Martien Visser vindt dat we niet alleen trots, maar ook zuinig moeten zijn op de efficiënte Nederlandse raffinaderijen.De Nederlandse raffinagesector is na de Tweede Wereld oorlog tot wasdom gekomen en nu zo’n 60 jaar oud. In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht, is haar pensioen nog niet in zicht. Mooi dus dat die raffinaderijen zo enorm efficiënt zijn. Dat ontslaat ze niet van de verantwoordelijkheid hun CO2-emissie te verminderen.
LINK
Dit boekje is een weerslag van de inaugurele rede als Lector Biobased Economy bij Hogeschool Van Hall Larenstein die Hans Derksen op 8 mei 2012 hield. De kern van het betoog is wat de biobased economy kan betekenen voor een duurzame samenleving. Maar ook wat deze niet kan betekenen, want biomassa is niet de oplossing voor alles. Uiteindelijk gaat het vooral over de kansen die biomassa, en meer in het bijzonder een biobased economy, de mens biedt.
MULTIFILE
In het rapport dat voor u ligt zullen de resultaten te vinden zijn van het onderzoek naar de invulling van Corporate Real Estate Management van verschillende bedrijven. De aanleiding van dit onderzoek is, het verkrijgen van meer kennis op het gebied van CREM zodat een verdere professionaliseringmogelijk is. Om de juiste informatie te krijgen is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:‘Op welke manier wordt CREM door een aantal koplopers in dit vakgebied inhoudelijk en organisatorisch ingevuld en welke factoren, gerelateerd aan kenmerken van de organisatie en de vastgoedportefeuille, kunnen helpen de onderlinge verschillen te verklaren?’Deze onderzoeksvraag is te veel omvattend en daarom is hij onderverdeelt in drie deelvragen:1. Wat is de aard en de omvang van de betreffende organisatie? (organisatieprofiel?)2. Wat is de aard en de omvang van de vastgoedportefeuille van het betreffende bedrijf? (portefeuilleprofiel?)3. Wat is de wijze waarop CREM inhoudelijk en organisatorisch is ingevuld bij het betreffende bedrijf? (CREM-profiel)In het rapport zullen verschillende aspecten aanbod komen. In hoofdstuk twee wordt achtergrondinformatie gegeven over het onderwerp. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie het probleem geformuleerd. Daarna zal in hoofdstuk vier onderzoeksmethode worden toegelicht. Vervolgens staan de resultaten van het onderzoek in hoofdstuk vijf. In hoofdstuk zes wordt vervolgens een interpretatie gegeven van de onderzoeksresultaten. In hoofdstuk zeven wordt er eenconclusie gevormd. Tot slot zal in hoofdstuk acht aanbevelingen worden gedaan voor eventueel vervolgonderzoek. Studentenonderzoek in het kader van het thema Leefomgeving.
DOCUMENT
Het produceren van zogenaamde tweede generatie biodiesel vanuit afvaloliën en –vetten vormt zowel in EU-verband als ook nationaal een prioriteit. Avans Hogeschool verricht, samen met de Nederlandse bedrijven Van der Kooy en DieselUp, al een aantal jaren onderzoek naar opwerken en omzetten van kwalitatief laagwaardige oliën en vetten zodanig dat deze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld biodieselfabrieken of motoren. Veel van deze laagwaardige vetten en oliën zijn afkomstig uit het buitenland. Er wordt bij dit onderzoek nadrukkelijk samengewerkt met kennisinstellingen uit Brazilië (UFMG en UFV) en Spanje (UPC). Er wordt specifiek onderzoek gedaan naar het opwerken van FFA-rijke (FFA = vrij vetzuren) vetten en oliën afkomstig van plantaardige olieraffinaderijen en FFA-rijke Macauba olie. Het consortium onderzoekt hierbij twee innovatieve heterogene katalytische processen: 1 proces gebruik makend van een Zinkschaafsel reststroom als vaste katalysator en 1 proces met vaste katalysator om FAME biodiesel voor bijvoorbeeld verbrandingsmotoren te maken. Dit laatste proces heeft onder andere als voordeel dat er een zuivere glycerine wordt geproduceerd en er veel minder waswater nodig is. In dit KV project (part 1) wordt onderzoek gedaan naar een innovatief katalytisch (Zinkschaafsel) proces waarbij laagwaardige FFA-rijke olie zodanig wordt opgewerkt dat deze voldoet richting biodieselfabrieken. Een 60 m3 reactor zal hiertoe worden geëvalueerd en geoptimaliseerd. Tevens zal procesmodellering plaatsvinden in het programma Aspen plus.
Het produceren van zogenaamde tweede generatie biodiesel vanuit afvaloliën en –vetten vormt zowel in EU-verband als ook nationaal een beleidsprioriteit. Avans Hogeschool verricht, samen met de Nederlandse bedrijven Van der Kooy en DieselUp, al een aantal jaren onderzoek naar opwerken en omzetten van kwalitatief laagwaardige oliën en vetten zodanig dat deze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld biodieselfabrieken of motoren. Veel van deze laagwaardige vetten en oliën zijn afkomstig uit het buitenland en er wordt bij dit onderzoek nadrukkelijk samengewerkt met kennisinstellingen uit Brazilië (UFMG en UFV) en Spanje (UPC). Er wordt specifiek onderzoek gedaan naar het opwerken van FFA-rijke (FFA = vrij vetzuren) vetten en oliën afkomstig van plantaardige olieraffinaderijen en FFA-rijke Macauba olie. Het consortium onderzoekt hierbij twee innovatieve heterogene katalytische processen: 1 proces gebruik makend van een Zinkschaafsel reststroom als vaste katalysator en 1 proces met vaste katalysator om FAME biodiesel voor bijvoorbeeld verbrandingsmotoren te maken. Dit laatste proces heeft onder andere als voordeel dat er een zuivere glycerine wordt geproduceerd en er veel minder waswater nodig is. In dit KV project (Part 2) zal onderzoek worden gedaan naar het deactiveren en regenereren van Zink katalysatormateriaal (Zinkschaafsel reststroom van Nyrstar). Dit Zinkschaafsel wordt gebruikt ten behoeve van een innovatief proces waarbij FFA-rijke laagwaardige oliën zodanig worden opgewerkt dat deze kunnen worden gebruikt bij biodieselfabrieken en in verbrandingsmotoren.
Het produceren van zogenaamde tweede generatie biodiesel vanuit afvaloliën en –vetten vormt zowel in EU-verband als ook nationaal een beleidsprioriteit. Avans Hogeschool verricht, samen met de Nederlandse bedrijven Van der Kooy en DieselUp, al een aantal jaren onderzoek naar opwerken en omzetten van kwalitatief laagwaardige oliën en vetten zodanig dat deze kunnen worden toegepast in bijvoorbeeld biodieselfabrieken of motoren. Veel van deze laagwaardige vetten en oliën zijn afkomstig uit het buitenland en er wordt bij dit onderzoek nadrukkelijk samengewerkt met kennisinstellingen uit Brazilië (UFMG en UFV) en Spanje (UPC). Er wordt specifiek onderzoek gedaan naar het opwerken van FFA-rijke (FFA = vrij vetzuren) vetten en oliën afkomstig van plantaardige olieraffinaderijen en FFA-rijke Macauba olie. Het consortium onderzoekt hierbij twee innovatieve heterogene katalytische processen: 1 proces gebruik makend van een Zinkschaafsel reststroom als vaste katalysator en 1 proces met vaste zure katalysator om FAME biodiesel voor bijvoorbeeld verbrandingsmotoren te maken. Dit laatste proces heeft onder andere als voordeel dat er een zuivere glycerine wordt geproduceerd en er veel minder waswater nodig is. In dit project wordt onderzoek gedaan naar een innovatief katalytisch proces waarbij laagwaardige bio-olie wordt omgezet richting FAME biodiesel zodanig dat deze kan worden gebruikt in verbrandingsmotoren. Er wordt hierbij tevens gesimuleerd in computerprogramma ASPEN.