneer er een positief resultaat op de primaire uitkomst is gevonden. Echter, om de validiteit en betrouwbaarheid van een interventie te beoordelen is kennis nodig over de mate waarin de interventie is uitgevoerd als gepland, ofwel de interventiegetrouwheid.3) Daarnaast geeft kennis over interventiegetrouwheid inzicht in hoeverre de implementatie succesvol was en daadwerkelijk een bijdrage heeft kunnen leveren aan de geobserveerde uitkomsten.
DOCUMENT
Lectorale rede, uitgesproken bij aanvaarding van het ambt als lector Studiesucces aan Hogeschool Inholland te Haarlem op 23 maart 2017. Ze bevat een synthese van de studiesuccesliteratuur, resultaten van praktijkgerichte onderzoeken naar succesvolle opleidingen, interventies, aanpakken en werkende principes. En tot slot het leggen van verbinding als een oplossingsrichting voor het duurzaam verbeteren van het studiesucces.
DOCUMENT
Deze review van de literatuur richt zich in het bijzonder op de sociale dynamiek rondom geweld in de publieke ruimte. In gevallen waarin de online dynamiek het gebruik van geweld oproept of stimuleert spreken we van ‘online aanjaging’. Hoe kunnen netwerkpartners die verantwoordelijk zijn voor de openbare orde en veiligheid zich in deze online dynamiek mengen, en welke gevolgen heeft de online aanwezigheid van deze netwerkpartners? Gemeenten werken in deze vraagstukken samen aan een integrale aanpak in een netwerk van partners zoals politie en jongerenwerk, maar ook scholen en reclassering. Om het raakvlak met het werkveld voldoende te borgen is de review aangevuld met een stakeholdersbijeenkomst van AcVZ met netwerkpartners, waarnaar we op relevante plaatsen in dit rapport verwijzen. Deze vond plaats voordat de review is uitgevoerd.
DOCUMENT
Patiënten met hematologische kanker die hiervoor een autologe stamceltransplantatie ondergaan, staan voor de moeilijke taak om te gaan met zowel een potentieel levensbedreigende ziekte als een stressvolle behandeling. Een deel van deze patiënten rapporteert psychologische klachten. Behandeling van deze klachten verdient aandacht en zal naar verwachting leiden tot een verbetering van de kwaliteit van leven van deze patiënten. In dit artikel beschrijven we de implementatie van een zorgprogramma gericht op vermindering van psychologische klachten, met als belangrijkste onderdeel het internetzelfhulpprogramma ‘Stress onder controle’
DOCUMENT
Cognitieve gedragstherapie en gezinsinterventies zijn wetenschappelijk bewezen interventies, waarvan wordt geadviseerd deze op te nemen in zorgprogramma’s. Niet bewezen effectief, maar wel geïndiceerd, is psycho-educatie aan de patiënt. Optionele interventies zijn lotgenotengroepen en – bij negatieve symptomen – psychomotorische therapie. Voor de verpleegkundige zorg is de wetenschappelijke evidentie beperkt, wel worden aanbevelingen gedaan. De ontwikkeling van een ‘levende richtlijn’, die continu wordt geactualiseerd, is wenselijk.
DOCUMENT
Het pakket bestaat uit twee delen en meerdere praktische bijlage die u in de praktijk meteen kan toepassen: Deel A: Theoretische onderbouwing en aanbevelingen: hierin wordt u een theoretische onderbouwing van de richtlijn gegeven, dat resulteert in aanbevelingen voor hulpverleners. Deze gegevens zijn van belang om goed met de richtlijn te kunnen werken. Deel B: Gegevensverzameling en interventies: in dit deel worden de aanbevelingen specifiek uitgewerkt voor de verpleegkundige beroepsgroep. Het effectief gebruik van de richtlijn, de wijze van gegevensverzameling en het kiezen van interventies komen aan bod.
MULTIFILE
Met dit onderzoek is getracht een indruk te krijgen van de overtuigingen die er in de praktijk bestaan ten aanzien van effectief ingrijpen om de ontwikkeling van ernstig crimineel gedrag in de adolescentie te voorkomen. Bij dit onderzoek is aan alle kanten de breedte opgezocht. Er is gekeken naar een brede range van factoren die van invloed zijn op een antisociale ontwikkeling en naar een heel scala aan inter-venties dat hierop aan kan grijpen. Dit heeft een breed overzicht van mogelijke aangrijpingspunten en daarop aansluitende, beschikbare interventies opgeleverd. De bij de praktijk opgehaalde resultaten dui-den op grote overeenstemming tussen respondenten over de prioritering van beschikbare interventies. Daarbij zien de respondenten duidelijk meerwaarde, voor de gehele ontwikkelingsperiode, in het ver-sterken van goed opgroeien (universele preventie) nog vóór er sprake is van problematisch antisociaal of delictgedrag. In grote lijnen zijn respondenten het ook eens over het inzetten van interventies gericht op het bijsturen in reactie op zorgwekkende signalen (primaire preventie) of op het stoppen en ombui-gen van delictgedrag (secundaire preventie). Wel is de mate van overeenstemming daarvoor iets min-der groot dan bij universele preventie. Praktijkprofessionals, onderzoekers en ervaringsdeskundigen sluiten met hun keuze voor deze interventies vooral aan bij interventies gericht op Familie, Kind en School om bijtijds in te grijpen op een antisociale ontwikkeling. Voor het bij bewoners versterken van gedeelde opvattingen rondom prosociaal gedrag in hun buurt is minder support, maar in de literatuur zijn er duidelijke aanwijzingen die het belang ervan onderschrijven. Tenslotte toont de literatuurstudie de meerwaarde om interventies multimodaal in te zetten, maar de wijze waarop dit het meest effectief is vraagt om aanvullend onderzoek. De resultaten van dit onderzoek bieden houvast voor beleidskeuzes, zowel landelijk als meer regionaal en lokaal. In respons op gesignaleerde problemen kan als eerste stap, met de praktijkprofessionals, lo-kaal informatie verzameld worden over: • beschikbare interventies voor 0-15 jarigen, gericht op Kind, Familie, School en Buurtfactoren op de verschillende preventieniveaus; • de wijze waarop deze interventies gecombineerd en multimodaal ingezet kunnen worden, best passend bij gesignaleerde problemen. • de keuze van interventies die ingezet kunnen worden als een antisociale ontwikkeling persistent en in toenemende mate ernstig blijkt te zijn. Ook kan er meer kennis opgedaan worden in het combineren van erkende interventies met ondersteunende vormen van advies, belangenbehartiging en begeleiding op dagelijkse stress verhogende om-standigheden. Beperkingen van het onderzoek liggen in: • de brede spreiding van respondenten waardoor zij als beroep of functie niet representatief zijn; • de beknopte vertaalslag van de interventies naar vragen in het Delphi-onderzoek die respondenten ruimte bood tot interpretatie; • de beperkte mate waarin respondenten op elkaars uitslag konden reageren.
DOCUMENT